GebruikershandleidingIM 350/430 series

LAN-fax gebruiken

U kunt een document verzenden dat met een Windows-toepassing is gemaakt vanaf een computer die is aangesloten op het apparaat naar een ander faxapparaat.

Sluit computers aan op het apparaat via een parallelle poort, LAN, draadloos LAN of USB 2.0.

  • Om een fax te verzenden, selecteert u [Afdrukken...] in een Windows-toepassing, selecteert u LAN-fax als printer en geeft u vervolgens een bestemming op. Met LAN-fax kunt u papierloos faxen vanaf uw computer naar andere bestemmingen.

  • Behalve het verzenden van faxberichten, kunt u met het LAN-faxstuurprogramma dit apparaat ook gebruiken om ter controle documenten af te drukken die op een computer zijn gemaakt.

  • Als u het LAN-faxstuurprogramma wilt gebruiken, verbindt u dit apparaat met computers en voert u de gewenste netwerkinstellingen uit. Vervolgens installeert u het LAN-faxstuurprogramma en de bijbehorende hulpprogramma's op uw computer.

Illustratie van het verzenden van faxdocumenten vanaf computers

Belangrijk

  • Fouten die optreden wanneer het apparaat als LAN-fax wordt gebruikt, worden niet op de computer weergegeven. Controleer op fouten met behulp van een webbrowser op een computer binnen het netwerk. (Gebruik Web Image Monitor, dat op het apparaat is geïnstalleerd.) Zie de Help-functie van Web Image Monitor.

Als u toegang wilt krijgen tot het apparaat via een webbrowser op een computer binnen het netwerk, moet u zich in hetzelfde netwerk bevinden als het apparaat. Als u dit niet doet, wordt de internetbrowser mogelijk niet geopend en kan er een fout optreden.

Voordat u LAN-fax gebruikt

Als u LAN-faxvoorzieningen wilt kunnen gebruiken, moet een LAN-faxstuurprogramma op uw computer te zijn geïnstalleerd.

Voor meer informatie over het installeren van het LAN-faxstuurprogramma, leest u de Installatiehandleiding Stuurprogramma.

U dient ook in overeenstemming met het soort verbinding de vereiste instellingen voor computer-naar-faxnetwerk op het apparaat uit te voeren. Voor meer informatie over de nodige instellingen raadpleegt u "Noodzakelijke instellingen voor elke functie", Setup.