Netwerkbeveiligingsniveaus opgeven
Met deze instelling kunt u de beveiligingsniveaus zodanig wijzigen dat onbevoegde toegang wordt beperkt. U kunt netwerkbeveiligingsniveaus configureren via het bedieningspaneel of Web Image Monitor op computers binnen het netwerk. (Web Image Monitor is een beheertool die op dit apparaat is geïnstalleerd om het te controleren of instellingen voor dit apparaat te configureren met behulp van een internetbrowser.) Let op dat de protocollen verschillen die kunnen worden ingesteld.
![]()
Met sommige hulpprogramma's is het mogelijk dat communicatie of inloggen niet lukt vanwege het netwerkbeveiligingsniveau.
Beveiligingsniveau | Beschrijving |
|---|---|
[Niveau 0] | Selecteer [Niveau 0] om alle mogelijkheden te gebruiken. Gebruik deze instelling als u geen gegevens heeft die moeten worden beschermd tegen bedreigingen van buitenaf. |
[Niveau 1] | Selecteer [Niveau 1] voor een middelmatige beveiliging om belangrijke informatie te beschermen. Gebruik deze instelling wanneer het apparaat is verbonden met uw lokale bedrijfsnetwerk (LAN). |
[FIPS140] | Dit biedt een beveiligingsniveau tussen [Niveau 1] en [Niveau 2]. U kunt alleen codes gebruiken die worden aanbevolen door de Amerikaanse regering als coderings/verificatiealgoritme. Alle instellingen op algoritme na, zijn dezelfde als [Niveau 2]. |
[Niveau 2] | Selecteer [Niveau 2] voor maximale beveiliging, om vertrouwelijke informatie te beschermen. Gebruik deze instelling als het noodzakelijk is vertrouwelijke informatie te beschermen tegen bedreigingen van buitenaf. |
[Aangepast] | Voor configuraties anders dan de niveaus hierboven. Configureer deze met behulp van Web Image Monitor. |
Netwerkbeveiligingsniveaus opgeven via het bedieningspaneel
Log in als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel.
Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerderstoepass.].
Druk driemaal op[
Volg.].
Druk op [Niveau netwerkbeveiliging].

Selecteer het gewenste netwerkbeveiligingsniveau.

Selecteer [Niveau 0], [Niveau 1], [Niveau 2] of [FIPS140].
Druk op [OK].
Log uit.
Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.
Netwerkbeveiligingsniveaus opgeven via een internetbrowser
Open een internetbrowser via een computer binnen het netwerk en log vervolgens in bij Web Image Monitor als netwerkbeheerder.
Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.
Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].
Klik op [Netwerkbeveiliging] onder "Beveiliging".
Selecteer het netwerkbeveiligingsniveau in "Beveiligingsniveau".
Klik op [OK].
“Bijwerken...” verschijnt. Wacht 1 of 2 minuten en klik vervolgens op [OK].
Als het vorige scherm niet wordt weergegeven nadat u op [OK] heeft geklikt, wacht u even en vernieuwt u vervolgens de internetbrowser.
Log uit.
Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.
Verwante onderwerpen