Als het afdrukresultaat niet is zoals verwacht
![]()
Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (
) na het sluiten van [Instellingen].
Als de afgedrukte afbeelding niet wordt weergegeven zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Er verschijnen witte lijnen op de afgedrukte afbeelding. | Het stofbestendige glas is vuil. | Maak het stofbestendige glas schoon. |
Er verschijnen witten banden op een doorzichtige film. | Er kwam papierpoeder van het papier dat op de doorzichtige film blijft kleven. | Veeg de voor- en achterkant van de doorzichtige film af met een droog doek. |
Er staan witte vlekken of vegen in de vorm van waterdruppels op de gekopieerde afbeelding. | Het vocht in het papier is verdampt en condenseerde op het oppervlak. |
|
Er staan horizontale lijnen op de gekopieerde afbeelding. | Het apparaat heeft een harde klap gehad. |
|
Er staan inktvegen op de afgedrukte vellen. | Het papier is omgekruld of gevouwen. | Strijk het papier glad voor het plaatsen. |
Wanneer u een vel verwijdert dat is vastgelopen, kan de binnenkant van de printer vuil zijn geraakt. Vegen kunnen op de achterkant van het papier ontstaan wanneer u direct nadat een pagina waarvan het documentformaat groter is dan het papierformaat, een bestand afdrukt. | Druk verschillende vellen af totdat ze schoon worden afgedrukt. | |
De afgedrukte afbeeldingen lijken verbleekt. | [Toner besparen:] is gespecificeerd in the printerdriver. | Schakel [Toner besparen:] uit in de printerdriver. |
Er wordt grof papier of papier met een behandeld oppervlak gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. | |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
De toner is op. | Vervang de toner als het bericht “Toner bijvullen” wordt weergegeven op het scherm. | |
Er heeft zich wellicht condens gevormd. | Indien er een snelle verandering in temperatuur of luchtvochtigheid optreedt, gebruik het apparaat dan pas nadat het apparaat is geacclimatiseerd. | |
De afgedrukte afbeelding wordt besmeurd als u met uw vinger over de uitgevoerde pagina wrijft. (De toner hechtte niet voldoende aan het papier) | De instelling voor het papiertype is niet juist gespecificeerd bij het gebruiken van niet-standaard papier zoals dik papier. | Wijzig het [Papiertype] in het printerstuurprogramma. |
Er verschijnen witte vlekken op de afgedrukte afbeelding. | Het papier is te vochtig. |
|
Ononderbroken lijnen of stippellijnen zijn vaag, of fijne stippelpatronen worden niet afgedrukt. | Er is geen geschikt ditheringpatroon gespecificeerd in de printerdriver. | OS X/macOS Controleer Dithering in het menu [Afdrukkwaliteit]. |
Dunne lijnen worden niet afgedrukt of worden afgedrukt als onderbroken, onregelmatige lijnen. | Hairline is gespecificeerd op het document. |
|
Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt. | Het papier werd schuin gevoed. | Controleer of de zijschotten in de voedingslade juist ingesteld zijn. |
De bovenmarges van de gekopieerde afbeelding variëren. | Het geladen papier voor kopiëren is te dun of te dik. | Controleer de dikte van het papier dat op het apparaat gebruikt kan worden. Aanbevolen papierformaten en -typen Als de papierdikte te dicht aanleunt bij de minimale of maximale papierdikte, specificeer dan "Papierdikte" overeenkomstig [Instellingen] |
Afbeeldingen worden niet afgedrukt in de juiste positie. | Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Stel de zij- of eindafscheider op de papierlade in op basis van het papierformaat. |
Een afbeelding werd gedeeltelijk afgedrukt of er wordt een extra pagina afgedrukt. | Er werd een papierformaat kleiner dan de afbeelding gespecificeerd in de printerdriver. | Controleer of het papierformaat dat is gespecificeerd in [Afdrukken op:] of [Papierformaat:] in de printerdriver overeenstemt met het papierformaat dat is gespecificeerd in het document. Als papier van hetzelfde formaat niet beschikbaar is, verklein of vergroot dan de grootte van de afbeelding. Schaal van gegevens aanpassen aan het opgegeven papierformaat |
De lay-out van de pagina is fout uitgelijnd of het laatste teken op de pagina wordt afgedrukt op de volgende pagina. | Het afdrukgebied dat is gespecificeerd op het document is groter dan het maximale afdrukbare gebied van het apparaat. |
|
Sommige tekens zoals een door de gebruiker gedefinieerd teken worden niet juist afgedrukt. (tekstvervorming) | De functie afbeeldingsverwerking van het apparaat werd gebruikt voor het afdrukken in Windows. | Wijzig, in the printer driver, "Vector/Raster:" in [Raster] op de [Uitgebreide Instelling] tab |
Tekens worden niet juist afgedrukt als een PDF-bestand wordt afgedrukt van een SD-kaart of USB-flashgeheugen. (vervormde tekst) | Het lettertype is niet opgenomen in het PDF-bestand. | Neem het lettertype op in het PDF-bestand. |
De afdrukkwaliteit is niet consistent. | Er is een probleem met de locatie van het apparaat. |
|
De afdrukkwaliteit verslechtert. | Er wordt een printcartridge gebruikt die niet authentiek is. | Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor storingen zorgen. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. |
Er wordt een oude printcartridge gebruikt. | Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden geopend en dan binnen zes maanden gebruikt te worden. |
Als papier niet kan worden gevoed of uitgeworpen zoals gespecificeerd
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Papier kan niet worden gevoed van de papierlade die is gespecificeerd op het bedieningspaneel of kan niet afgedrukt worden in de richting die is gespecificeerd voor de voedingslade. | [Driver/Opdracht] is gespecificeerd in Prioriteit lade-instellingen. |
|
Een document wordt afgedrukt op papier met een ander formaat of type dan is gespecificeerd in de printerdriver. | De papierlade die is geladen met het papier dat is gespecificeerd in de printerdriver is niet beschikbaar of er is geen papier geladen in de lade als [Automatisch doorgaan] is gespecificeerd. |
|
Het papier verkreukeld. | Het papier is te dun. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De rand van het papier kan plooien. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
Het uitgeworpen papier is niet uitgelijnd. | Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. |
Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen. (multi-vel voeding) | De vellen papier kleven te veel aaneen. | Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade. |
Dubbelzijdig afdrukken kan niet worden uitgevoerd. | Het gespecificeerde papier is te dik of te dun. | Controleer de papierdikte die wordt ondersteund in dubbelzijdig afdrukken en laad het papier in de lade. |
Het Papiertype dat niet wordt ondersteund in dubbelzijdig afdrukken is gespecificeerd op de papierlade die gebruikt moet worden of het papier is niet gespecificeerd als het doel voor dubbelzijdig afdrukken in [Lade Papierinstellingen]. | Controleer "Papiertype" en "2-zijdig toepassen" in [Instellingen] | |
Envelopes worden niet gevoed, of er is een dubbele voeding of blokkering. | De enveloppen hebben ezelsoren. | Corrigeer de flap op de envelopes en laad ze juist in de lade. |
Andere problemen
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het duurt een tijdje na het opdracht geven aan het apparaat om een document af te drukken tot het apparaat begint met het afdrukken van de eerste pagina. | Het apparaat stond in de slaapmodus of Fusing Unit Off-modus en het duurt lang om te ontwaken uit die modus. |
|
Het duurt lang om een pagina af te drukken. | Het af te drukken document bevat veel foto's of afbeeldingen en het duurt lang om het document te verwerken op de computer. |
|
Het duurt lang om een pagina af te drukken. (Draadloze LAN-verbinding) | De ontvangst is zwak. | Verplaats het apparaat of verwijder voorwerpen tussen het apparaat en de computer en controleer of de situatie verbetert. |
Andere Wi-Fi-toestellen storen het apparaat. | Zet de andere Wi-Fi-apparaten uit en controleer of de situatie verbetert. | |
Een ander toestel dat radiogolven gebruikt op dezelfde frequentie, zoals een microgolfoven of draadloze telefoon, stoort het apparaat. | Zet zulke toestellen uit en controleer of de situatie verbetert. | |
Een afdruktaak wordt geannuleerd of de onderbroken afdruk start vanuit het midden opnieuw . | [I/O Timeout ] is opgegeven als kort. | Geef op dat de [I/O time-out ] langer mag zijn op het tabblad [Instellingen] |
Een optie aangesloten op het apparaat wordt niet juist erkend. | Bo-directionele communicatie is niet ingeschakeld in de Windows-printerdriver bij het aansluiten via USB in Windows. | Rechterklik op het apparaatpictogram op het scherm "Apparaten en printers" en geef de printereigenschappen weer. Schakel het selectievakje [Bi-directionele ondersteuning inschakelen] in op het tabblad [Poorten]. De optieconfiguratie van het apparaat is niet toegepast in het printerstuurprogramma |
Opties worden niet geconfigureerd wanneer u verbinding maakt via USB onder OS X/macOS. | Opties worden niet automatisch herkend wanneer het apparaat wordt aangesloten via USB onder OS X/macOS. Selecteer de optie die op het apparaat is aangesloten in [Systeemvoorkeuren...] Het printerstuurprogramma voor een USB-verbinding installeren (OS X/macOS) | |
Gecombineerd of Automatisch vergroten kan niet worden uitgevoerd zoals gespecificeerd, | De originele richting en formaatinstellingen die werden gespecificeerd in de printerdriver stemmen niet overeen met de instellingen in het document. | Controleer of de instellingen voor oorspronkelijke richting en formaat overeenstemmen. |
