Systeeminstellingen openen
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u het menu Systeeminstellingen opent.
![]()
Als Beheerderverificatie management is opgegeven, neem dan contact op met uw beheerder.
Via Systeeminstellingen kunt u de standaardinstellingen wijzigen of instellen. Er zijn zes menucategorieën:
Algemene toepassingen
Hier kunt u de algemene instellingen van het apparaat opgeven.
Papierlade-instellingen
Hier kunt u de papierinstellingen opgeven.
Timerinstellingen
Hier kunt u de tijdsinstellingen opgeven.
Interface instellingen
Hier kunt u de netwerkinterface-instellingen van het apparaat opgeven.
Bestand doorzenden
Hier kunt u de instellingen opgeven voor bestandsoverdracht vanaf het apparaat.
Beheerderstoepass.
Hier kunt u de apparaatinstellingen wijzigen. Alleen beheerders kunnen de Beheerderstoepassingen gebruiken.
De standaardinstellingen wijzigen
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de instellingen in Systeeminstellingen kunt wijzigen.
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] (
).
Druk op [Apparaateigenschappen].

Druk op [Systeeminstellingen].

Druk op het tabblad van de instelling die u wilt wijzigen.

Selecteer de instellingen die u wilt wijzigen.
Wijzig de instellingen aan de hand van de volgende instructies op het scherm.
Systeeminstellingen sluiten
Als u Systeeminstellingen wilt sluiten, drukt u op [Gebruikerstools] (
) in de rechterbovenhoek van het scherm. Druk vervolgens op [Home] (
) midden onderin het scherm.
![]()
Wijzigingen die u maakt met Gebruikerstools blijven van kracht, zelfs wanneer de hoofdschakelaar of de bedieningsschakelaar uitgezet wordt of wanneer [Energiespaarstand] of [Reset] wordt ingedrukt.
Om wijzigingen in de instellingen te annuleren en terug naar de oorspronkelijke weergave van [Apparaateigenschappen], drukt u op [Gebruikerstools] (
) rechtsboven in het scherm. Druk vervolgens op [Home] (
) in het midden onderaan het scherm.Voor meer informatie over het opgeven van Alg. eigensch., zie Algemene toepassingen.
Voor meer informatie over het opgeven van Lade Papierinstellingen, zie Papierlade-instellingen.
Voor meer informatie over het opgeven van Timerinstellingen, zie Timerinstellingen.
Voor meer informatie over het opgeven van Interface instellingen, zie Interface instellingen.
Voor meer informatie over het opgeven van Bestand doorzenden, zie Bestand doorzenden.
Voor meer informatie over het opgeven van Beheerdertoepas., zie Beheerderstoepass..
Wanneer u Apparaateigenschappen configureert, kunt u Gebruikerstools ook sluiten door op [Afsluiten] of [Sluiten] rechtsboven in het scherm te drukken en op [Home] (
) in het midden onderaan het scherm.