Gekopieerde pagina's inbinden
U kunt verschillende boekbindingsfuncties gebruiken om gekopieerde vellen papier af te werken als een boekje.
Combineer de functies aan de hand van de afwerkstijl en het aantal pagina's.

U moet de optionele eenheid op het apparaat aansluiten, overeenkomstig de functie.
Inbindtype
Boekje
Kopieer vier eenzijdige originelen of twee dubbelzijdige originelen op één vel papier en vouw dit in tweeën. Vouw het papier in tweeën, vel per vel, en stapel het gevouwen papier zoals hieronder wordt weergegeven. Het papier wordt ingebonden in de volgorde van de pagina's.

Het boekje afwerken door het gestapelde papier in te binden met een pasta of met een inbindstrook. Deze functie wordt aanbevolen wanneer er geen finisher voor het boekje is geïnstalleerd of wanneer u een groot aantal pagina's inbindt.
Tijdschrift
Kopieer verschillende eenzijdige originelen of tweezijdige originelen op één vel papier. Stapel alle vellen papier en vouw deze in tweeën, zoals hieronder wordt getoond. Het papier wordt ingebonden in de volgorde van de pagina's.

Niet het midden van het papier om het Tijdschrift af te werken. Deze functie wordt aanbevolen wanneer er een finisher voor het boekje is geïnstalleerd.
Boekje en Combineren/Tijdschrift en Combineren
Wanneer u de functie voor boekjes of tijdschriften tegelijkertijd gebruikt met de functie Combineren, kunt u meerdere vellen van een origineel op één vel papier kopiëren.

Kopie van boekje
Een gebonden boek kopiëren in het formaat van een Boekje of Tijdschrift.

Voor-/achterblad
Voegt Voorblad en Achterblad toe aan het afgedrukt materiaal. Papier voor het voor-/achterblad wordt geleverd door een andere lade dan het normale papier. U kunt papier van een andere kwaliteit gebruiken voor het voor-/achterblad.

Wanneer u een voorblad invoegt, kunt u de tekst niet kopiëren op het papier in de Handinvoer.
De volgende typen van voorbladen zijn beschikbaar:
Voorblad
Voegt een pagina voor het voorblad in vóór de eerste pagina. U kunt de pagina voor het voorblad ook kopiëren.

Achterblad
Voegt een pagina voor het voorblad toe na de laatste pagina. U kunt de pagina voor het voorblad ook kopiëren.

Functies die handig zijn voor inbinden
Marge
Kopieer een origineel met een marge die is toegevoegd aan één rand van het papier.
Gebruik deze functie samen met nieten of inbinden om de uitvoervellen in te binden in een eenvoudig te lezen boekje.

Halve vouw (In het mid. vouwen)
Vouw het gekopieerde papier in tweeën om het af te werken als folder.
Wanneer dit wordt gecombineerd met de functie voor inbinden of nieten in het midden, kunt u de uitvoervellen inbinden als boekje met tegenover elkaar liggende pagina's.
Als u het gekopieerde papier in tweeën vouwt, is de finisher voor het boekje of de multivouweenheid vereist.
Voor meer informatie over het formaat en het gewicht van het papier en het aantal vellen dat u in tweeën kunt vouwen, zie de volgende sectie:
U kunt de volgende papiertypen niet in tweeën vouwen:
Briefpapier
Geperforeerd
Voorgedrukt*1
Bankpostpapier*2
Karton
Transparanten
Tabbladen
Kalkpapier
Etikettenpapier
Gerecycled papier
*1 Alleen voor multivouweenheid FD4020
*2 Alleen voor Booklet Finisher SR4160
Kopiëren om een boekje of tijdschrift te maken
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [Boek] op het scherm Kopie.

Als de toets niet wordt weergegeven, selecteert u deze in [Reeks/Boek].
Selecteer het origineeltype en inbindtype, en ga verder naar het volgende scherm.

Selecteer de papierrichting, geef op hoeveel pagina's er op één pagina mogen worden gecombineerd en druk vervolgens op [OK].

Druk op [Papier selecteren] op het scherm Kopie om het kopieerpapier te selecteren.

De kopieerverhouding wordt automatisch ingesteld tussen een bereik van 25 tot 400%, afhankelijk van het formaat van het origineel en het papier.
Wanneer u Automatisch papier selecteren selecteert, wordt het papier geselecteerd aan de hand van het formaat van het origineel en het gecombineerde aantal pagina's.
Halve vouw (Vouw in het midden) of Nieten opgeven.
U kunt het papier niet vouwen of nieten door alleen op te geven dat u wilt inbinden. Halve vouw (In het midden vouwen) of Nieten opgeven, afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid.
Als u Halve vouw (In het midden vouwen) wilt opgeven, raadpleegt u de volgende gedeelten:
Wanneer u [Tijdschrift] selecteert, geeft u [Midden] op onder Nieten, en vervolgens niet u het papier in het midden.
Plaats het origineel.
Druk op [Starten].
Wanneer u Tijdschrift of Nieten opgeeft en de originelen op de glasplaat legt, drukt u op [Scan. volt.] nadat alle originelen zijn gescand.
Kopiëren met een inbindingsmarge
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [Marge-aanpassing] op het scherm Kopie.

Als u de toets niet kunt vinden, selecteer deze dan in [Bewerken/Stempel].
Geef de breedte van de inbindingsmarges op voor de voor- en achterkanten, en druk vervolgens op [OK].

Geef nieten en inbinden op voor een afwerking als een boekje.
Plaats het origineel.
Druk op [Starten].
Wanneer u Tijdschrift of Nieten opgeeft en de originelen op de glasplaat legt, drukt u op [Scan. volt.] nadat alle originelen zijn gescand.

U kunt de standaardwaarde van de marge van de voor- en achterkanten wijzigen door de marge onder [Bewerken/Stempelen] op te geven.
De scanpositie verplaatsen tijdens het kopiëren

Punt vanaf waar het apparaat begint te scannen.
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [Scanpositie] op het scherm Kopiëren.

Als de toets niet wordt weergegeven, selecteert u deze in [Bewerk./Stempel].
Geef de scanpositie op voor de voor- en achterkant van het origineel en druk vervolgens op [OK].

U kunt de scanpositie verplaatsen tot maximaal 30 mm (1,2 inch) in stappen van 1 mm (0,1 inch) naar boven, beneden, links en rechts.
De scanpositie voor de achterkant van het origineel is alleen geldig wanneer u dubbelzijdige originelen kopieert.
Plaats het origineel.
Druk op [Starten].

Druk op [
] en [
] om de boven- en ondermarge in te stellen. Druk op [
] en [
] om de linker- en rechtermarge in te stellen.Indien u enkelzijdige originelen kopieert en duplexafdrukken ingeschakeld is, dan zullen oneven pagina's afgedrukt worden met de scanpositie die opgegeven is voor de voorbladen van de originelen. De even pagina's zullen afgedrukt worden met de scanpositie die is opgegeven voor de achterbladen van de originelen.
Het gekopieerde papier in tweeën vouwen
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [In het mid. vouwen] op het scherm Kopie.

Als de toets niet wordt weergegeven, selecteert u deze bij [Afwerken].
Voor meer informatie over het in tweeën vouwen van het gekopieerde papier met de multivouweenheid door op [Vouwen] te drukken, zie de sectie hieronder:
Selecteer de afdrukzijde en druk vervolgens op [OK].

Wanneer de Booklet Finisher SR4160 op het apparaat is aangesloten, kunt u opgeven of u de multivelvouwfunctie wilt gebruiken. Wanneer u de multivelvouwfunctie opgeeft, kan de functie Gemengde formaten niet worden gebruikt.
Wanneer u [In het mid. vouwen] en [Boek] opgeeft, wordt het origineel op beide kanten van het papier gekopieerd, afhankelijk van de instellingen voor Boekje, ongeacht de instelling van de afdrukkant voor In het midden vouwen.
Geef nieten en inbinden op voor een afwerking als een boekje.
Plaats het origineel.
Druk op [Starten].
Wanneer u Tijdschrift of Nieten opgeeft en de originelen op de glasplaat legt, drukt u op [Scan. volt.] nadat alle originelen zijn gescand.
Het apparaat voert de gekopieerde vellen automatisch uit voor elk maximaal aantal vouwen.
Kopiëren en Binden in Kopie van boekje
Selecteer het type opening van het origineel en het type binding bij afwerking en configureer het voorblad.
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [Kopie van boekje] op het scherm Kopiëren.

Als de toets niet wordt weergegeven, selecteert u deze in [Reeks/Boek].
Selecteer de Afdrukrichting en het Type binding van het origineel en ga naar het volgende scherm.

Selecteer of het voorblad gekopieerd moet worden en druk op [OK].

Druk op [Kopie van boekjeNaar volg.].

Scan het voor-/achterblad of de tekst op de Glasplaat door de instructies op het scherm te volgen.
Druk na het scannen van het origineel op [Scan. volt.].
Kopiëren met voor-/achterblad
Geef de papierlade voor het voeden van het voor-/achterblad op en geef het type van voor-/achterblad op.
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Lade-/papierinstellingen].

Press [Algemene instellingen/Overige]
[Voorbladlade] of [Achterbladlade] en geef de lade voor het voeden van de voor-/achterbladen op.

U kunt het papier voor het voor-/achterblad gebruiken van hetzelfde formaat en in dezelfde richting gebruiken als het papier voor de tekst.
Druk op [OK].
Druk op [Home] (
) nadat u de instellingen heeft opgegeven.
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [Voor-/achterblad] op het scherm Kopiëren.

Als u de toets niet kunt vinden, selecteert u het item in [Afwerking].
Selecteer het type van het voor-/achterblad dat moet worden ingevoegd en geef op om het voor-/achterblad al dan niet te kopiëren.

Druk op [OK].
Plaats het origineel.
Druk op [Starten].

Als u het voor-/achterblad niet kopieert, dan wordt het voor-/achterblad niet meegeteld bij het aantal kopieën.
Als u kopieert op de achterzijde van het voor-/achterblad in 2-zijdige kopieermodus, stel dit dan in overeenkomstig de instellingen van het apparaat.
Als [Lade-/papierinstellingen]
[Algemene instellingen/Overige]
[Voorbladlade] of [Achterbladlade]
[Weergavetijd] is ingesteld op [Bij selectie van modus], stel [Voor-/achterbladlade]
[Dubbelzijdig toepassen ] dan in op [Ja].Als [Lade-/papierinstellingen]
[Algemene instellingen/Overige]
[Voorbladlade] of [Achterbladlade]
[Weergavetijd] is ingesteld op [Altijd], vinkt u het vakje [Dubbelzijdig toepassen] van de lade die de voor-/achterbladen moet voeden aan in [Papierformaat/Papiertype].