GebruikershandleidingIM 550/600 series

Als het faxresultaat niet is zoals verwacht

Opmerking

Als een document niet gepast kan worden verzonden

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Er kan geen fax verzonden of ontvangen worden. (G3-lijn)

De modulaire kabel is niet juist aangesloten.

Sluit de kabel aan op de G3-lijnaansluiting linksachter op het apparaat.

Er kan geen fax worden verzonden. (G3-lijn)

Het lijntype (lijn voor het kiezen van tonen of pulsen) is niet op de juiste manier opgegeven.

Geef het juiste lijntype op in [Kiesschijf-/druktoetstelefoon selecteren] in de volgende instellingsitems.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    [Instellingen][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen]

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    [Instellingen][Apparaateigenschappen][Faxeigenschappen] tabblad [Oorspr. instellingen]

Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider.

Er kan geen beltoon worden gedetecteerd.

Configureer het apparaat zodat een uitgaande verzending kan worden uitgevoerd zonder detectie van een beltoon. Wijzig de huidige waarde in [0] onder het schakelaarnummer [22], bitnummer [0] in de volgende instellingsitems.

Een fax kan niet naar alle bestemmingen worden verzonden. (G3-lijn)

Druk op [Direct kiezen], verhoog het volume van de speaker en controleer vervolgens of het apparaat geluid maakt. De oorzaak en oplossing kan afhankelijk zijn van wat u hoort op de lijn.

Wanneer u een geluid hoort:

Er treedt mogelijk een storing op in de bestemmingslijn, of de lijninstellingen van het apparaat komen mogelijk niet overeen met de lijn.

Druk op een getal op het numerieke toetsenbord (1 tot 9).

  • Als het geluid stopt:

Er is geen storing in het apparaat en de lijn. De storing treedt mogelijk op bij de bestemming.

Controleer de situatie op de bestemming.

  • Als het geluid niet is gestopt:

    Zorg ervoor dat de instellingen van de lijn overeenkomen met de lijn.

    Selecteer [Druktoetstelefoon] of [Kiesschijftelefoon (10PPS)] in de volgende instellingsitems.

    • Schermtype Instellingen: Standaard

      [Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][Kiesschijf-/druktoetstelefoon selecteren]

    • Schermtype Instellingen: Klassiek

      [Faxeigenschappen] tabblad [Oorspr. instellingen][Sel. tel. met kiessch./dr.toets]

Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider.

Probeer opnieuw te verzenden nadat u de instellingen hebt ingesteld.

Als de fax niet opnieuw kan worden verzonden, treedt de storing mogelijk op bij de bestemming. Raadpleeg de bestemming.

Wanneer u de in-gesprekstoon hoort:

De lijn is niet beschikbaar.

Raadpleeg uw telefoonprovider.

De fax-indicator gaat knipperen tijdens het verzenden en het proces stopt niet.

Een functie van het apparaat werkt tijdelijk niet naar behoren.

Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.

De stroom in-/uitschakelen

Er wordt geen geheugentransmissie uitgevoerd, en " (E. 5) " wordt geregistreerd in het foutrapport.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    De grootte van de gegevens die werden verzonden in een Internet-fax zijn groter dan de bovenlimiet als [Maximale e-mailgrootte] is gespecificeerd.

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    De grootte van de gegevens die werden verzonden in een Internet-fax zijn groter dan de bovenlimiet als [Max. e-mailformaat] is gespecificeerd.

  • Voer de verzending uit in verschillende batches.

  • U kunt de maximumgrootte wijzigen in de volgende instellingsitems.

    • Schermtype Instellingen: Standaard

      [Instellingen][Faxeigenschappen][Verzend instellingen][Maximaal e-mailformaat]

    • Schermtype Instellingen: Klassiek

      [Gebruikerstools][Apparaateigenschappen][Faxeigenschappen] tabblad [Verzend instellingen][Max. e-mailformaat]

Bij het gebruiken van Op-de-haak of handmatig bellen, wordt “Ontvangen...” weergegeven op het scherm als een verzending niet kan worden uitgevoerd.

Het ontvangstproces is gestart omdat het originele formaat niet kan worden gedetecteerd nadat er op [Start] werd gedrukt.

Er kan geen fax worden verzonden via de LAN-FAX driver.

Gebruikersauthenticatie of een versleutelingscode voor de driver is gespecificeerd op het apparaat.

Raadpleeg de toestel- en apparaatbeheerders voor informatie over de instellingen en configureer de LAN-Fax driver overeenkomstig.

Inloggegevens opgeven in het stuurprogramma van LAN-fax

Er deed zich een fout voor op het apparaat.

De fout op het apparaat wordt niet weergegeven in de LAN-Fax driver. Controleer de status van het apparaat op het bedieningspaneel of in Web Image Monitor.

Web Image Monitor gebruiken

"Het document kan niet worden afgedrukt." of een ander bericht wordt weergegeven wanneer u het apparaat en de computer aansluit via USB 2.0 en een fax via het LAN-Fax-stuurprogramma probeert te verzenden.

Het apparaat ontwaakte net uit de slaapstand of de modus Fuseereenheid uit was actief toen u de fax verzond.

De fax kan op de juiste manier zijn verzonden, zelfs als het bericht wordt weergegeven. Controleer de verzendresultaten.

De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken

Een groepspecificatie was ingesteld voor het onderstaande, maar ontvangst was niet mogelijk:

Ontvangststation van Informatiebox, Doorzenden, Doorzenden van Speciale afzender, E-mailontvangstbericht, E-mailverzendresultaten, routing van e-mail die is ontvangen via SMTP.

Het aantal bestemmingen geregistreerd in een groep is hoger dan 500.

Controleer of het aantal bestemmingen dat in een groep is geregistreerd 500 in het adresboek overschrijdt. Als een groep een andere groep bevat (sub-groep), wordt elke bestemming in de sub-groep individueel meegeteld.

Een zwarte lijn of een voorwerp dat niet op het origineel voorkomt, verschijnt op de pagina die wordt ontvangen op de bestemming.

De ADF, de glasplaat of het scanglas is vuil.

  • Reinig ieder onderdeel.

    Het apparaat schoonmaken

  • Plaats geen origineel op het apparaat vooraleer de inkt of whiteout volledig droog is.

De achtergrond van de pagina die wordt ontvangen op de bestemming lijkt vuil of de achterkant van het origineel is zichtbaar.

De scan [Belichting] is te hoog ingesteld.

Verlaag de [Belichting] in [Verzend instellingen].

Als een document niet juist ontvangen kan worden

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Er kunnen geen documenten ontvangen of verzonden worden. (G3-lijn)

De modulaire kabel is niet juist aangesloten.

Sluit de kabel aan op de G3-lijnaansluiting linksachter op het apparaat.

Er kan geen fax worden ontvangen. (G3-lijn)

Bel het faxnummer van het apparaat vanop een andere telefoon. De oorzaak en oplossing kan afhankelijk zijn van wat u hoort op de lijn.

Als u de toon voor terugbellen hoort:

Het apparaat staat niet in de faxmodus.

Beantwoord het telefoongesprek en schakel vervolgens over op de faxmodus.

Een telefoongesprek beantwoorden op het apparaat

Wanneer het apparaat zich in een ruimte bevindt waar het niet mogelijk is om een telefoonoproep te beantwoorden, geeft u [Automatische ontvangst] op in de volgende instellingsitems.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    [Instellingen][Faxeigenschappen][Ontvangstinstellingen][Instellingen ontvangstmodus][Ontvangstmodus schakelen]

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    [Instellingen][Apparaateigenschappen][Faxeigenschappen] tabblad [Ontvangstinstellingen][Ontvangstmodus schakelen]

Als u een faxtoon hoort (lange pieptoon):

De ontvangst werd geweigerd door [Geautoriseerde ontvangst].

Controleer de instellingen in [Geautoriseerde ontvangst].

Ongewenste faxen voorkomen

Er kan geen fax worden ontvangen. (G3-lijn)

Wanneer u de in-gesprekstoon hoort:

De lijn is in gebruik of onjuist geconfigureerd voor nummerweergaveservices.

  • Controleer of niemand de telefoon gebruikt die op het apparaat is aangesloten en of de lijn niet in gebruik is.

  • Wanneer u een lijn gebruikt met nummerweergave, controleert u de instelling in de volgende instellingsitems.

    • Schermtype Instellingen: Standaard

      [Instellingen][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen]

    • Schermtype Instellingen: Klassiek

      [Instellingen][Apparaateigenschappen][Faxeigenschappen] tabblad [Oorspr. instellingen][Sel. tel. met kiessch./dr.toets]

Als de lijn bezet blijft, neemt u contact op met uw telecomdienstverlener.

Wanneer u het bericht "Het nummer dat u hebt gekozen is niet meer in gebruik..." hoort:

Er is een probleem met de telefoonlijn.

Raadpleeg uw telefoonprovider.

De fax-indicator gaat knipperen tijdens ontvangst en het proces stopt niet.

Een functie van het apparaat werkt tijdelijk niet naar behoren.

Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.

De stroom in-/uitschakelen

Bel na het opstarten van het apparaat de verzender via de telefoon en vraag om de fax opnieuw te verzenden.

Sommige documenten zijn niet ontvangen.

Als het apparaat is geconfigureerd om faxen te ontvangen in het geheugen kan een fax die uit vele pagina's bestaat of in een fijne tekstindeling is opgemaakt niet worden ontvangen omdat er onvoldoend geheugen beschikbaar is.

  • Het apparaat ontvangt inkomende faxen in het geheugen wanneer [Duplex afdrukken], meerdere pagina's op één zijde afdrukken (2 originelen combineren), of als er meerdere kopieën zijn opgegeven in [Aantal af te drukken ontvangstbestanden]. Schakel de instellingen uit.

    De afdrukmethode van het ontvangen faxdocument instellen

  • Voeg meer uitbreidingsgeheugen aan het apparaat toe.

Het ontvangen document werd niet afgedrukt.

Het apparaat is geconfigureerd voor het opslaan van ontvangen documenten in [Faxeigenschappen].

  • Druk een document af in [Faxontvangst ][Opgesl. ontv.best. contr.]. U kunt documenten ook met Web Image Monitor afdrukken.

  • U kunt het apparaat configureren om documenten niet op te slaan in [Bestandsontvangstinstellingen].

De ontvangen faxdocumenten opslaan in het apparaat

Het indicatielampje van de fax gaat aan maar het ontvangen document wordt niet afgedrukt.

Het apparaat bevindt zich in een toestand waarin afdrukken niet mogelijk is en inkomende faxen worden ontvangen in de modus Vervangende ontvangst.

  • Controleer of “Toner bijvullen.” of een ander bericht wordt weergegeven op het scherm en volg de instructies in het bericht om het probleem op te lossen. Het ontvangen document zal automatisch worden afgedrukt als afdrukken opnieuw mogelijk is.

  • U kunt de toestand wijzigen om Vervangende ontvangst uit te voeren.

Verschillende methodes voor het ontvangen van faxen

Het PDF-bestand aangehecht aan de e-mail kan niet worden afgedrukt.

Er werd een PDF-bestand van de niet ondersteunde versie aangehecht.

Het apparaat ondersteunt afdrukken van PDF-bestanden van versie 1.7 of eerder. Afhankelijk van het apparaat van de verzender of de omgeving waarin het bestand werd opgemaakt, kan het PDF-bestand mogelijk niet worden afgedrukt, zelfs als het een bestand is in een ondersteunde versie.

De afbeelding is opgedeeld of verkleind, of er zijn onverwacht marges toegevoegd.

Het faxapparaat bij de afzender kon het origineelformaat niet detecteren tijdens het verzenden van een fax.

Het faxapparaat bij de afzender kon bijvoorbeeld een origineel van B6-formaat niet detecteren en heeft het origineel verzonden als B5-formaat, drukt het apparaat het document af op papier van B5-formaat, zelfs als er papier van B6-formaat in het ontvangende apparaat is geplaatst.

Als een document niet juist kan worden afgedrukt

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Het papier wordt vuil bij het afdrukken van het ontvangen document.

De resolutie van het bestemmingsapparaat is laag, of er treedt een storing op in het apparaat.

Druk de Record af en controleer of de resolutie van het symbool in de kolom Communicatiemodus hetzelfde is als het afdrukresultaat.

De records lezen

Als de resolutie niet overeen komt met het symbool op de Record, raadpleegt u uw servicevertegenwoordiger.

Het papier verkreukeld.

Er wordt bedrukt papier gebruikt.

Plaats geen vellen die al eerder gekopieerd of bedrukt zijn door een ander apparaat.

Het papier is te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

De rand van het papier kan plooien.

Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen.

(multi-vel voeding)

De vellen papier kleven te veel aaneen.

Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade.

Er verschijnen witte vlekken of vegen in de vorm van waterdruppels op de gekopieerde afbeelding.

Het vocht in het papier is verdampt en condenseerde op het oppervlak.

De afgedrukte afbeelding lijkt verbleekt.

Het origineel dat door de verzender werd verzonden is te zwak of de scan-densiteit is te laag ingesteld.

Vraag de verzender om de scan-densiteit donkerder in te stellen en de fax opnieuw te verzenden.

Er wordt grof papier of papier met een behandeld oppervlak gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Er verschijnen witte vlekken op de pagina.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt.

Het papier werd schuin gevoed.

Controleer of de zijschotten in de voedingslade juist ingesteld zijn.

De bovenmarges van de gekopieerde afbeelding variëren.

Het geladen papier voor kopiëren is te dun of te dik.

Controleer de dikte van het papier dat op het apparaat gebruikt kan worden.

Aanbevolen papierformaten en -typen

Wanneer de papierdikte bijna gelijk is aan de minimale of maximale papierdikte, geeft u de juiste papierdikte op in de volgende procedure.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    Selecteer de papierlade in [Instellingen][Lade-/papierinstellingen][Papierformaat/Papiertype], en geef de juiste waarde voor "Papierdikte" op bij [Papiertype/-dikte].

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    Selecteer de papierlade in [Instellingen][Lade-/papierinstellingen][Papierformaat/Papiertype], en geef de juiste papierdikte op bij [Papierdikte].

Er wordt een zwart-wit patroon linksboven in het document afgedrukt.

De functie [Geruit merkteken] is ingeschakeld.

Selecteer [Uit] bij [Geruit merkteken].

Een merkteken of informatie afdrukken op de ontvangen fax

Er worden driehoeken afgedrukt bovenaan en aan de linkerzijde van het document.

De functie [Centreerteken] is ingeschakeld.

Selecteer [Uit] bij [Centreerteken].

Een merkteken of informatie afdrukken op de ontvangen fax

Wanneer het apparaat niet functioneert zoals verwacht

Situatie

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

De documenten ontvangen in Geheugen voor Verzending/Ontvangst, Vergrendeld geheugen ontvangst of Vervangende ontvangst en stand-by documenten werden verwijderd.

De voeding van het apparaat werd onderbroken gedurende meer dan een uur.

Druk het Power Off-rapport af en controleer het voor de documenten die werden verwijderd en verzend de niet verzonden documenten opnieuw of vraag de verzender om het niet afgedrukte document opnieuw te verzenden.

Power off-rapport

De documenten in het persoonlijk postvak in kunnen niet worden afgedrukt of de opgeslagen documenten kunnen niet worden verzonden of afgedrukt, zelfs niet na het invoeren van het juiste wachtwoord.

Er werd 10 keer een foutief wachtwoord ingevoerd en het document is vergrendeld.

Vraag aan de bestandsbeheerder om het document te ontgrendelen. De bestandsbeheerder kan documenten ontgrendelen.

Toegangsrechten opgeven voor documenten die zijn opgeslagen op de documentserver

[Invoeren met cijfertoetsen] of [Nieuwe bestem. program.] wordt niet weergegeven.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    U bent niet bevoegd om de items te gebruiken door de instellingen in [Instellingen uitgebreide beveiliging].

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    U bent niet bevoegd om de items te gebruiken door de instellingen in [Uitgebreide beveiliging].

Raadpleeg de gebruikersbeheerder. De gebruikersbeheerder kan de instellingen wijzigen in de volgende instellingsitems.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    [Instellingen uitgebreide beveiliging][Gebruik van bestemmingen beperken (fax)]

    [Instellingen uitgebreide beveiliging][Toevoegen van gebruikersbestemmingen beperken (fax)]

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    [Uitgebreide beveiliging][Gebruik van bestemmingen beperken (fax)]

    [Uitgebreide beveiliging][Toevoegen van gebruikersbestemmingen beperken (fax)]

Informatielekken door het verzenden naar een foute bestemming voorkomen

Het doorsturen of overdragen van een e-mail ontvangen door SMTP kan niet worden uitgevoerd.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    U bent niet bevoegd om de items te gebruiken door de instellingen in [Instellingen uitgebreide beveiliging].

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    U bent niet bevoegd om de items te gebruiken door de instellingen in [Uitgebreide beveiliging].

Raadpleeg de apparaatbeheerder. De apparaatbeheerder kan de instellingen voor gebruiksbeperkingen wijzigen in de volgende instellingsitems.

Het rapport dat is geconfigureerd om automatisch af te drukken, werd niet afgedrukt.

Afdrukken is uitgeschakeld op het tabblad [Algemene instellingen] onder [Schakeltimer uitvoermodus].

Schakel afdrukken in bij [Algemene Instellingen] onder [Schakeltimer uitvoermodus], en schakel afdrukken uit voor elke lijn in de volgende instellingsitems.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    [Instellingen][Faxeigenschappen][Ontvangstinstellingen][Instellingen ontvangstbestand]

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    [Instellingen][Apparaateigenschappen][Faxeigenschappen] tabblad [Ontvangstinstellingen][Instellingen ontvangstbestand]

Faxontvangst wijzigen op basis van tijdstip of dag van de week

Vroeger ontvangen documenten worden niet afgedrukt en verwijderd als het aantal opgeslagen documenten hoger wordt dan de bovenlimiet of als de beschikbare ruimte in het geheugen te klein wordt.

Het persoonlijk postvak in kan niet worden aangepast of verwijderd.

[Opgeslagen ontv.bestand contr.] kan niet worden gebruikt, zelfs niet na het invoeren van de gebruikerscode van de administratieve gebruiker.

De gebruikerscode is fout of de administratieve gebruiker werd gewijzigd in [Opgesl. ontv.best. gebr.code inst.].

Raadpleeg de gebruikersbeheerder. Controleer voor de gebruikersbeheerder de beheergebruiker in de volgende instellingsitems.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    [Instellingen][Faxeigenschappen][Ontvangst instellingen][Opgesl. ontv.best. gebr.code inst.]

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    [Gebruikerstools][Apparaateigenschappen][Faxeigenschappen] tabblad [Ontvangst instellingen][Opgesl. ontv.best. gebr.code inst.]

De ontvangen faxdocumenten opslaan in het apparaat

Als “Bestemm. zijn ongeldig.” wordt weergegeven, werd de gespecificeerde bestemming verwijderd uit het adresboek. Specificeer de bestemming opnieuw.