Als het afdrukresultaat niet is zoals verwacht
![]()
Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (
) na het sluiten van [Instellingen].
Als de afgedrukte afbeelding niet wordt weergegeven zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het papier wordt bij het afdrukken vuil. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
De dikte van het papier is niet correct opgegeven. |
| |
Er verschijnen witten banden op een doorzichtige film. | Er kwam papierpoeder van het papier dat op de doorzichtige film blijft kleven. | Veeg de voor- en achterkant van de doorzichtige film af met een droog doek. |
Er staan witte vlekken of vegen in de vorm van waterdruppels op de gekopieerde afbeelding. | Het vocht in het papier is verdampt en condenseerde op het oppervlak. |
|
De afgedrukte afbeelding lijkt verbleekt. | [Toner besparen] is gespecificeerd in the printerdriver. | Schakel [Toner besparen] uit in de printerdriver. |
Er wordt grof papier of papier met een behandeld oppervlak gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. | |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
De toner is op. | Vervang de toner als het bericht “Toner bijvullen” wordt weergegeven op het scherm. | |
De afgedrukte afbeelding wordt besmeurd als u met uw vinger over de uitgevoerde pagina wrijft. (De toner hechtte niet voldoende aan het papier) | De instelling voor het papiertype is niet juist gespecificeerd bij het gebruiken van niet-standaard papier zoals dik papier. | Wijzig het [Papiertype] in het printerstuurprogramma. |
Er verschijnen witte vlekken op de afgedrukte afbeelding. | Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. |
De afgedrukte foto is korrelig. | De afbeeldingsresolutie werd verkleind door de toepassing tijdens het afdrukken. | PostScript 3
|
Volle of gestippelde lijnen worden vaag weergegeven. | Er is geen geschikt ditheringpatroon gespecificeerd in de printerdriver. | PostScript 3
|
Dunne lijnen worden niet afgedrukt of worden afgedrukt als onderbroken, onregelmatige lijnen. | Hairline is gespecificeerd op het document. | PostScript 3
|
Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt. | Het papier werd schuin gevoed. | Controleer of de zijschotten in de voedingslade juist ingesteld zijn. |
Een afbeelding werd gedeeltelijk afgedrukt of er wordt een extra pagina afgedrukt. | Er werd een papierformaat kleiner dan de afbeelding gespecificeerd in de printerdriver. | Controleer of het papierformaat dat is gespecificeerd in [Afdrukken op] of [Papierformaat] in de printerdriver overeenstemt met het papierformaat dat is gespecificeerd in het document. Als papier van hetzelfde formaat niet beschikbaar is, verklein of vergroot dan de grootte van de afbeelding. Schaal van gegevens aanpassen aan het opgegeven papierformaat |
De lay-out van de pagina is fout uitgelijnd of het laatste teken op de pagina wordt afgedrukt op de volgende pagina. | Het afdrukgebied dat is gespecificeerd op het document is groter dan het maximale afdrukbare gebied van het apparaat. |
PostScript 3
|
Sommige tekens zoals een door de gebruiker gedefinieerd teken worden niet juist afgedrukt. (tekstvervorming) | De functie afbeeldingsverwerking van het apparaat werd gebruikt voor het afdrukken in Windows. | Wijzig, in the printer driver, "Vector/Raster" in [Raster] op de [Gedetailleerde instellingen] tab |
Tekens worden niet juist afgedrukt als een PDF-bestand wordt afgedrukt van een SD-kaart of USB-flashgeheugen. (vervormde tekst) | Het lettertype is niet opgenomen in het PDF-bestand. | Neem het lettertype op in het PDF-bestand. |
De afbeelding op de achterzijde bij dubbelzijdig afdrukken is ondersteboven wanneer deze is afgedrukt in de staande afdrukrichting. | Binding aan de lange zijde is niet geselecteerd in het printerstuurprogramma. | Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram op het scherm "Apparaten en printers" en geef de printervoorkeuren weer. Selecteer [Staand] in "Richting" en selecteer vervolgens [Lange zijde binden (Open nr L/Bov)] in "Dubbelzijdig:" op het tabblad [Veelgebruikte instellingen]. |
De afbeelding op de achterzijde bij dubbelzijdig afdrukken is ondersteboven wanneer deze is afgedrukt in de liggende afdrukrichting. |
|
|
De afgedrukte afbeelding is ondersteboven bij afdrukken op enveloppen of etiketten. | U drukt af op papier, bijvoorbeeld enveloppen of etiketten, die in een bepaalde richting moeten worden geladen. | Als het papier niet kan worden geladen in een omgekeerde richting, draait u de afbeelding 180 graden in het printerstuurprogramma. Klik met de rechtermuisknop in het scherm "Apparaten en printers" op het pictogram van het apparaat en ga naar de afdrukvoorkeuren. Vink het selectievakje "180 graden draaien" aan op het tabblad [Uitgebreide Instelling] in het menu |
De achterzijden van de afdrukken zijn gedeeltelijk vies. | De fixeerverhouding van de toner is te laag. Dit probleem kan optreden wanneer afbeeldingen met een hoge belichting worden afgedrukt, zoals gerasterde afbeeldingen. |
|
Afbeeldingen vlekken als men er over wrijft. De toner hecht dus niet goed. | De fixeerverhouding van de toner is te laag. Dit probleem kan optreden wanneer afbeeldingen met een hoge belichting worden afgedrukt, zoals gerasterde afbeeldingen. |
|
Afdrukken worden uitgesmeerd met toner. | De fixeerverhouding van de toner is te laag. Dit probleem kan optreden wanneer afbeeldingen met een hoge belichting worden afgedrukt, zoals gerasterde afbeeldingen. |
|
De afbeelding is te licht. | Er zit condensatie op de drum. | Indien dit probleem optreedt, raadpleegt u uw onderhoudsvertegenwoordiger. |
Het beeld is niet scherp. | Er zit condensatie op de drum. | Indien dit probleem optreedt, raadpleegt u uw onderhoudsvertegenwoordiger. |
De tonercartridge is vervuild. | De toner was vervuild door vocht in het papier. |
|
Als papier niet kan worden gevoed of uitgeworpen zoals gespecificeerd
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Papier kan niet worden gevoed van de papierlade die is gespecificeerd op het bedieningspaneel of kan niet afgedrukt worden in de richting die is gespecificeerd voor de voedingslade. | [Driver/Opdracht] is gespecificeerd in Prioriteit lade-instellingen. |
|
Een document wordt afgedrukt op papier met een ander formaat of type dan is gespecificeerd in de printerdriver. | De papierlade die is geladen met het papier dat is gespecificeerd in de printerdriver is niet beschikbaar of er is geen papier geladen in de lade als [Automatisch doorgaan] is gespecificeerd. |
|
Het papier verkreukeld. | Het papier is te dun. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De rand van het papier kan plooien. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
Het uitgeworpen papier is niet uitgelijnd. | Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. |
Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen. (multi-vel voeding) | De vellen papier kleven te veel aaneen. | Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade. |
Dubbelzijdig afdrukken kan niet worden uitgevoerd. | Het gespecificeerde papier is te dik of te dun. | Controleer de papierdikte die wordt ondersteund in dubbelzijdig afdrukken en laad het papier in de lade. |
| Controleer het papiertype en de instelling voor dubbelzijdig afdrukken in de volgende procedure.
| |
Envelopes worden niet gevoed, of er is een dubbele voeding of blokkering. | De enveloppen hebben ezelsoren. | Corrigeer de flap op de envelopes en laad ze juist in de lade. |
Papier zit vast tijdens afdrukken. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
Wanneer u afdrukt met de handinvoerlade, wordt het papierformaat en -type niet correct opgegeven in het printerstuurprogramma. | Controleer of het papierformaat en -type correct zijn opgegeven. |
Andere problemen
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het duurt een tijdje na het opdracht geven aan het apparaat om een document af te drukken tot het apparaat begint met het afdrukken van de eerste pagina. | Het apparaat stond in de slaapmodus of energiebesparingsmodus en het duurt lang om te ontwaken uit die modus. |
|
Het duurt lang om een pagina af te drukken. | Het af te drukken document bevat veel foto's of afbeeldingen en het duurt lang om het document te verwerken op de computer. |
|
Het duurt lang om een pagina af te drukken. | Uw computer detecteert automatisch de printer op het netwerk en maakt een poort met WSD (Web Services for Devices). | Verwijder het printerstuurprogramma, start de computer opnieuw en installeer het printerstuurprogramma opnieuw. |
Het duurt lang om een pagina af te drukken. (Draadloze LAN-verbinding) | De ontvangst is zwak. | Verplaats het apparaat of verwijder voorwerpen tussen het apparaat en de computer en controleer of de situatie verbetert. |
Andere wifi-toestellen storen het apparaat. | Zet de andere wifi-apparaten uit en controleer of de situatie verbetert. | |
Een ander toestel dat radiogolven gebruikt op dezelfde frequentie, zoals een microgolfoven of draadloze telefoon, stoort het apparaat. | Zet zulke toestellen uit en controleer of de situatie verbetert. | |
De opgeschorte afdruk wordt herstart vanuit het midden. | [I/O Timeout ] is opgegeven als kort. | Geef een hogere waarde voor [Invoer-/uitvoertime-out] op in de volgende instellingsitems.
|
Een optie aangesloten op het apparaat wordt niet juist erkend. | Bo-directionele communicatie is niet ingeschakeld in de Windows-printerdriver bij het aansluiten via USB in Windows. | Rechterklik op het apparaatpictogram op het scherm "Apparaten en printers" en geef de printereigenschappen weer. Schakel het selectievakje [Bi-directionele ondersteuning inschakelen] in op het tabblad [Poorten]. Controleren of bidirectionele communicatie is in- of uitgeschakeld |
Opties worden niet geconfigureerd wanneer u verbinding maakt via USB onder OS X/mac OS. | Opties worden niet automatisch herkend wanneer het apparaat wordt aangesloten via USB onder OS X/mac OS. Selecteer de optie die op het apparaat is aangesloten in [Systeemvoorkeuren...] | |
Gecombineerd, boekje of Automatisch vergroten kan niet worden uitgevoerd zoals gespecificeerd, | De originele richting en formaatinstellingen die werden gespecificeerd in het printerstuurprogramma stemmen niet overeen met de instellingen in het document. | Controleer of de instellingen voor oorspronkelijke richting en formaat overeenstemmen. |
Sommige soorten gegevens, zoals grafische gegevens of gegevens uit bepaalde toepassingen, kunnen niet worden afgedrukt. | De instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. | PCL 5e Wijzig "Resolutie" in [600 x 600 dpi] op het tabblad [Uitgebreide Instelling] in het menu PCL 6
PostScript 3
Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de helpfunctie. |
Sommige tekens worden niet afgedrukt of zien er vreemd uit. | De instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. | PCL 5e Wijzig "Resolutie" in [600 x 600 dpi] op het tabblad [Uitgebreide Instelling] in het menu PCL 6
PostScript 3
Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de helpfunctie. |
De afdruksnelheid of de snelheid van vrijgave vanuit de toepassing is laag. | De instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. | PCL 6 Selecteer [Snelheid] op het tabblad [Uitgebreide Instelling] in het menu Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de helpfunctie. Sluit eventuele andere toepassingen. |
Het afdrukken stopt terwijl de taak nog niet klaar is. | Er kan een fout zijn opgetreden. | Controleer het display van het apparaat om te zien of zich een fout heeft voorgedaan. |
Blanco pagina's worden niet afgedrukt bij dubbelzijdig afdrukken. | [Blanco pagina's niet afdrukken] is opgegeven in het printerstuurprogramma. | Klik met de rechtermuisknop in het scherm "Apparaten en printers" op het pictogram van het apparaat en ga naar de afdrukvoorkeuren. Schakel het selectievakje [Blanco pagina's niet afdrukken] uit op het tabblad [Uitgebreide Instelling] in het menu |
Het afgedrukte papier is helemaal blanco. | Er is een probleem met het printerstuurprogramma, de toepassing of de gegevens. | Druk een testpagina af. Klik met de rechtermuisknop in het scherm "Apparaten en printers" op het apparaatpictogram en klik vervolgens [Printereigenschappen] Als de testpagina blanco is, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw. Blijft het probleem aanhouden, raadpleeg dan uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Als de testpagina niet normaal wordt afgedrukt, is er mogelijk een probleem met de toepassing of de gegevens. Raadpleeg de provider van de toepassing of de gegevens. |
U kunt instellingen niet in de printer wijzigingen. | U heeft geen toestemming om de instellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen. | Raadpleeg uw computerbeheerder. |
Instellingen als dubbelzijdig afdrukken en het papierformaat worden niet weergegeven in het OS X/macOS-printerstuurprogramma. | Er is een fout in de instelling [Soort] in het printerstuurprogramma. | Klik op [Systeemvoorkeuren...] Als [Generieke PostScript-printer] wordt weergegeven of de naam van het printerstuurprogramma anders is dan die van het apparaat, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw. |
