GebruikershandleidingPro C5300S/C5310S

Kleurbalans

Hiermee past u de algemene kleurschakering aan wanneer de kopie een rode of blauwe tint heeft.

Afbeelding van kleurbalans

Kleurbalansprogramma

U kunt de instellingen voor de kleurbalans opslaan als een kleurbalansprogramma en dit oproepen wanneer u het wilt gebruiken. Voor meer informatie, zie Een aangepaste kleurbalans opslaan.

1Druk op [Bewerken/Kleur].

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Kleur].

3Druk op [Kleur aanpassen].

4U kunt de kleurbalans aanpassen door op [Lichter] of [Donk.] te drukken.

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk twee keer op [OK].

Opmerking

  • Als Automatisch wissen is voltooid, [Resetten] is ingedrukt of het apparaat wordt uitgezet, gaan de aangepaste instellingen verloren en worden de waarden gereset.

Een aangepaste kleurbalans opslaan

U kunt de instellingen van uw aangepaste kleurbalans opslaan, zodat u deze later weer kunt gebruiken.

U kunt maximaal drie programma's opslaan.

1Druk op [Bewerken/Kleur].

2Druk op [Kleur].

3Druk op [Kleur aanpassen].

4Pas de kleurbalans aan.

5Druk op [Kleurbalans programmeren].

6Druk op [Geprogram.].

7Selecteer een programmanummer.

8Druk twee keer op [OK].

Opmerking

  • Als u de vastgelegde instellingen wilt wijzigen, leg ze dan nog een keer vast. In dit geval worden de eerder opgeslagen instellingen overschreven.

  • Als u de toets met het programmanummer selecteert waarop het wordt weergegeven, zullen de eerder vastgelegde instellingen worden overschreven.

  • Voor meer informatie over het aanpassen van de kleurbalans, zie Kleurbalans.

De kleurbalans wijzigen

U kunt de instellingen die in de kleurbalansprogramma's zijn opgeslagen, wijzigen.

1Druk op [Bewerken/Kleur].

2Druk op [Kleur].

3Druk op [Kleur aanpassen].

4Druk op [Kleurbalans programmeren].

5Selecteer het nummer van het programma dat u wilt wijzigen.

6Wijzig de vastgelegde instellingen.

7Druk op [Kleurbalans programmeren].

8Druk op [Progr.] en druk vervolgens op het programmanummer dat overschreven moet worden.

9Druk op [Ja].

10Druk twee keer op [OK].

De kleurbalans oproepen

U kunt de instellingen die zijn opgeslagen in een kleurbalansprogramma op een kopieeropdracht toepassen.

1Druk op [Bewerken/Kleur].

2Druk op [Kleur].

3Druk op [Kleur aanpassen].

4Druk op [Kleurbalans programmeren].

5Selecteer het programmanummer dat u wilt gebruiken.

6Druk twee keer op [OK].

Opmerking

  • Als Automatisch wissen is voltooid, [Resetten] is ingedrukt of het apparaat wordt uitgezet, gaan de gewijzigde instellingen verloren en zullen de instellingen naar hun beginwaarden worden hersteld.

Een kleurbalans verwijderen

U kunt de instellingen die in een kleurbalansprogramma zijn opgeslagen ook verwijderen.

1Druk op [Bewerken/Kleur].

2Druk op [Kleur].

3Druk op [Kleur aanpassen].

4Druk op [Kleurbalans programmeren].

5Druk op [Verwijderen] en druk vervolgens op het programmanummer dat u wilt verwijderen.

6Druk op [Ja].

7Druk twee keer op [OK].