Aanbevolen papierformaten en -typen
De aanbevolen papierformaten en -typen voor elke lade zijn zoals hieronder wordt beschreven.

Als u meerdere vellen invoert, waaiert u de vellen goed los of plaatst u de vellen een voor een in de handinvoer.
Bij het laden van de volgende soorten papier, kan er een zoemend geluid hoorbaar zijn Dit heeft geen invloed op de prestaties.
Transparante folie
Halfdoorschijnend papier
Briefkaarten
De afdruksnelheid kan langzamer zijn afhankelijk van de papiermaat of papiersoort.
Lade 1 – 4
Papiertype en -gewicht | Formaat | Papiercapaciteit |
|---|---|---|
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | Papierformaten die automatisch kunnen worden gedetecteerd:*1 ![]() A3 ![]() A4 | 550 vellen (80 g/m2, 20 lb. bankpost) |
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | Selecteer het papierformaat via het menu Instell. papierlade:*1 ![]() A5 ![]() A5 | 550 vellen (80 g/m2, 20 lb. bankpost) |
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | Aangepast formaat: ![]() Verticaal: 90,0 – 297,0 mm Horizontaal: 148,0 – 431,8 mm ![]() Verticaal: 3,55 – 11,69 inch Horizontaal: 5,83 – 17,00 inch | 550 vellen (80 g/m2, 20 lb. bankpost) |
Enveloppen | Kies het papierformaat uit het menu Instellingen papierlade: 41/8 × 91/2, 37/8 × 71/2 |
|
*1 Pas de ondersteunende zijwand aan voordat u papier van B4 JIS
-, A3
- of 11 × 17
-formaat in lade 2-4 plaatst.
Handinvoer
Papiertype en -gewicht | Formaat | Papiercapaciteit |
|---|---|---|
52 – 300 g/m2 (14 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Dun papier – Dik papier 4 | Papierformaten die automatisch kunnen worden waargenomen: ![]() A3 ![]() A5 |
|
52 – 300 g/m2 (14 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Dun papier – Dik papier 4 | Geef het papierformaat op*1: ![]() 11 × 17 ![]() A3 |
|
52 – 300 g/m2 (14 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Dun papier–Dik papier 4 | Aangepast formaat *2: ![]() Verticaal: 90,0 – 304,8 mm*3 Horizontaal: 148,0 - 600,0 mm *4 ![]() Verticaal: 3,55 – 12,00 inch*3 Horizontaal: 5,83 - 23,62 inch *4 |
|
Halfdoorschijnend papier | A3 | 1 vel |
Etiketten (stickervellen) | A4, B4 JIS | 30 vellen |
OHP-transparanten | A4, 81/2 × 11 | 50 vellen |
Enveloppen | Geef het papierformaat op*1: 41/8 × 91/2, 37/8 × 71/2, C5 Env, C6 Env, DL Env | 10 vellen |
*1 Geef het papierformaat op.
De kopieerfunctie gebruiken
De printerfunctie gebruiken
*2 In de printer- of faxmodus is de maximale horizontale lengte van het aangepaste formaat 1260 mm (49,60 inch). Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u wilt afdrukken op papier met een horizontale lengte van 600 - 1260 mm (23,62 – 49,60 inch). Als u papier in de handinvoer wilt plaatsen met een horizontale lengte van meer dan 600 mm (23,62 inch), moet dit een verticale breedte hebben van minder dan 305 mm (12,1 inch).
*3 Als alleen de Interne Multi-vouw eenheid is geïnstalleerd, kan er geen papier gebruikt worden dat breder is dan 297 mm.
*4 Wanneer er papier groter dan 432 mm (17 inch) wordt gebruikt, kan het papier kreuken, problemen bij invoer veroorzaken of vast komen te zitten.
Lade 3 (bulklade)
Papiertype en -gewicht | Formaat | Papiercapaciteit |
|---|---|---|
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | ![]() A4 ![]() 81/2 × 11 | 1000 vellen × 2 |
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | ![]() 81/2 × 11 ![]() A4 | 1000 vellen × 2 |
*1 Om papier van een van de bovengenoemde formaten te plaatsen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Bulklade (LCT)
Papiertype en -gewicht | Formaat | Papiercapaciteit |
|---|---|---|
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | ![]() A4 ![]() 81/2 × 11 | 1500 vellen (80 g/m2, 20 lb. bankpost) |
60 – 300 g/m2 (16 lb. bankpost – 110 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 4 | ![]() B5 JIS ![]() A4 | 1500 vellen (80 g/m2, 20 lb. bankpost) |
*1 Om papier van een van de bovengenoemde formaten te plaatsen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Opmerkingen over speciaal papier
Papiertype | Opmerking |
|---|---|
Dik papier plaatsen | |
Enveloppen plaatsen | |
Briefpapier plaatsen | Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen |
Etiketten plaatsen (stickervellen) | Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken. Als er ander papier wordt gebruikt dan het opgegeven papier, kan de normale werking en kwaliteit niet worden gegarandeerd. |
Transparanten plaatsen | Controleer bij gebruik van de transparanten de afdrukzijden zorgvuldig. Foutief laden kan problemen veroorzaken. Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één. |
Halfdoorschijnend papier plaatsen |
|
Papierdikte voor elk papiergewicht
Papierdikte | Papiergewicht |
|---|---|
Dun papier | 52 - 59 g/m2 (14 - 15 lb. bankpost) |
Norm. pap. 1 | 60 - 74 g/m2 (16 - 20 lb. bankpost) |
Normaal papier 2 | 75 – 81 g/m2 (20 lb. bankpost) |
Medium dik | 82 - 105 g/m2 (20 - 28 lb. bankpost) |
Dik papier 1 | 106 - 169 g/m2 (28 lb. bankpost - 90 lb. index) |
Dik papier 2 | 170 – 220 g/m2 (65 – 80 lb. voorblad) |
Dik papier 3 | 221- 256 g/m2 (80 lb. voorblad - 140 lb. index) |
Dik papier 4 | 257 - 300 g/m2 (140 lb. index - 110 lb. voor-/achterblad) |
Ongeschikt papier

- Gebruik geen geniete vellen papier, aluminiumfolie, carbonpapier of elk ander soort geleidend papier. Doet u dit wel, dan kan er brand ontstaan.
Papier dat fouten veroorzaakt
Gebruik de volgende soorten behandeld papier niet. Als u dit wel doet, kunnen er zich fouten voordoen.
Papier voor inkjetprinters
Thermisch papier
Tekenpapier
Aluminiumfolie
Carbonpapier
Geleidend papier
Papier met perforatielijnen
Papier met dubbelgevouwen randen
Vensterenveloppen
Tabbladen
OHP-transparanten voor kleurenafdrukken
Druk niet af of kopieer niet op zijden die al zijn bedrukt.
Papier dat een storing veroorzaakt
Gebruik de volgende papiersoorten niet. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier
Geperforeerd papier
Te glad papier
Gescheurd papier
Grof papier
Dun papier dat niet stevig genoeg is
Papier met een stoffig oppervlak
Bij gebruik van papier dat is omgekruld door vocht of drogen, kan het papier of het nietje vast komen te zitten.
Plaats geen vellen die reeds bedrukt zijn door een ander apparaat. Als u dit doet, kan dit het plaatsen van papier beïnvloeden, omdat het poeder dat verschuiving moet voorkomen aan de papierroller kan vastplakken.

Papierstoring kan ontstaan afhankelijk van de staat van het papier, zelfs bij gebruik van aanbevolen papier.
Papieropslag
Wanneer u papier bewaart, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen altijd worden getroffen:
Bewaar het papier niet op een plek waar het wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar papier in een droge omgeving (vochtigheid: 70% of minder).
Bewaar papier op een vlak oppervlak.
Bewaar papier niet verticaal.
Als een pak papier eenmaal is geopend, bewaar deze dan in een plastic tas.
Afdrukken opslaan
Afdrukken zullen vervagen als ze gedurende langere tijd worden blootgesteld aan fel licht, vocht of vochtigheid. U kunt dit voorkomen door de kleurenafdrukken in een map op een donkere, droge plaats te bewaren.
Indien u afdrukken vouwt, laat de kleur in de vouw los.
Als afdrukken worden bewaard onder de volgende omstandigheden, kan de toner smelten:
Wanneer een droge en natte afdruk op elkaar worden gelegd
Wanneer een oplosmiddelhoudend plakmiddel wordt gebruikt om afdrukken aan elkaar te plakken
Wanneer afdrukken langdurig op matten van gechloreerd plastic worden gelegd op een plek waar een hoge temperatuur heerst
Wanneer afdrukken worden bewaard op plekken waar ze aan extreem hoge temperaturen worden blootgesteld, zoals naast een verwarming

