GebruikershandleidingIM 350/430 series

SSL/TLS activeren

Nadat u het apparatcertificaat in het apparaat heeft geselecterd, schakelt u de instelling SSL/TLS in via een internetbrowser op computers binnen het netwerk. (Wij gebruiken Web Image Monitor dat op dit apparaat is geïnstalleerd.)

Deze procedure wordt gebruikt voor een zelfgemaakt certificaat, maar ook voor een certificaat dat door een certificeringsinstantie is uitgegeven.

1Open een internetbrowser via een computer binnen het netwerk en log vervolgens in bij Web Image Monitor als netwerkbeheerder.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].

3Klik op [SSL/TLS] onder "Beveiliging".

4Selecteer voor IPv4 en IPv6 "Actief" als u SSL/TLS wilt inschakelen.

5Selecteer de communicatiemodus met codering voor "SSL-/TLS-communicatie toestaan".

Selecteer [Alleen cijfertekst], [Prioriteit cijfertekst] of [Cijfertekst/Cleartext] als gecodeerde communicatiemodus.

Als u "Toestemming SSL-/TLS-communicatie" op [Alleen cijfertekst] instelt, wordt communicatie onmogelijk als u een protocol selecteert dat geen internetbrowser ondersteunt of als u alleen een coderingsniveau-instelling opgeeft. Als dit het geval is, schakelt u communicatie in door [Toestemming SSL / TLS communicatie] in te stellen op [Cf.tkst/Cleartext] met het bedieningspaneel van het apparaat en vervolgens het juiste protocol en coderingsniveau op te geven.

Als u wilt voorkomen dat het bericht "De pagina kan niet worden weergegeven" wordt weergegeven wanneer u Web Image Monitor zonder codering opent, raden we u aan [Cf.tkst/Cleartext] te selecteren.

6Als u een protocol wilt uitschakelen, klik dan op [Inactief] naast "TLS1.2", "TLS1.1", "TLS1.0" of "SSL3.0".

Ten minste één van deze protocollen moet worden ingeschakeld.

7Geef onder "Coderingsniveau-instelling" het coderingsniveau op dat moet worden toegepast op "AES", "3DES", en/of "RC4". U moet tenminste één selectievakje aanvinken.

Let op dat de beschikbare coderingsniveaus afhankelijk zijn van de instellingen die u heeft opgegeven voor "TLS1.2", "TLS1.1", "TLS1.0" of "SSL3.0".

8Klik op [OK].

9“Bijwerken...” verschijnt. Wacht 1 of 2 minuten en klik vervolgens op [OK].

Als het vorige scherm niet wordt weergegeven nadat u op [OK] heeft geklikt, wacht u even en vernieuwt u vervolgens de internetbrowser.

10Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Opmerking

  • De versie van SSL/TLS en coderingsniveau-instellingen kunnen gewijzigd worden, zelfs onder [Netwerkbeveiliging].

  • Afhankelijk van de status die u opgeeft voor "TLS1.2", "TLS1.1", "TLS1.0" en "SSL3.0", kan het apparaat wel of niet verbinding maken met een externe LDAP-server.