GebruikershandleidingIM 550/600 series

Gedetailleerde initiële instellingen

In dit gedeelte worden de instellingen in het menu [Gedetailleerde initiële instellingen] onder [Faxeigenschappen] beschreven.

De Instellingen gebruiken

Parameterinstelling

Instellingsitems

Beschrijving

Parameterinstelling

Configureer hier de verschillende functies op basis van de gebruiksstatus.

De parameterinstellingen wijzigen (Standaard)

Parameterinstelling: Lijst afdrukken

Selecteer deze optie om de lijst met parameterinstellingen af te drukken. Op de lijst worden alleen de vaak gebruikte functies en de functies die belangrijk lijken afgedrukt.

Code van gesloten netwerk registreren

Instellingsitems

Beschrijving

Code van gesloten netwerk registreren

Registreer de ID om te gebruiken bij het verzenden en ontvangen van gegevens op een gesloten netwerk.

Voer een viercijferige ID in met alfanumerieke tekens (0-9, A-F). U kunt "0000" en "FFFF" niet opgeven.

  • Standaardinstelling: [Niet registreren]

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

Geheugenbeveiligings-ID registreren

Instellingsitems

Beschrijving

Geheugenbeveiligings-ID registreren

Registreer een ID om in te voeren bij het afdrukken van een document dat via Ontvangst geheugenbeveiliging is ontvangen.

Voer een viercijferig nummer in met 0-9. U kunt "0000" niet opgeven.

  • Standaardinstelling: [Niet registreren]

De ID-code invoeren om een ontvangen faxdocument af te drukken

Internetfax/E-mail/Map

Instellingsitems

Beschrijving

Instelling Internetfax

E-mailinstelling

Mapinstelling

([E-mailinstelling] en [Mapinstelling] zijn alleen geldig wanneer [Fax (klassiek)] wordt gebruikt.)

Geef hier aan of internetfax moet worden gebruikt bij het verzenden van een fax.

Geef ook aan of bij het verzenden van faxen het e-mailadres of de mappen als bestemming moeten worden gebruikt.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Documenten zenden en ontvangen via internetfax

Sel. kiessch/druktoets

Instellingsitems

Beschrijving

Voor G3

Geef hier het lijntype van de telefoonlijn op. Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider. Als deze instelling niet juist is geconfigureerd, kunt u faxen ontvangen, maar deze mogelijk niet versturen.

Dit instellingsitem verschijnt niet in sommige landen of regio's.

  • Standaard: [Sel. tel. met dr.ts]

Faxinformatie registreren

Instellingsitems

Beschrijving

Faxkoptekst

Eigen naam

Eigen faxnummer

De apparaatgegevens registreren om weer te geven op het apparaat en het uitvoervel op de bestemming.

De bestemmingsnaam, de faxkoptekst en het standaardbericht afdrukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen

IP-faxinstellingen

Instellingsitems

Beschrijving

Gebruiksinstellingen IP-fax

Geef aan of H.323 en SIP moeten worden gebruikt bij het verzenden van een fax via IP-fax.

  • Standaard

    • H. 323 inschakelen: [Uit]

    • SIP inschakelen: [Uit]

H. 323 instellingen

Geef het IPv4-adres of de hostnaam van de gatekeeper en het eigen faxnr. op. Geef de instelling op wanneer u H.323 gebruikt voor het verzenden van een fax via IP-fax.

SIP instellingen

Geef het IP-adres of de hostnaam van de SIP-server en de SIP-gebruikersnaam op Geef de instelling op wanneer u SIP gebruikt om een fax via IP-Fax te verzenden.

Gateway registreren/wijzigen/verwijderen

Registreer, wijzig of verwijder een VoIP-gateway. Registreer een gateway bij het routeren van de communicatie via de VoIP-gateway zonder de gatekeeper of SIP-server bij het verzenden van een fax via IP-Fax.

Instellingen servergebruik

Geef aan of SIP-server en Gatekeeper in IP-fax moeten worden gebruikt.

  • Standaard

    • SIP-server: [Niet gebruiken]

    • Gatekeeper: [Niet gebruiken]

Documenten verzenden via IP-Fax

Landcode (voor functie-instellingen)

Instellingsitems

Beschrijving

Landcode (voor functie-instellingen)

Geef het land op waar het apparaat wordt gebruikt. De landcode die u opgeeft bepaalt de weergavenotatie van de datum en tijd en de standaardwaarden van de faxverzendinstellingen.

Beveiliging voor e-mail verzendresultaten

Instellingsitems

Beschrijving

Beveiliging voor e-mail verzendresultaten

Geef aan of een handtekening moet worden gecodeerd en aan een e-mail gekoppeld, die in de functie E-mail verzendresultaat is verzonden.

  • Standaard

    • Codering: [Uit]

    • Handtekening: [Uit]

Faxe-mailaccount

Instellingsitems

Beschrijving

Account

Geef aan of de internetfax moet worden ontvangen. Als u de fax wilt ontvangen, geeft u e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord op. Wanneer [Aan] is opgegeven voor [Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mailen][Afzendernaam automatisch opgeven
], wordt het e-mailadres dat is opgegeven in [Faxe-mailaccount] ingesteld als de afzender als u een internetfax verstuurt zonder de afzender op te geven.

  • Standaardinstelling: [Niet ontvangen]

Bestemmingslijst per lijn

Instellingsitems

Beschrijving

Bestemmingslijst per lijn

Geef aan of de regel moet worden aangegeven voor de bestemmingslijst weergegeven op het faxscherm. Geef [Uit] aan om het regelkeuzescherm weer te geven als u op [Fax] drukt om het faxscherm te openen en alleen de bestemmingen weer te geven voor de geselecteerde regel als de bestemmingslijst.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Geef aan of groepen moeten worden weergegeven die bestemmingen bevattten voor andere lijnen in [Weergavestijl groepsbestemming] wanneer [Bestemmingslijst per lijn] is ingesteld op [Aan].

  • Alleen bestemmingen met geselect. lijn

    Geeft alleen de groepen weer die de bestemmingen bevatten voor de gespecificeerde regel.

  • Inclusief bestemmingen met geselecteerde lijn

    Geeft de groepen weer die een of meer bestemmingen bevatten voor de aangegeven regel. Als u een dergelijke groep selecteert tijdens het aangegeven van en bestemming, wordt een bevestigingsscherm weergegeven met de vraag of u alleen de bestemming voor de gespecificeerde regel in de geselecteerde groep wilt specificeren of het selecteren van de groep wilt annuleren.

Verbindingscontrole G3-faxlijn

Instellingsitems

Beschrijving

Verbindingscontrole G3-faxlijn

Geef aan of er gedetecteerd moet worden of er een faxlijn is aangesloten en er een bericht weergegeven moet worden op het bedieningspaneel.

De standaardinstelling is [Uit], maar de instelling wijzigt automatisch naar [Aan] nadat u zelfs maar een keer een fax verstuurt of ontvangt. Als de instelling automatisch verandert in [Aan] en u verandert het dan weer naar [uit], verandert de instelling daarna niet automatisch naar [Aan].

  • Standaardinstelling: [Uit]

Instellingen Super G3-communicatie

Instellingsitems

Beschrijving

Instellingen Super G3-communicatie

Geef aan of de Super G3-communicatie moet worden gebruikt op elke G3-faxlijn.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Instellingen e-mailmelding

Instellingsitems

Beschrijving

Instellingen e-mailmelding

Specificeer de instellingen gerelateerd aan e-mailmeldingen.

  • Ontvangstbevestiging: Specificeer of u wilt reageren op de ontvangstbevestiging van een ontvangstdocument per e-mail.

    • De standaardinstelling is: [Verzenden]

  • Fout melden bij ontvangst van e-mail: Geef aan of u een e-mailmelding naar de afzender wilt sturen wanneer een fout optreedt bij het ontvangen van een e-mail.

    • De standaardinstelling is: [Verzenden]

  • E-mail met communicatierecords voor beheerder: Geef aan of e-mails met communicatierecords naar de beheerder moeten worden verzonden.

    • Standaardinstelling: [Niet verzenden]

Verschillende methodes voor het ontvangen van faxen

Wanneer er een fout via een rapport of e-mail wordt gemeld

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

Netwerkfout weergeven

Instellingsitems

Beschrijving

Netwerkfout weergeven

Geef aan of een waarschuwingsbericht moet worden weergegeven wanneer er sprake is van een netwerkfout.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Als er een melding verschijnt tijdens het gebruik van de faxfunctie

Bestemmingstypeprioriteit

Instellingsitems

Beschrijving

Bestemmingstypeprioriteit

Specificeer het bestemmingstype dat prioriteit heeft wanneer de bestemming van het voor overdracht opgegeven type niet in het adresboek is opgeslagen.

  • Prioriteit: Papieruitvoer

    IP-faxbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door faxbestemming, internetfaxbestemming, e-mailbestemming en mapbestemming.

  • Prioriteit: Elektronische uitvoer

    Internetfaxbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door e-mailbestemming, mapbestemming, IP-faxbestemming en faxbestemming.

  • Standaardinstelling: [Prioriteit: Elektronische uitvoer]

Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

Instellen welke actie moet worden uitgevoerd bij ontvangst van faxen van verschillende afzenders