Kopiëren met marges
Als [Synch.snijden] is geselecteerd, kunt u een marge maken aan de voorste invoerzijde en onderrand (Marge) van de kopie.
Deze functie is handig voor perforeren en lijmen.
Bovenmarge
Hiermee voegt u een marge toe aan de voorste invoerzijde aan de bovenzijde van de kopie.

Ondermarge
Hiermee voegt u een marge toe aan de onderrand aan de onderzijde van de kopie.


Wanneer u het papier gebruikt dat in de handinvoer is geplaatst, kunt u de functie Marge niet gebruiken.
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
Druk op [Marge] op het scherm Kopie.

Als de toets niet wordt weergegeven, selecteert u deze bij [Bewerken].
Geef de boven- en ondermarge op en druk daarna op [OK].

[Synch.snijden] wordt automatisch geselecteerd.
Plaats het origineel.
Basisprocedure voor het kopiëren van documenten
Het origineel wordt automatisch in het apparaat ingevoerd, waarna het kopiëren begint. Als het origineel niet automatisch wordt ingevoerd, drukt u op [Starten].

De lengte van een kopie is de gecombineerde lengte van een origineel en de bijbehorende marges. De lengte van een origineel wordt automatisch opgegeven in de modus Synch.snijden.
Als u een marge opgeeft die te groot is voor het origineel, worden mogelijk delen van de afbeelding niet gekopieerd.
U kunt de instellingen voor Marge wijzigen onder [Prioriteit margeaanpassing].
U kunt deze functie opgeven als het origineel niet langer is dan 15 m.