GebruikershandleidingIM 550/600 series

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

Naast het afdrukken van ontvangen faxen vanaf het apparaat kunt u ze ook doorsturen naar een e-mailadres of een gedeelde map op uw computer (Doorsturen). Deze functie is handig wanneer u de inhoud van een ontvangen fax wilt bekijken terwijl u niet op kantoor bent, of ontvangen faxen wilt beheren in de map op uw computer.

Afbeelding van het doorsturen van een ontvangen faxdocument
  • De vereiste configuratie is als volgt:

    • Schermtype Instellingen: Standaard

      Selecteer [Aan] onder [Gedetailleerde initiële instellingen][Internetfax/E-mail/Map][E-mailinstelling] om door te sturen naar e-mailbestemmingen.

      Selecteer [Aan] onder [Gedetailleerde initiële instellingen][Internetfax/E-mail/Map][Mapinstelling] om door te sturen naar een map.

    • Schermtype Instellingen: Klassiek

      Selecteer [Aan] bij [Oorspronkelijke instellingen][E-mailinstelling] om door te zenden naar e-mailbestemmingen.

      Selecteer [Aan] bij [Oorspronkelijke instellingen][Mapinstelling] om door te zenden naar een map.

  • Een fax met Geheugenontvangst waarvoor een Geheugen-ID is vereist om hem af te drukken, kan niet worden doorgestuurd.

    De ID-code invoeren om een ontvangen faxdocument af te drukken

Opmerking

  • Om een ontvangen fax naar meer dan een bestemming te verzenden dient u de bestemmingsgroep op te geven.

  • U kunt ook een andere bestemming kiezen voor elke afzender.

  • Instellen welke actie moet worden uitgevoerd bij ontvangst van faxen van verschillende afzenders

  • Afbeeldingen in zwart-wit worden op dezelfde manier verzonden als standaard faxverzendingen.

  • Als een e-mailbericht dat vanaf dit apparaat wordt verstuurd, tekens in een andere taal bevat dan Engels, kan het bericht vervormd worden weergegeven.

  • Documenten kunnen ook naar e-mail- en mapbestemmingen worden doorgestuurd als [Uit] is geselecteerd bij [E-mailinstelling] of [Mapinstelling].

Ontvangen faxen verzenden naar een e-mailadres (Schermtype Instellingen: Standaard)

Registreer een e-mailadres in het adresboek om de ontvangen faxen af te leveren en geef het adres op als de doorstuurbestemming in [Doorzenden] onder [Faxeigenschappen].

1Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Registr.] op het adresboekscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Voer in de invoervelden die worden weergegeven op het tabblad [Naam] de gegevens van de bestemming in en selecteer een titel om de bestemming te classificeren.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Selecteer het tabblad [Bestemm.:] en druk vervolgens op [E-mailadres].

5Voer het e-mailadres waar u de fax naartoe wilt sturen in bij E-mailadres.

6Selecteer [Ja] in [Verzenden via SMTP-server].

7Druk op [OK].

8Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft geconfigureerd.

Het registreren van de doorstuurbestemming is voltooid. Ga verder om doorsturen in te schakelen en geef de doorstuurbestemming op.

9Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

10Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

11Druk op [Ontvangstinstellingen][Instellingen ontvangstbestand][Actie bij ontvangen van bestand] om het configuratiescherm weer te geven.

12Druk op [Aan] in [Doorsturen].

Afbeelding van bedieningspaneel

13Druk op [Doorsturen].

14Druk op [Ontvanger].

15Selecteer [E-mailadres] en selecteer vervolgens de doorstuurbestemming.

Afbeelding van bedieningspaneel

16Druk op [OK].

17Als u de doorgestuurde fax niet wilt afdrukken op het apparaat, kunt u op [OK] drukken om terug te keren naar het scherm [Actie bij ontvangen van bestand], en vervolgens [Uit] selecteren in [Afdrukken].

18Druk op [OK].

19Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft opgegeven.

Opmerking

  • De volgende faxfuncties zijn niet beschikbaar wanneer u een e-mailbestemming instelt:

    • Directe verzending

    • Direct kiezen

    • Handmatig kiezen

    • Gesloten netwerk

    • JBIG-verzending

    • ECM (Error Correction Mode)

    • Geheugenbestand doorzenden

Ontvangen faxen doorsturen naar een map (Schermtype Instellingen: Standaard)

Maak een gedeelde map aan op uw computer, registreer het pad ernaartoe in het adresboek van het apparaat en schakel vervolgens Doorsturen in.

Een gedeelde map aanmaken om doorgestuurde faxen in op te slaan.

Maak een gedeelde map aan op uw computer en stel de toegangsrechten van de map in om te voorkomen dat andere gebruikers de inhoud kunnen bekijken.

1Maak in Windows Explorer een map aan om te delen.

Als voorbeeld is er een map met de naam "shared_doc" aangemaakt.

2Klik met de rechtermuisknop op de gemaakte map en klik vervolgens op [Eigenschappen].

3Klik op het tabblad [Delen] op de optie [Geavanceerd delen].

Illustratie computerscherm

4Vink het selectievakje [Deze map delen] aan en klik op [Machtigingen].

Na het voltooien van de procedure verwijdert u Iedereen (niet-opgegeven gebruiker) en voegt u een gebruiker toe die toegang heeft tot de map.

5Selecteer [Iedereen] onder [Groep of gebruikersnamen] en klik op [Verwijderen].

6Klik op [Toevoegen] [Advanced] [Object Types].

7Selecteer [Gebruikers] en klik op [OK].

Illustratie computerscherm

8Klik op [Locaties], selecteer de naam van het domein of de werkgroep waartoe de gebruiker behoort, en klik vervolgens op [OK].

9Klik op [Nu vinden].

10Selecteer vanuit de zoekresultaten de gebruikersnaam van de computer die u wilt toevoegen, en klik daarna op [OK].

11Klik op [OK].

12Selecteer de toegevoegde gebruiker en vink vervolgens het selectievakje [Toestaan] onder [Machtigingen] aan.

Illustratie computerscherm

De toegangsrechten van de map zijn nu ingesteld. Klik op [OK] om alle vensters te sluiten en ga verder op het apparaat.

Het pad naar de gedeelde map registreren in het adresboek

Registreer de aangemaakte map "shared_doc" als doorstuurbestemming en controleer of u toegang heeft tot de map.

1Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Registr.] op het adresboekscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Voer de informatie van de bestemming in bij de invoervelden die worden weergegeven op het tabblad [Naam] en selecteer de titel om de bestemming te classificeren.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Selecteer het tabblad [Bestemm.:] en druk op [Map].

5Selecteer [SMB (verzenden naar gedeelde map op computer)] bij "Protocol".

6Geef het netwerkpad naar de bestemmingsmap op bij "Pad".

De padnaam handmatig invoeren

Als de naam van de computer "User1PC" is en de naam van de gedeelde map is "shared_doc", voer de gegevens dan als volgt in:

\\User1PC\shared_doc

Een map in de lijst selecteren

Voer het IP-adres in van de computer waarop u wilt zoeken naar een gedeelde map, en druk op [Bladeren door netwerk] om de bestemmingsmap te selecteren.

Afbeelding van bedieningspaneel

7Selecteer in [Mapverificatie-informatie] "Andere verificatie-informatie opgeven" en voer de naam en het wachtwoord in van de gebruiker op de computer waar de bestemmingsmap zich bevindt.

8Druk op [Verbindingstest].

Als er geen verbinding tot stand is gebracht, controleert u het bericht dat wordt weergegeven.

Als er een melding verschijnt tijdens het gebruik van de faxfunctie

De map wordt geregistreerd nadat er met succes een verbindingstest is uitgevoerd. Geef de geregistreerde map op als doorstuurbestemming in [Doorzenden] onder [Faxeigenschappen].

9Druk op [OK].

10Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

11Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

12Druk op [Ontvangstinstellingen][Instellingen ontvangstbestand][Actie bij ontvangen van bestand] om het configuratiescherm weer te geven.

13Selecteer [Aan] in [Doorsturen].

Afbeelding van bedieningspaneel

14Druk op [Doorsturen].

15Druk op [Ontvanger].

16Selecteer [Map] en selecteer vervolgens de doorstuurbestemming.

Afbeelding van bedieningspaneel

17Druk op [OK].

18Als u de doorgestuurde fax niet wilt afdrukken op het apparaat, kunt u op [OK] drukken om terug te keren naar het scherm [Actie bij ontvangen van bestand], en vervolgens [Uit] selecteren in [Afdrukken].

19Druk op [OK].

20Druk op [Ontvangstinstellingen][Instellingen mapoverdracht][Bestandsnaaminstelling bij mapoverdracht].

  • Gegevens van afzender toevoegen aan bestandsnaam

    Selecteer [Ja] om de naamen het faxnummer van de afzender in te voegen in de naam van het doorgestuurde bestand.

  • Bestandsnaam type teken beperken

    Selecteer [Ja] om te voorkomen dat er vreemde tekens in het bestand verschijnen of dat gegevens verloren gaan.

21Druk op [OK].

22Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft opgegeven.

Opmerking

  • De volgende faxfuncties zijn niet beschikbaar wanneer u een mapbestemming instelt:

    • Directe verzending

    • Direct kiezen

    • Handmatig kiezen

    • Gesloten netwerk

    • JBIG-verzending

    • ECM (Error Correction Mode)

    • Geheugenbestand doorzenden

    • Bestemmingengeschiedenis

    • Handmatig bestemmingen invoeren

Ontvangen faxen verzenden naar een e-mailadres (Schermtype Instellingen: Klassiek)

Registreer een e-mailadres in het adresboek om de ontvangen faxen af te leveren en geef het adres op als de doorstuurbestemming in [Doorzenden] onder [Faxeigenschappen].

1Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Registr.] op het adresboekscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

De items die worden weergegeven op het scherm variëren afhankelijk van de versie van RICOH Altijd Huidige Technologie die op het apparaat wordt gebruikt.

3Voer in de invoervelden die worden weergegeven op het tabblad [Naam] de gegevens van de bestemming in en selecteer een titel om de bestemming te classificeren.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Selecteer het tabblad [Bestemm.:] en druk vervolgens op [E-mailadres].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Voer het e-mailadres waar u de fax naartoe wilt sturen in bij E-mailadres.

Afbeelding van bedieningspaneel

6Selecteer [Ja] in [Verz. via SMTP-server] en druk op OK.

7Druk op [Home] (Afbeelding van bedieningspaneel) na het configureren van de instelling.

Het registreren van de doorstuurbestemming is voltooid. Ga verder om doorsturen in te schakelen en geef de doorstuurbestemming op.

8Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

9Druk op [Apparaateigenschappen] op het instellingenscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

10Druk op [Faxeigenschappen] het tabblad [Ontvangstinstellingen][Bestandsontvangstinstellingen] om het configuratiescherm weer te geven en druk vervolgens op [Doorzenden].

Afbeelding van bedieningspaneel

11Druk op [Aan] en ga naar het tabblad [E-mail].

12Selecteer de doorstuurbestemming.

Afbeelding van bedieningspaneel

13Druk op [OK].

14Als u de doorgestuurde fax niet wilt afdrukken op het apparaat, kunt u op [OK] drukken om terug te keren naar het scherm Bestandsontvangstinstellingen, en vervolgens [Uit] selecteren in [Afdrukken].

15Druk op [OK].

16Druk op [Home] (Afbeelding van bedieningspaneel) na het opgeven van de instellingen.

Opmerking

  • De volgende faxfuncties zijn niet beschikbaar wanneer u een e-mailbestemming instelt:

    • Directe verzending

    • Direct kiezen

    • Handmatig kiezen

    • Gesloten netwerk

    • JBIG-verzending

    • ECM (Error Correction Mode)

    • Geheugenbestand doorzenden

Ontvangen faxen doorsturen naar een map (Schermtype Instellingen: Klassiek)

Maak een gedeelde map aan op uw computer, registreer het pad ernaartoe in het adresboek van het apparaat en schakel vervolgens Doorsturen in.

Een gedeelde map aanmaken om doorgestuurde faxen in op te slaan.

Maak een gedeelde map aan op uw computer en stel de toegangsrechten van de map in om te voorkomen dat andere gebruikers de inhoud kunnen bekijken.

1Maak in Windows Explorer een map aan om te delen.

Als voorbeeld is er een map met de naam "shared_doc" aangemaakt.

2Klik met de rechtermuisknop op de gemaakte map en klik vervolgens op [Eigenschappen].

3Klik op het tabblad [Delen] op de optie [Geavanceerd delen].

Illustratie computerscherm

4Vink het selectievakje [Deze map delen] aan en klik op [Machtigingen].

Na het voltooien van de procedure verwijdert u Iedereen (niet-opgegeven gebruiker) en voegt u een gebruiker toe die toegang heeft tot de map.

5Selecteer [Iedereen] onder [Groep of gebruikersnamen] en klik op [Verwijderen].

6Klik op [Toevoegen] [Advanced] [Object Types].

7Selecteer [Gebruikers] en klik op [OK].

Illustratie computerscherm

8Klik op [Locaties], selecteer de naam van het domein of de werkgroep waartoe de gebruiker behoort, en klik vervolgens op [OK].

9Klik op [Nu vinden].

10Selecteer vanuit de zoekresultaten de gebruikersnaam van de computer die u wilt toevoegen, en klik daarna op [OK].

11Klik op [OK].

12Selecteer de toegevoegde gebruiker en vink vervolgens het selectievakje [Toestaan] onder [Machtigingen] aan.

Illustratie computerscherm

De toegangsrechten van de map zijn nu ingesteld. Klik op [OK] om alle vensters te sluiten en ga verder op het apparaat.

Het pad naar de gedeelde map registreren in het adresboek

Registreer de aangemaakte map "shared_doc" als doorstuurbestemming en controleer of u toegang heeft tot de map.

1Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Registr.] op het adresboekscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

De items die worden weergegeven op het scherm variëren afhankelijk van de versie van RICOH Altijd Huidige Technologie die op het apparaat wordt gebruikt.

3Voer de informatie van de bestemming in bij de invoervelden die worden weergegeven op het tabblad [Naam] en selecteer de titel om de bestemming te classificeren.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Selecteer het tabblad [Bestemm.:] en druk op [Map].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Selecteer [SMB (verzenden naar gedeelde map op computer)] bij "Protocol".

6Geef het netwerkpad naar de bestemmingsmap op bij "Pad".

Afbeelding van bedieningspaneel

De padnaam handmatig invoeren

Als de naam van de computer "User1PC" is en de naam van de gedeelde map is "shared_doc", voer de gegevens dan als volgt in:

\\User1PC\shared_doc

Een map in de lijst selecteren

Voer het IP-adres in van de computer waarop u wilt zoeken naar een gedeelde map, en druk op [Bladeren door netwerk] om de bestemmingsmap te selecteren.

Afbeelding van bedieningspaneel

7Selecteer [Andere verificatie-informatie opgeven] onder "Mapverificatie-informatie" en voer de naam en het wachtwoord in van de gebruiker op de computer waar de bestemmingsmap zich bevindt.

8Druk op [Verbindingstest].

Als er geen verbinding tot stand is gebracht, controleert u het bericht dat wordt weergegeven.

Als er een melding verschijnt tijdens het gebruik van de faxfunctie

De map wordt geregistreerd nadat er met succes een verbindingstest is uitgevoerd. Geef de geregistreerde map op als doorstuurbestemming in [Doorzenden] onder [Faxeigenschappen].

9Druk op [OK].

10Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

11Druk op [Apparaateigenschappen] op het instellingenscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

12Druk op [Faxeigenschappen] het tabblad [Ontvangstinstellingen][Bestandsontvangstinstellingen] om het configuratiescherm weer te geven en druk vervolgens op [Doorzenden].

Afbeelding van bedieningspaneel

13Druk op [Aan] en ga naar het tabblad [Map].

14Selecteer de doorstuurbestemming.

Afbeelding van bedieningspaneel

15Druk op [OK].

16Als u de doorgestuurde fax niet wilt afdrukken op het apparaat, kunt u op [OK] drukken om terug te keren naar het scherm Bestandsontvangstinstellingen, en vervolgens [Uit] selecteren in [Afdrukken].

17Druk op [OK].

18Om de naam van de afzender en het faxnummer te gebruiken in de naam van het doorgestuurde bestand, kunt u de parameters instellen op het tabblad [Oorspronkelijke instellingen][Parameterinstelling].

Selecteer bitnummer [4] onder switchnummer [37] en wijzig de huidige waarde naar "1".

De parameterinstellingen wijzigen

  • Selecteer bitnummer [5] onder switchnummer [37] en wijzig de huidige waarde naar "1" om te voorkomen dat er onleesbare tekens verschijnen in de bestandsnaam of dat er gegevens verloren raken.

19Druk op [OK].

20Druk op [Home] (Afbeelding van bedieningspaneel) na het opgeven van de instellingen.

Opmerking

  • De volgende faxfuncties zijn niet beschikbaar wanneer u een mapbestemming instelt:

    • Directe verzending

    • Direct kiezen

    • Handmatig kiezen

    • Gesloten netwerk

    • JBIG-verzending

    • ECM (Error Correction Mode)

    • Geheugenbestand doorzenden

    • Bestemmingengeschiedenis

    • Handmatig bestemmingen invoeren