Als het afdrukresultaat niet is zoals verwacht

Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (
) na het sluiten van [Instellingen].
Als de afgedrukte afbeelding niet wordt weergegeven zoals verwacht
Voorwaarde | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
De gekopieerde afbeeldingen bevatten vlekken. De achtergrondkleuren zijn vuil. |
| Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Mogelijk is de inkt droog of zitten de spuitkoppen van de printerkoppen verstopt waardoor de inktafgifte niet effectief is. | Als het apparaat langere tijd niet is gebruikt, drukt u het controlepatroon voor de spuitkopjes af om te kijken of een een spuitkopje misschien verstopt is. Maak in dat geval de printkoppen schoon. | |
Inkt op afgedrukte gebieden is niet droog. |
| |
De gekopieerde afbeeldingen bevatten vlekken. De achtergrondkleuren zijn vuil. |
| Stel de modus Afscheuren van papier voorkomen in. |
[Inkt besparen] is opgegeven in het printerstuurprogramma. | Schakel [Inkt besparen] uit in het printerstuurprogramma. | |
Er wordt grof papier of papier met een behandeld oppervlak gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. | |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier is te dik of is gekruld. | Stel de modus Afscheuren van papier voorkomen in. | |
Afgedrukte afbeelding is vervaagd of bevat dubbele lijnen. | De printkoppen zijn niet goed uitgelijnd. | Pas de positie van de printkoppen aan. Als ze daarna nog steeds niet goed zijn uitgelijnd, drukt u het controlepatroon voor de spuitkopjes af om te kijken of een een spuitkopje misschien verstopt is. Maak in dat geval de printkoppen schoon. |
De afbeelding is te donker of te licht. Afbeelding is vies of heeft afloop. | De houdbaarheidsdatum van de printcartridge is verstreken. | Open een nieuwe printcartridge waarvan de houdbaarheidsdatum nog niet is verstreken. |
Afhankelijk van het type papier, de af te drukken afbeeldingen of de afdrukkwaliteit, kan de printkop licht het papier raken, met als gevolg dat de inkt gaat uitlopen. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. | |
Als u niet-aanbevolen cartridges en navulinkt gebruikt, kan de afdrukkwaliteit lager zijn en kunnen er andere problemen ontstaan. | Gebruik alleen cartridges van de leverancier zelf. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. | |
Tekens en kleuren zijn anders dan op het scherm. | Mogelijk is de inkt droog of zitten de spuitkoppen van de printerkoppen verstopt waardoor de inktafgifte niet effectief is. | Als het apparaat langere tijd niet is gebruikt, drukt u het controlepatroon voor de spuitkopjes af om te kijken of een een spuitkopje misschien verstopt is. Maak in dat geval de printkoppen schoon. |
Horizontale gekleurde lijnen, witte lijnen of vegen op de gekopieerde afbeelding. | De papierinvoer is niet afgesteld. Een andere optie is dat de afstelling onvoldoende is. | Pas de papierinvoer aan volgens de papierinvoerlocatie. Druk het testvel af en pas vervolgens de papierinvoer aan. |
Het kan zijn dat een spuitkopje niet goed werkt. | Druk het controlepatroon voor de spuitkopjes af om te controleren of een spuitkopje niet goed werkt en reinig in dat geval de printkoppen. | |
De achterkant van het papier wordt vuil. | De interne onderdelen van het apparaat zijn vies. | Reinig de papieruitvoerlocatie en de plaat. |
Het papier wordt bij het afdrukken vuil. | De dikte van het papier is niet correct opgegeven. |
|
Er staan witte vlekken of vegen in de vorm van waterdruppels op de gekopieerde afbeelding. | Het vocht in het papier is verdampt en condenseerde op het oppervlak. |
|
Er verschijnen witte stippen of lege plekken in de afbeelding. | Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. |
Kleuren worden niet afgedrukt zoals gevraagd. | De functie afbeeldingsverwerking van het apparaat werd gebruikt voor het afdrukken in Windows. | Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. |
Een document in kleur wordt in zwart en wit afgedrukt. | Afdrukken in kleur is niet geconfigureerd in de printerdriver. |
|
De afgedrukte foto is korrelig. | De afbeeldingsresolutie werd verkleind door de toepassing tijdens het afdrukken. |
|
Volle of gestippelde lijnen worden vaag weergegeven. | Er is geen geschikt ditheringpatroon gespecificeerd in de printerdriver. |
|
Dunne lijnen worden niet afgedrukt of worden afgedrukt als onderbroken, onregelmatige lijnen. | Hairline is gespecificeerd op het document. |
|
Een ononderbroken lijn wordt afgedrukt als een lijn met schuine strepen of lijkt wazig. | Een ononderbroken lijn wordt afgedrukt als een stippellijn of is vervaagd, afhankelijk van de kleurdichtheid van de lijn. Dit probleem komt vaak voor wanneer [Afdrukkwaliteit] is ingesteld op [Prioriteit: Snelheid] of [Prioriteit: Snelheid (Tekening)] in [Koppositie automatisch aanpassen] of [Koppositie handmatig aanpassen]. |
|
Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt. | Het papier werd schuin gevoed. | Plaats het papier op correcte wijze. |
Afgedrukte afbeeldingen verschuiven naar links of rechts. | De papierrol is niet goed ingesteld. | Bevestig de papierrol op de juiste wijze, controleer of deze recht zit en niet los zit. |
Het papier is niet goed in de handinvoerlocatie geplaatst. | Zorg ervoor dat de rechterhoek van het papier overeenkomt met de papierinstellingspositie in de handinvoerlocatie. | |
De bovenmarges van de gekopieerde afbeelding variëren. | Het geladen papier voor kopiëren is te dun of te dik. | Controleer de dikte van het papier dat op het apparaat gebruikt kan worden. Aanbevolen papierformaten en -typen Als de papierdikte bijna gelijk is aan de minimale of maximale papierdikte, geeft u "Papiertype/-dikte" overeenkomstig op in [Instellingen] |
Een afbeelding werd gedeeltelijk afgedrukt of er wordt een extra pagina afgedrukt. | Er werd een papierformaat kleiner dan de afbeelding gespecificeerd in de printerdriver. | Controleer of het papierformaat dat is opgegeven in [Afdrukken op] in het printerstuurprogramma overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het document. Als papier van hetzelfde formaat niet beschikbaar is, verklein of vergroot dan de grootte van de afbeelding. Schaal van gegevens aanpassen aan het opgegeven papierformaat |
De lay-out van de pagina is fout uitgelijnd of het laatste teken op de pagina wordt afgedrukt op de volgende pagina. | Het afdrukgebied dat is gespecificeerd op het document is groter dan het maximale afdrukbare gebied van het apparaat. |
|
Sommige tekens zoals een door de gebruiker gedefinieerd teken worden niet juist afgedrukt. (tekstvervorming) | De functie afbeeldingsverwerking van het apparaat werd gebruikt voor het afdrukken in Windows. | Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. |
Tekens worden niet juist afgedrukt als een PDF-bestand wordt afgedrukt van een SD-kaart of USB-flashgeheugen. (vervormde tekst) | Het lettertype is niet opgenomen in het PDF-bestand. | Neem het lettertype op in het PDF-bestand. |
Als papier niet kan worden gevoed of uitgeworpen zoals gespecificeerd
Voorwaarde | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Een document wordt afgedrukt op papier met een ander formaat of type dan is gespecificeerd in de printerdriver. | De papierinvoerlocatie met het papier dat is opgeven in het printerstuurprogramma is niet beschikbaar of er is geen papier geladen in de papierinvoerlocatie terwijl [Automatisch doorgaan] is opgegeven. |
|
Het papier verkreukeld. | Het papier is te dun. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. |
| |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De rand van het papier kan plooien. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
Het papier is te dik of is gekruld. | Stel de modus Afscheuren van papier voorkomen in. | |
Papier zit vast tijdens afdrukken. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
Wanneer u afdrukt met de handinvoerlocatie, zijn het papierformaat en -type niet correct opgegeven in het printerstuurprogramma. | Controleer of het papierformaat en -type correct zijn opgegeven. |
Andere problemen
Voorwaarde | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het duurt een tijdje na het opdracht geven aan het apparaat om een document af te drukken tot het apparaat begint met het afdrukken van de eerste pagina. | Het apparaat stond in de slaapmodus en het duurt lang om te ontwaken uit die modus. |
|
Het duurt lang om een pagina af te drukken. | Het af te drukken document bevat veel foto's of afbeeldingen en het duurt lang om het document te verwerken op de computer. |
|
Het duurt lang om een pagina af te drukken. (Draadloze LAN-verbinding) | De ontvangst is zwak. | Verplaats het apparaat of verwijder voorwerpen tussen het apparaat en de computer en controleer of de situatie verbetert. |
Andere wifi-toestellen storen het apparaat. | Zet de andere wifi-apparaten uit en controleer of de situatie verbetert. | |
Een ander toestel dat radiogolven gebruikt op dezelfde frequentie, zoals een microgolfoven of draadloze telefoon, stoort het apparaat. | Zet zulke toestellen uit en controleer of de situatie verbetert. | |
Afbeeldingen worden afgedrukt in de verkeerde richting. | De invoerrichting die u heeft geselecteerd en de invoerrichting die is geselecteerd in de instellingen van het printerstuurprogramma zijn mogelijk niet identiek. | Stel de invoerrichting in het apparaat en die in het printerstuurprogramma op elkaar af. Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de Help-functie. |
De positie van de afbeelding verschilt van het display. | De printkoppen zijn niet goed uitgelijnd. | Pas de positie van de printkoppen aan. Als ze daarna nog steeds niet goed zijn uitgelijnd, drukt u het controlepatroon voor de spuitkopjes af om te kijken of een een spuitkopje misschien verstopt is. Maak in dat geval de printkoppen schoon. |
De papierinvoer is niet afgesteld. Een andere optie is dat de afstelling onvoldoende is. | Pas de papierinvoer aan volgens de papierinvoerlocatie. Druk het testvel af en pas vervolgens de papierinvoer aan. | |
De modus Afscheuren van papier voorkomen is ingesteld. | Annuleer de modus Afscheuren van papier voorkomen. | |
De opgeschorte afdruk wordt herstart vanuit het midden. | [I/O Timeout ] is opgegeven als kort. | Geef een lagere [Invoer-/uitvoertime-out] op bij [Gebruikerstools] |
Een optie aangesloten op het apparaat wordt niet juist erkend. | Bo-directionele communicatie is niet ingeschakeld in de Windows-printerdriver bij het aansluiten via USB in Windows. | Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram op het scherm [Apparaten en printers] en geef de printereigenschappen weer. Schakel het selectievakje [Bi-directionele ondersteuning inschakelen] in op het tabblad [Poorten]. De optieconfiguratie van het apparaat is niet toegepast in het printerstuurprogramma |
Opties worden niet geconfigureerd wanneer u verbinding maakt via USB onder macOS. | Opties worden niet automatisch herkend wanneer het apparaat wordt aangesloten via USB onder macOS. Selecteer de optie die op het apparaat is aangesloten in [Systeemvoorkeuren...] | |
Gecombineerd of Automatisch vergroten kan niet worden uitgevoerd zoals gespecificeerd, | De originele richting en formaatinstellingen die werden gespecificeerd in de printerdriver stemmen niet overeen met de instellingen in het document. | Controleer of de instellingen voor oorspronkelijke richting en formaat overeenstemmen. |
Het afgedrukte papier is helemaal blanco. | Er is een probleem met het printerstuurprogramma, de toepassing of de gegevens. | Druk een testpagina af. Klik met de rechtermuisknop in het scherm [Apparaten en printers] op het apparaatpictogram en klik vervolgens op [Printereigenschappen] Als de testpagina blanco is, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw. Blijft het probleem aanhouden, raadpleeg dan uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Als de testpagina niet normaal wordt afgedrukt, is er mogelijk een probleem met de toepassing of de gegevens. Raadpleeg de provider van de toepassing of de gegevens. |
U kunt instellingen niet in de printer wijzigingen. | U heeft geen toestemming om de instellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen. | Raadpleeg uw computerbeheerder. |
Instellingen als het papierformaat worden niet weergegeven in het macOS-printerstuurprogramma. | Er is een fout in de instelling [Soort] in het printerstuurprogramma. | Klik op [Systeemvoorkeuren...] Als [Generieke PostScript-printer] wordt weergegeven of de naam van het printerstuurprogramma anders is dan die van het apparaat, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw. |
