GebruikershandleidingPro C5300S/C5310S

Verzenden terwijl de verbinding met de bestemming wordt gecontroleerd (direct verzenden)

Met Direct verzenden kunt u documenten verzenden terwijl de verbinding met de bestemming wordt gecontroleerd.

U kunt fax- of IP-faxbestemmingen opgeven.

Als u internetfax-, e-mail-, mapbestemmingen en groeps- of meerdere bestemmingen opgeeft, wordt automatisch de verzendmodus Geheugenverzending gekozen.

Belangrijk

  • Het is raadzaam de ontvangers te bellen en met hen af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden.

1Druk op het pictogram [Fax (klassiek)] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Controleer of "Gereed" wordt weergegeven op het scherm.

3Druk op [Dir. TX].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Plaats het origineel in de ADF.

5Selecteer de noodzakelijke scaninstellingen.

Scaninstellingen opgeven voor originelen t.b.v. faxverzending

6Geef een bestemming op.

Wanneer u zich heeft vergist, drukt u op [Wissen] en voert u het adres opnieuw in.

Een faxbestemming opgeven

7Druk op [Starten].

Originelen via de glasplaat verzenden

1Druk op [Dir. TX].

Afbeelding van bedieningspaneel

2Plaats de eerste pagina met de tekstzijde onder op de glasplaat.

3Geef een bestemming op.

4Maak de noodzakelijke scaninstellingen.

5Druk op [Starten].

6Plaats binnen 10 seconden het volgende origineel op de glasplaat wanneer u meerdere originelen verzendt en herhaal vervolgens stap 4 en 5.

Herhaal deze stap voor elke pagina.

Afbeelding van bedieningspaneel

7Druk op [Hekje].