GebruikershandleidingIM 350/430 series

Gegevenscodering uitschakelen

Volg de volgende procedure om de coderingsinstellingen uit te schakelen, wanneer codering niet langer nodig is. Het inschakelen en uitschakelen van de coderingsinstellingen kan enige tijd in beslag nemen.

Belangrijk

  • Het apparaat kan niet worden gebruikt tijdens het annuleren van gegevenscodering.

  • Nadat u deze procedure op het bedieningspaneel van het apparaat heeft voltooid, schakelt u de stroom uit en start u het apparaat opnieuw op zodat de nieuwe instellingen worden ingeschakeld. Het opnieuw opstarten kan langzaam verlopen, als er gegevens moeten worden overgezet op de harde schijf.

  • Wanneer het coderingsproces eenmaal gestart is, kunt u dit niet meer stoppen. Zorg ervoor dat u de hoofdstroomschakelaar niet uitschakelt wanneer het coderingsproces gaande is. Indien u de hoofdstroomschakelaar wel uitschakelt tijdens het coderingsproces, kan de harde schijf beschadigd raken en worden alle gegevens die erop staan onbruikbaar.

  • Als u een apparaat afvoert, wis dan het gehele geheugen ervan. Voor meer informatie over het wissen van het gehele geheugen, zie Gegevens op het apparaat verwijderen.

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Beheerderstoepass.].

4Druk driemaal op[Pijltje omlaagVolg.].

5Druk op [Coderingsinstellingen apparaatgegevens].

Afbeelding van bedieningspaneel

6Druk op [Codering annuleren].

Afbeelding van bedieningspaneel

7Selecteer de gegevens die moeten worden overgezet op de harde schijf en de gegevens die niet mogen worden verwijderd.

Afbeelding van bedieningspaneel

Om alle gegevens over te zetten op de harde schrijf moet u [Alle gegevens] selecteren. Als u alleen de apparaatinstellingen wilt overzetten, selecteer dan [Alleen geg. best.sys.]. Als u alle gegevens wilt verwijderen, selecteer dan [Alle geg. format.].

8Druk op [OK].

9Druk op [Afsluiten].

10Druk op [Afsluiten].

11Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

12Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.

Voor meer informatie over het uitschakelen van de hoofdstroom, zie "De stroom in-/uitschakelen", Voor beginners.