Originelen plaatsen op de originelentafel.

Leg één origineel tegelijk in de invoer voor originelen.
Wanneer u een origineel invoert, duwt u licht tegen de rollers. Als u te hard duwt, kan het origineel vastlopen.
Zodra een origineel wordt ingevoerd, mag u er niet meer tegen duwen of aan trekken. Hierdoor kan het origineel namelijk beschadigd raken.
Als de voor- of achterzijde van het origineel erg is gekruld, strijkt u het vóór het scannen glad met beide handen. Als het origineel zonder meer wordt ingevoerd, kan het worden beschadigd.
Als er wordt afgedrukt op papier waarbij de inkt lang nodig heeft om te drogen, zoals kalkpapier (perkament), wacht u tot een taak is voltooid voordat u het volgende origineel plaatst. Als u het volgende origineel plaatst terwijl er wordt afgedrukt, raakt het origineel mogelijk de afdruk en komt er inkt op het origineel.
Zorg ervoor dat u uitsluitend originelen op de originelentafel legt.
Voer het origineel alleen in nadat het apparaat klaar is.

Plaats originelen pas nadat eventuele correctievloeistof of inkt volledig is opgedroogd. Als u dat niet doet, wordt de glasplaat vies met als gevolg dat de afdrukken ook vlekken en dergelijke kunnen bevatten.
Druk op [Contr. status] en controleer of de kopieer- of scannerfunctie klaar is voor gebruik.
Druk op het Home-scherm op [Kopiëren] of [Scanner].
Stel de origineelgeleiders in op het originele formaat.
Stel de origineelgeleiders zo af dat ze op dezelfde afstand staan vanaf het midden van de invoer voor originelen.
Zorg ervoor dat de origineelgeleiders het origineel net raken. Oefen geen overmatige druk uit op de origineelgeleiders.

Pak het origineel met beide handen vast en leg het met de te scannen zijde naar beneden tussen de origineelgeleiders.
Duw het origineel voorzichtig tegen de invoerrollers.
Ondersteun het origineel met uw handen totdat het volledig is ingevoerd.


Probeer het origineel, nadat het origineel is ingevoerd, niet meer te sturen.
Als u lange of dikke originelen invoert, gebruikt u beide handen om het origineel te ondersteunen totdat het voor de helft is gescand. U voorkomt zo dat de invoer wordt onderbroken.
Gebruik de opvangbak bij het plaatsen van gerolde originelen. Voor meer informatie, zie Originelen op rol plaatsen.
U kunt de vertraging voor het invoeren van originelen wijzigen als originelen herhaaldelijk schuin worden ingevoerd of als dit nodig is voor het type origineel dat u gebruikt.
De invoer van originelen stoppen
Als de originelen schuin worden ingevoerd of als een papierstoring optreedt, drukt u op [Stop met scannen]-knop om de invoer te stoppen.


Wanneer u op de toets [Stop met scannen] drukt, wordt de invoer van het origineel direct gestopt, wat een papierstoring tot gevolg kan hebben. Zie hieronder wat u dan moet doen.
Originelen op rol plaatsen
Wanneer u gerolde originelen plaatst, kunt u de opvangbak gebruiken.
Controleer of de opvangbak zich in de basismodus bevindt.

Stel de origineelgeleiders in op het originele formaat.
Plaats de achterzijde van het gerolde origineel in de opvangbak.
Trek de voorste invoerzijde van het origineel tot de rand van de invoer voor originelen met de te scannen zijde naar beneden.
Schuif het origineel met beide handen voorzichtig tussen de origineelgeleiders.


Als u lange originelen invoert, gebruikt u beide handen om het origineel te ondersteunen totdat het voor de helft is gescand. U voorkomt zo dat de invoer wordt onderbroken.
Oefen geen buitensporige kracht uit op het doek van de opvangbak.
Zie De opvangbak instellen voor meer informatie over het gebruik van de opvangbak.