GebruikershandleidingIM C530 series

Lijst met parameterinstellingen

Belangrijk

  • Wijzig niet de bitswaarden die niet in de tabel staan.

Schakelnummer

Bitsnummer

Te configureren functie

Huidige waarde

02

3

De gegevens van de afzender afdrukken

0: Niet afdrukken (Standaard)

1: Afdrukken

Een merkteken of informatie afdrukken op de ontvangen fax

03

0

Het communicatieresultaatrapport automatisch afdrukken

0: Niet afdrukken (Standaard)

1: Afdrukken

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

03

7

De records automatisch printen

0: Niet afdrukken

1: Printen (Standaard)

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

04

1

Automatisch afdrukken van het communicatiestoringsrapport

0: Niet afdrukken

1: Printen (Standaard)

De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken

04

4

De bestemmingsnaam in verschillende rapporten weergeven

0: Niet weergeven

1: Weergeven (Standaard)

De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

Wanneer een fout in een rapport wordt gemeld

04

5

De gebruikersnaam in verschillende rapporten of lijsten weergeven

0: Niet weergeven

1: Weergeven (Standaard)

De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

Een document in de faxwachtrij bevestigen en verzenden

Wanneer een fout in een rapport wordt gemeld

04

7

De originele afbeelding toevoegen aan verschillende rapporten of lijsten

0: Niet toevoegen

1: Toevoegen (Standaardinstelling)

De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

05

0

Voorwaarde voor ontvangst servicegesprek (vervangende ontvangst tijdens service-oproep)

0: Vervangende ontvangst uitvoeren

1: Niet ontvangen (Standaard)

Verschillende methodes voor het ontvangen van faxen

05

2, 1

Vervangende ontvangst uitvoeren wanneer het papier of de toner op is, of alle papierladen niet goed werken en een document niet kan worden afgedrukt

00: Vervangende ontvangst onvoorwaardelijk uitvoeren

01: Vervangende ontvangst uitvoeren bij ontvangst van de afzendernaam (voor weergave) of het faxnummer van de afzender (Standaard)

10: Vervangende ontvangst uitvoeren wanneer de ID overeenkomt met de gesloten-netwerkcode

11: Geen inkomende gesprekken ontvangen

Verschillende methodes voor het ontvangen van faxen

05

5

Alleen afdrukken op papier met de eerste prioriteit

0: Uit (Standaard)

1: Aan

De afdrukmethode van het ontvangen faxdocument instellen

05

7

Een melding verzenden wanneer het papier in een van de papierladen opraakt

0: Uit (Standaard)

1: Aan

Als er een melding verschijnt tijdens het gebruik van de faxfunctie

06

0

De volgorde van gegevens die worden weergegeven onder "Bestemming" in de records, het rapport Direct TX-resultaat en het scherm Status verzendbestand

0: Geeft prioriteit aan de gegevens van het bestemmingsapparaat

Prioriteit

1. Naam die is geregistreerd op het bestemmingsapparaat

2. Faxnummer dat is geregistreerd op het bestemmingsapparaat

3. Naam die is geregistreerd in het adresboek

4. Opgegeven faxnummer

1: Geeft prioriteit aan de gegevens in het adresboek (standaardinstelling)

Prioriteit

1. Naam die is geregistreerd in het adresboek

2. Opgegeven faxnummer

3. Naam die is geregistreerd op het bestemmingsapparaat

4. Faxnummer dat is geregistreerd op het bestemmingsapparaat

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

06

1

G3-1-communicatie voldoet aan Super G3

0: Uit

1: Aan (Standaard)

07

2

Parallelle geheugenverzending

0: Uit

1: Aan (Standaard)

10

1

Afdrukken combineren

0: Niet combineren (Standaard)

1: Combineren

De afdrukmethode van het ontvangen faxdocument instellen

10

3

Beperkt afdrukken

0: Uit (Standaard)

1: Aan

De afdrukmethode van het ontvangen faxdocument instellen

11

2

Een leeg origineel detecteren

0: Uit

1: Aan (Standaard)

Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax

14

0

Documenten afdrukken die in de slaapstand zijn ontvangen

0: Direct afdrukken (Standaard)

1: Afdrukken wanneer hersteld vanuit de slaapstand

14

1

Lange originelen scannen

0: Uit (Standaard)

1: Aan

14

3

De instellingen resetten bij het schakelen van de functie

0: Niet resetten (Standaard)

1: Resetten

17

1

Broadcast-verzending verbieden

0: Niet verbieden (Standaard)

1: Verbieden

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

17

2

Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen bij het uitvoeren van een Broadcast-verzending

0: Niet op [Toev.] hoeven te drukken bij het toevoegen van een bestemming (Standaard)

1: Drukken op [Toev.] nodig bij toevoegen van bestemming

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

17

3

De instellingen na het scannen van het origineel resetten

0: Resetten (Standaard)

1: Niet resetten

17

4

Het bevestigingsscherm van de bestemming weergeven nadat op [Start] is gedrukt

0: Niet weergeven (Standaard)

1: Weergeven

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

17

7

Een fax handmatig ontvangen door op [Start] te drukken in de handmatige ontvangst of faxinformatiedienst

0: Niet ontvangen

1: Ontvangen (Standaard)

Een telefoongesprek beantwoorden op het apparaat

18

0

De naam van de afzender en datum afdrukken (voor afdrukken)

0: Niet afdrukken

1: Printen (Standaard)

De faxkoptekst afdrukken op een binnenkomende fax

18

1

Faxkoptekst afdrukken (voor afdrukken)

0: Niet afdrukken

1: Printen (Standaard)

De faxkoptekst afdrukken op een binnenkomende fax

18

2

Faxkoptekst en documentnummer afdrukken (voor afdrukken)

0: Niet afdrukken

1: Printen (Standaard)

De faxkoptekst afdrukken op een binnenkomende fax

18

3

Faxkoptekst en paginanummer afdrukken (voor afdrukken)

0: Niet afdrukken

1: Printen (Standaard)

De faxkoptekst afdrukken op een binnenkomende fax

19

1

Records sorteren op lijntype

0: Uit (Standaard)

1: Aan

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

21

3

De bestandsindeling waarin het document moet worden verzonden wanneer een e-mail of maplocatie is opgegeven als locatie waarnaar u de documenten wilt laten doorsturen of waar u een back-up wilt maken

0: TIFF (Standaard)

1: PDF

Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

21

6

Een waarschuwing voor een netwerkfout weergeven

0: Weergeven (Standaard)

1: Niet weergeven

Als er een melding verschijnt tijdens het gebruik van de faxfunctie

22

0

De kiestoon detecteren voordat een fax wordt verzonden bij het initiƫren van een oproep op de G3-1-lijn

0: Verzenden, zelfs wanneer niet gedetecteerd

1: Niet versturen als niet gedetecteerd (Standaard)

22

3

Sta het gebruik van Op Haak draaien toe als Bestemming meerdere keren invoeren is ingeschakeld

0: Niet toestaan (Standaard)

1: Toestaan

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

22

7, 6, 5, 4

Een bestemming herhaaldelijk invoeren

0000: Uit (Standaard)

0001 (1 keer) - 1111 (15 keer)

Geef het aantal keer van bevestiging in binair, bijv. "0010" voor het invoeren van hetzelfde faxnummer twee keer na het handmatig invoeren (drie keer in totaal).

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

24

0

Een niet-verzonden fax in het geheugen opslaan

0: Niet opslaan (Standaard)

1: Opslaan

Een niet-verzonden document nogmaals verzenden

24

1

Duur om een niet-verzonden fax in het geheugen te bewaren

0: 24 uur (Standaard)

1: 72 uur

Opmerking

  • Deze instellingswaarde is geldig wanneer het bitnummer 0 van schakelnummer 24 is ingesteld op [1] (Opslaan).

Een niet-verzonden document nogmaals verzenden

32

0

Prioriteitsbestemming wanneer een bestemming van het bestemmingstype opgegeven voor Doorsturen of Doorsturen per afzender niet bestaat, in geval meer dan een bestemmingstype in het adresboek is geregistreerd

0: Papierprioriteit

Faxbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door e-mailbetemming en mapbestemming.

1: Prioriteit elektronische media (Standaard)

E-mailbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door mapbestemming en faxbestemming

Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

37

4

De afzenderinformatie in de bestandsnaam aanhalen bij het overbrengen van een ontvangen document naar een mapbestemming

0: Niet aanhalen (Standaard)

1: Aanhalen

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

37

5

Bruikbare tekens in de bestandsnaam beperken bij het overbrengen van een ontvangen document naar een mapbestemming

0: Niet beperken (Standaard)

1: Beperken

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

37

7

De buitenste of binnenste lijn voor de bestemming selecteren

0: Buitenste lijn (Standaard)

1: Binnenste lijn

38

7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0

Totaalaantal oproepen dat is gestart bij het verzenden van een document dat niet via Doorsturen of Doorsturen per afzender naar een mapbestemming kan worden verzonden

00000000/00000001: 1 keer

-

11111110/11111111: 254 keer

  • Standaard: 10010000 (144 keer)

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

39

7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0

Interval (minuten) van opnieuw kiezen tijdens het verzenden van een document dat niet via Doorsturen of Doorsturen per afzender naar een mapbestemming kan worden verzonden

00000001: 1 minuut

-

11111111: 255 minuten

  • Standaard: 00011110 (30 minuten)

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

40

1

Het mappad of e-mailadres in het bestemmingsveld van de verzendgeschiedenis weergeven bij verzending of doorsturen van een document naar een in het adresboek geregistreerde bestemming

0: Ann (Standaard)

1: Uit

45

3

Afdrukken en/of opslaan van een document bij het via doorsturen overbrengen van het document naar alle bestemmingen

0: Volg de instelling in Instellingen Ontvangst Bestand (Standaard)

1: Niet afdrukken/opslaan

Selecteer [1] (Niet afdrukken/opslaan) wanneer een document, dat normaal is overgedragen, niet wordt afgedrukt of opgeslagen, zelfs wanneer [Aan] is opgegeven bij [Afdrukken] of [Opslaan] in [Actie bij ontvangen van bestand] onder [Instellingen ontvangstbestand].

Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming

46

3

Controleer regelmatig of de lijn niet is afgesloten op G3-1-lijn

0: Uitschakelen (Standaard)

1: Inschakelen

Opmerking

  • Dit bitnummer is standaard ingesteld op [0] (Uitschakelen), maar de instelling verandert automatisch in [1] (Inschakelen) nadat u een fax hebt verzonden of ontvangen. Als de instelling automatisch in [1] (Inschakelen) verandert en u deze terugverandert in [0] (Uitschakelen), wordt de instelling daarna niet automatisch veranderd in [1] (Inschakelen).

46

7

Melding voor het inschakelen van het draaiende waarschuwingslampje na het voltooien van een faxontvangst

0: Uit (Standaard)

1: Aan

Opmerking

  • De standaardfabrieksinstelling is Off, maar de instelling wijzigt automatisch naar [Aan] nadat u ook maar een keer een fax ontvangt of verstuurt. Als de instelling automatisch verandert in On en u verandert het dan weer naar Off, verandert de instelling daarna niet automatisch naar [Aan].