GebruikershandleidingIM 350/430 series

Een Driver coderingstoets opgeven

Geef de coderingstoets van het stuurprogramma op het apparaat op.

Deze instelling maakt gecodeerde verzending van log-in wachtwoorden mogelijk en verbetert de beveiliging tegen het kraken van wachtwoorden.

1Log in als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Beheerderstoepass.].

4Druk tweemaal op [Pijltje omlaagVolg.].

5Druk op [Uitgebreide beveiliging].

Afbeelding van bedieningspaneel

6Druk op [Wijzigen] voor "Driver coderingstoets".

Afbeelding van bedieningspaneel

7Voer de coderingstoets van het stuurprogramma in en druk vervolgens op [OK].

U kunt voor de coderingstoets maximaal 32 alfanumerieke tekens gebruiken.

De netwerkbeheerder moet de coderingstoets voor het stuurprogramma die op het apparaat is ingesteld aan de gebruikers geven, zodat zij deze op hun computers kunnen registreren. Zorg ervoor dat dezelfde coderingstoets wordt ingevoerd als die is ingesteld op het apparaat.

8Druk op [OK].

9Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Opmerking

  • Raadpleeg de Help-functie van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het opgeven van de coderingstoets voor het printerstuurprogramma of TWAIN-stuurprogramma.

  • Voor meer informatie over het instellen van de coderingstoets in het LAN-faxstuurprogramma, zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma.