GebruikershandleidingIM C530 series

Als het faxresultaat niet is zoals verwacht

Opmerking

Als een document niet gepast kan worden verzonden

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Er kan geen fax verzonden of ontvangen worden. (G3-lijn)

De modulaire kabel is niet juist aangesloten.

Sluit de kabel aan op de G3-lijn aansluiting (LINE) achteraan links op het apparaat.

De modulaire kabel aansluiten

Er kan geen fax worden verzonden. (G3-lijn)

Het lijntype (lijn voor het kiezen van tonen of pulsen) is niet op de juiste manier opgegeven.

Geef het juiste lijntype op in [Gebruikersinstellingen][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][Kiesschijf-/druktoetstelefoon selecteren]. Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider.

Er kan geen beltoon worden gedetecteerd.

Configureer het apparaat zodat een uitgaande verzending kan worden uitgevoerd zonder detectie van een beltoon. Wijzig de huidige waarde in [0] onder het schakelaarnummer [22], bitnummer [0] in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][Parameterinstelling][Parameterinstelling].

De parameterinstellingen wijzigen

Een fax kan niet naar alle bestemmingen worden verzonden. (G3-lijn)

Druk op [Direct kiezen], verhoog het volume van de speaker en controleer vervolgens of het apparaat geluid maakt. De oorzaak en oplossing kan afhankelijk zijn van wat u hoort op de lijn.

Wanneer u een geluid hoort:

Er treedt mogelijk een storing op in de bestemmingslijn, of de lijninstellingen van het apparaat komen mogelijk niet overeen met de lijn.

Druk op een getal op het numerieke toetsenbord (1 tot 9).

  • Als het geluid stopt:

Er is geen storing in het apparaat en de lijn. De storing treedt mogelijk op bij de bestemming. Controleer de situatie op de bestemming.

  • Als het geluid niet is gestopt:

    Zorg ervoor dat de instellingen van de lijn overeenkomen met de lijn.

    Selecteer [Druktoetstelefoon] of [Kiesschijftelefoon (10PPS)] bij [Faxeigenschappen] op het tabblad [Gedetailleerde initiële instellingen][Sel. tel. met kiessch./dr.toets].

Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider.

Probeer opnieuw te verzenden nadat u de instellingen hebt ingesteld.

Als de fax niet opnieuw kan worden verzonden, treedt de storing mogelijk op bij de bestemming. Raadpleeg de bestemming.

Wanneer u de in-gesprekstoon hoort:

De lijn is niet beschikbaar.

Raadpleeg uw telefoonprovider.

De fax-indicator gaat knipperen tijdens het verzenden en het proces stopt niet.

Een functie van het apparaat werkt tijdelijk niet naar behoren.

Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.

De stroom in-/uitschakelen

Bij het gebruiken van Op-de-haak of handmatig bellen, wordt “Ontvangen...” weergegeven op het scherm als een verzending niet kan worden uitgevoerd.

Het ontvangstproces is gestart omdat het originele formaat niet kan worden gedetecteerd nadat er op [Start] werd gedrukt.

Er kan geen fax worden verzonden via de LAN-FAX driver.

Gebruikersauthenticatie of een versleutelingscode voor de driver is gespecificeerd op het apparaat.

Raadpleeg de toestel- en apparaatbeheerders voor informatie over de instellingen en configureer de LAN-Fax driver overeenkomstig.

Inloggegevens opgeven in het stuurprogramma van LAN-fax

Er deed zich een fout voor op het apparaat.

De fout op het apparaat wordt niet weergegeven in de LAN-Fax driver. Controleer de status van het apparaat op het bedieningspaneel of in Web Image Monitor.

Web Image Monitor gebruiken

"Het document kan niet worden afgedrukt." of een ander bericht wordt weergegeven wanneer u het apparaat en de computer aansluit via USB 2.0 en een fax via het LAN-Fax-stuurprogramma probeert te verzenden.

Het apparaat ontwaakte net uit de slaapstand of de modus Fuseereenheid uit was actief toen u de fax verzond.

De fax kan op de juiste manier zijn verzonden, zelfs als het bericht wordt weergegeven. Controleer de verzendresultaten.

De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken

Een fax wordt niet verzonden als u de groep als bestemming specificeert.

Het aantal bestemmingen geregistreerd in een groep is hoger dan 100.

Controleer of het aantal bestemmingen dat in een groep is geregistreerd 100 in het adresboek overschrijdt. Als een groep een andere groep bevat (sub-groep), wordt elke bestemming in de sub-groep individueel meegeteld.

Een zwarte lijn of een voorwerp dat niet op het origineel voorkomt, verschijnt op de pagina die wordt ontvangen op de bestemming.

De ADF, de glasplaat of het scanglas is vuil.

  • Reinig ieder onderdeel.

    Het apparaat schoonmaken

  • Plaats geen origineel op het apparaat vooraleer de inkt of whiteout volledig droog is.

De achtergrond van de pagina die wordt ontvangen op de bestemming lijkt vuil of de achterkant van het origineel is zichtbaar.

De scan [Belichting] is te hoog ingesteld.

Verlaag de [Belichting] in [Instellingen].

Beeldbelichting aanpassen

Als een document niet juist ontvangen kan worden

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Er kunnen geen documenten ontvangen of verzonden worden. (G3-lijn)

De modulaire kabel is niet juist aangesloten.

Sluit de kabel aan op de G3-lijn aansluiting (LINE) achteraan links op het apparaat.

De modulaire kabel aansluiten

Er kan geen fax worden ontvangen. (G3-lijn)

Bel het faxnummer van het apparaat vanop een andere telefoon. De oorzaak en oplossing kan afhankelijk zijn van wat u hoort op de lijn.

Als u de toon voor terugbellen hoort:

Het apparaat staat niet in de faxmodus.

Beantwoord het telefoongesprek en schakel vervolgens over op de faxmodus.

Een telefoongesprek beantwoorden op het apparaat

Wanneer het apparaat in een omgeving wordt gebruikt waarin het niet mogelijk is een telefoongesprek te beantwoorden, geeft u [Autom. ontvangst] in [Gebruikersinstellingen][Faxeigenschappen][Ontvangstinstellingen][Instellingen ontvangstmodus] “Ontvangstmodus schakelen”.

Wanneer u de in-gesprekstoon hoort:

De lijn is in gebruik of onjuist geconfigureerd voor nummerweergaveservices.

  • Controleer of niemand de telefoon gebruikt die op het apparaat is aangesloten en of de lijn niet in gebruik is.

  • Wanneer u een lijn gebruikt met een nummerweergaveservice, controleert u de instelling in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen].

Als de lijn bezet blijft, neemt u contact op met uw telecomdienstverlener.

Wanneer u het bericht "Het nummer dat u hebt gekozen is niet meer in gebruik..." hoort:

Er is een probleem met de telefoonlijn.

Raadpleeg uw telefoonprovider.

De fax-indicator gaat knipperen tijdens ontvangst en het proces stopt niet.

Een functie van het apparaat werkt tijdelijk niet naar behoren.

Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.

De stroom in-/uitschakelen

Bel na het opstarten van het apparaat de verzender via de telefoon en vraag om de fax opnieuw te verzenden.

Het indicatielampje van de fax gaat aan maar het ontvangen document wordt niet afgedrukt.

Het apparaat bevindt zich in een toestand waarin afdrukken niet mogelijk is en inkomende faxen worden ontvangen in de modus Vervangende ontvangst.

  • Controleer of “Toner bijvullen.” of een ander bericht wordt weergegeven op het scherm en volg de instructies in het bericht om het probleem op te lossen. Het ontvangen document zal automatisch worden afgedrukt als afdrukken opnieuw mogelijk is.

  • U kunt de toestand wijzigen om Vervangende ontvangst uit te voeren.

    Verschillende methodes voor het ontvangen van faxen

Het PDF-bestand aangehecht aan de e-mail kan niet worden afgedrukt.

Er werd een PDF-bestand van de niet ondersteunde versie aangehecht.

Het apparaat ondersteunt afdrukken van PDF-bestanden van versie 1.7 of eerder. Afhankelijk van het apparaat van de verzender of de omgeving waarin het bestand werd opgemaakt, kan het PDF-bestand mogelijk niet worden afgedrukt, zelfs als het een bestand is in een ondersteunde versie.

De afbeelding is opgedeeld of verkleind, of er zijn onverwacht marges toegevoegd.

Het faxapparaat bij de afzender kon het origineelformaat niet detecteren tijdens het verzenden van een fax.

Het faxapparaat bij de afzender kon bijvoorbeeld een origineel van B6-formaat niet detecteren en heeft het origineel verzonden als B5-formaat, drukt het apparaat het document af op papier van B5-formaat, zelfs als er papier van B6-formaat in het ontvangende apparaat is geplaatst.

Als een document niet juist kan worden afgedrukt

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Het papier wordt vuil bij het afdrukken van het ontvangen document.

De resolutie van het bestemmingsapparaat is laag, of er treedt een storing op in het apparaat.

Druk de Record af en controleer of de resolutie van het symbool in de kolom Communicatiemodus hetzelfde is als het afdrukresultaat.

De records lezen

Als de resolutie niet overeen komt met het symbool op de Record, raadpleegt u uw servicevertegenwoordiger.

Het papier verkreukeld.

Het papier is te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

De rand van het papier kan plooien.

Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen.

(multi-vel voeding)

De vellen papier kleven te veel aaneen.

Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade.

Er verschijnen witte vlekken of vegen in de vorm van waterdruppels op de gekopieerde afbeelding.

Het vocht in het papier is verdampt en condenseerde op het oppervlak.

De afgedrukte afbeelding lijkt verbleekt.

Het origineel dat door de verzender werd verzonden is te zwak of de scan-densiteit is te laag ingesteld.

Vraag de verzender om de scan-densiteit donkerder in te stellen en de fax opnieuw te verzenden.

Beeldbelichting aanpassen

Er wordt grof papier of papier met een behandeld oppervlak gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Er verschijnen witte vlekken op de pagina.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt.

Het papier werd schuin gevoed.

Controleer of de zijschotten in de voedingslade juist ingesteld zijn.

De bovenmarges van de gekopieerde afbeelding variëren.

Het geladen papier voor kopiëren is te dun of te dik.

Controleer de dikte van het papier dat op het apparaat gebruikt kan worden.

Aanbevolen papierformaten en -typen

Als de papierdikte te dicht aanleunt bij de minimale of maximale papierdikte, specificeer dan "Papierdikte" overeenkomstig [Gebruikerstools][Lade-/papierinstellingen][Papierformaat/Papiertype].

Wanneer het apparaat niet functioneert zoals verwacht

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

De documenten die zijn ontvangen in Geheugen voor Verzending/Ontvangst of Vervangende ontvangst en stand-by documenten, zijn verwijderd.

De voeding van het apparaat werd onderbroken gedurende meer dan een uur.

Druk het Power Off-rapport af en controleer het voor de documenten die werden verwijderd en verzend de niet verzonden documenten opnieuw of vraag de verzender om het niet afgedrukte document opnieuw te verzenden.

Power off-rapport

[Invoeren met cijfertoetsen] of [Nieuwe bestem. program.] wordt niet weergegeven.

U bent niet bevoegd om de items te gebruiken door de instellingen in [Instellingen uitgebreide beveiliging].

Raadpleeg de gebruikersbeheerder. De gebruikersbeheerder kan de instellingen wijzigen in [Het gebr. van de bestemm. bep. (Fax)] of [Het toevoegen van een gebruiker beperken (Fax)] onder [Instellingen uitgebreide beveiliging].

Informatielekken door het verzenden naar een foute bestemming voorkomen

Het doorsturen of overdragen van een e-mail ontvangen door SMTP kan niet worden uitgevoerd.

U bent niet bevoegd om de items te gebruiken door de instellingen in [Instellingen uitgebreide beveiliging].

Raadpleeg de apparaatbeheerder. De apparaatbeheerder kan de instellingen voor beperking van het gebruik wijzigen in [Doorsturen naar faxontvanger] onder [Instellingen uitgebreide beveiliging].

Instellingen voor beheerder