Als het resultaat van kopieën niet is zoals verwacht
![]()
Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (
) na het sluiten van [Instellingen].
Wanneer het apparaat niet functioneert zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het aantal kopieën kan niet worden gespecificeerd. |
|
|
De uitgevoerde pagina's zijn op een onjuist punt gescheiden bij het sorteren. | Het geheugen kwam vol tijdens het sorteren en de uitvoer werd gesplitst. | Als u wilt stoppen met kopiëren wanneer het geheugen vol is, geeft u [Uit] op voor [Automatisch opnieuw scannen als geheugen vol is] in de volgende instellingsitems.
|
Papier zit vast tijdens afdrukken. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
Wanneer u afdrukt met de handinvoerlade, wordt het papierformaat en -type niet correct opgegeven in het printerstuurprogramma. | Controleer of het papierformaat en -type correct zijn opgegeven. |
Als het uitvoerpapier niet wordt uitgeworpen zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het papier verkreukeld. | Het papier is te dun. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De rand van het papier kan plooien. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De uitgeworpen pagina's zijn niet uitgelijnd. | Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. |
Papier wordt uitgevoerd naar de finisher bij gebruik van de finisher. | Dit kan gebeuren wanneer u afdrukt op omgekruld papier of papier dat niet stijf is. Geef de finisher op als de uitvoerlade. | |
Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen (multi-vel voeding). | De vellen papier kleven te veel aaneen. | Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade. |
Als dubbelzijdig afdrukken of pagina's bewerken niet wordt uitgevoerd zoals verwacht
Controleer, naast de individuele oplossing, het formaat van het origineel en hoe het origineel op het apparaat is geplaatst.
Een origineel op de glasplaat plaatsen
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
De gekopieerde afbeelding is niet afgedrukt op de uitvoervellen zoals verwacht. | Het origineel is in de verkeerde richting geplaatst. | Specificeer de instelling in [Origineelinstelling] |
De gekopieerde pagina's worden afgedrukt in de richting Boven naar Onder als [Openen naar Rechts/Links] is gespecificeerd, of worden afgedrukt in de richting Boven naar Boven als [Openen naar Boven] is gespecificeerd. | Het origineel werd in een foute richting geplaatst. | Controleer Origineelrichting en Origineelinstelling in [Dubbelzijdig/Combineren], en plaats de origineel opnieuw. |
Afbeeldingen zijn bijgesneden of marges werden onverwacht toegevoegd in [Combineren]. | [Kopieerverhouding] en papierformaat zijn onjuist gecombineerd voor het originele formaat. | Geef [Kop.verhouding] |
De gekopieerde afbeelding is bijgesneden in [Midden/Rand wissen]. | De gespecificeerde breedte is te groot. | Geef een smallere breedte om te wissen op in [Bewerk./Stempel] |
De gekopieerde afbeelding wordt bijgesneden als [Marge] is gespecificeerd. | De gespecificeerde breedte is te groot of de marge van de rand tegenover de bindrand is te smal. | Geef een smallere breedte op in [Bewerk./Stempel] |
De afbeelding wordt bijgesneden in [Verkleinen/Vergroten]. | De afbeelding werd 90 graden gedraaid gekopieerd voor het gespecificeerde formaat van het origineel en het papierformaat. | Geef [Kop.verhouding] |
De uitvoerpagina's gevouwen in de [Boekje] or [Tijdschrift] instellingen worden niet uitgeworpen in boekvorm. | De combinatie van het origineel en de richting van de opening is onjuist. | Geef de openingsrichting op in [Richting: Boekje, Tijdschrift] in de volgende instellingsitems.
|
Het papier of de lade die u wilt gebruiken kan niet worden geselecteerd in dubbelzijdig afdrukken. | Het gespecificeerde papier is te dik of te dun. | Controleer of het papier wordt ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken en laad het papier in de lade. |
| Controleer het papiertype en de instelling voor dubbelzijdig afdrukken in de volgende procedure.
| |
De pagina's werden niet in de verwachte volgorde gekopieerd in dubbelzijdig of gecombineerd afdrukken. | Het origineel is in een foute richting geplaatst. |
|
De achterkant wordt niet afgedrukt bij dubbelzijdig afdrukken. | Het papierformaat is op een onjuiste manier opgegeven. | Controleer of het geladen papierformaat en de instelling in de volgende instellingsitems overeenkomen.
|
Als het resultaat van de afgewerkte pagina niet is zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
De uitgevoerde pagina's zijn niet geniet. | Een nietje is geblokkeerd. | Verwijder het geblokkeerde nietje. |
De nietcartridge is niet juist ingesteld. | Plaats de cartridge opnieuw. | |
Het papier is geplooid. | Herstel de plooi voor het laden van het papier in de lade. Als het papier dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, waaier het papier dan grondig uit elkaar en draai het om. | |
De uitgevoerde pagina's zijn op de gespecificeerde plaats geniet. | Het origineel is ingesteld in een richting die niet overeenstemt met de gespecificeerde plaats voor het nieten. | Specificeer de oorspronkelijke richting en plaats voor het nieten opnieuw. |
Het papier komt niet in de uitvoerlade terecht na het nieten van de uitgevoerde pagina's. | De pagina's die nog niet zijn geniet, blijven in het apparaat als het kopiëren wordt geannuleerd tijdens het nieten. | Druk op [Resetten] en verwijder het resterende papier in de nieteenheid. |
