GebruikershandleidingIM 350/430 series

De geldigheidsperiode van het certificaat controleren

De geldigheidsperiode van een certificaat dat met S/MIME gebruikt wordt, wordt gecontroleerd als u een e-mail verstuurt.

U kunt de timing wijzigen waarop de geldige periode wordt gecontroleerd met behulp van een webbrowser op computers binnen het netwerk. (Wij gebruiken Web Image Monitor dat op dit apparaat is geïnstalleerd.)

Bewerkingsmodus

Beschrijving

Beveiliging prioriteit

De geldigheidsperiode wordt op de volgende momenten gecontroleerd:

Gebruikerscertificaat

(a) Als het adres wordt geselecteerd

(b) Wanneer [Starten] wordt ingedrukt

Apparaatcertificaat

(c) Als het eerste adres wordt geselecteerd

(d) Wanneer [Starten] wordt ingedrukt

Prestatie prioriteit

Controle (b) en (c) worden weggelaten.

Het is mogelijk dat het langer duurt om de geldigheidsperiode te controleren indien het adres wordt geselecteerd of als er op [Starten] wordt gedrukt. Om de tijd korter te maken, selecteert u "Prestatieprioriteit".

1Open een internetbrowser via een computer binnen het netwerk en log vervolgens in bij Web Image Monitor als netwerkbeheerder.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].

3Klik op [S/MIME] onder "Beveiliging".

4Selecteer in "Bedieningsmodus", [Prioriteit beveiliging] of [Prestatie prioriteit].

5Klik op [OK].

6Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Opmerking

  • Als een certificaat geldig was bij verzending, maar is verstreken voordat de e-mail wordt opgehaald van de e-mailserver naar de clientcomputer, wordt de e-mail mogelijk niet opgehaald.

  • Indien zich een fout voordoet buiten de geldigheidsperiode van het certificaat wanneer automatisch een S/MIME e-mail worden verzonden via Geheugenverzending of op een opgegeven tijdstip, zal de fout worden gemeld via een e-mail met platte tekst die naar het e-mailadres van de afzender of naar de beheerder wordt gestuurd. De details van de fout kunnen in het takenlogboek worden bekeken. Bij gebruik van S/MIME dient u altijd de verzamelingfunctie van het takenlogboek in te schakelen. Voor informatie over het weergeven van logboeken, zie Logboekbestanden beheren.