GebruikershandleidingIM 350/430 series

Het instellen van Menu Beveiligen

Via Menu beveiligen kunt u de gebruikerstoegang beperken voor de instellingen in het menu Gebruikersinstellingen, met uitzondering van de Systeeminstellingen. Deze instelling kan ongeacht de gebruikersverificatie worden gebruikt. Door de instelling Menu beveiligen in te schakelen, kunt u voorkomen dat gebruikers programma's gaan registreren of wijzigen. Voor het opgeven van de instelling Menu beveiligen dient u eerst de beheerdersbevoegdheden voor de apparaatbeheerder in te schakelen. Als u "Menu Beveiligen" wilt inschakelen, stelt u dit in op [Niveau 1] of [Niveau 2]. Selecteer [Niveau 2] als u striktere beperkingen wilt instellen voor de toegang van gebruikers tot de instellingen van het apparaat. Als u "Menu Beveiligen" wilt uitschakelen, stelt u deze optie in op [Uit]. Als de instelling is ingeschakeld, kan de apparaatbeheerder de programma's registreren en wijzigen.

Voor meer informatie over het instellen van beheerdersverificatie, zie Beheerdersverificatie configureren.

Voor bewerkingsprivileges die variëren per menubeschermingsniveau, zie Lijst van bewerkingsrechten voor instellingen .

Voor meer informatie over het registreren en wijzigen van programma's, zie Voor nieuwe gebruikers.

Kopieerfunctie

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Druk op [Kopieerapparaat/Document Servereigenschappen].

3Druk op [Beheerderstoepass.].

4Druk op [Menu beschermen].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Selecteer het gewenste menubeveiligingsniveau en druk vervolgens op [OK].

6Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Faxfunctie

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Druk op [Faxeigenschappen].

3Druk op [Oorspr. instellingen].

4Druk op [Menu beschermen].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Selecteer het gewenste menubeveiligingsniveau en druk vervolgens op [OK].

6Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Printerfunctie

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Druk op [Printereigensch.].

3Druk op [Gegevensbeheer].

4Druk op [Menu beschermen].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Selecteer het gewenste menubeveiligingsniveau en druk vervolgens op [OK].

6Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Scannerfunctie

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over inloggen, zie Inlogmethode voor beheerders.

2Druk op [Scannereigenschappen].

3Druk op [Oorspr. instellingen].

4Druk op [Menu beschermen].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Selecteer het gewenste menubeveiligingsniveau en druk vervolgens op [OK].

6Log uit.

Voor meer informatie over uitloggen, zie Uitlogmethode voor beheerders.

Opmerking

  • Het menubeschermingsniveau kan ook worden opgegeven via een internetbrowser op computers binnen het netwerk. (Wij gebruiken Web Image Monitor dat op dit apparaat is geïnstalleerd.) Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.