GebruikershandleidingIM 350/430 series

Doorzenden

U moet eerst het adres waarnaar u de documenten wilt laten doorsturen in het adresboek registreren. Raadpleeg voor meer informatie "Gebruikersgegevens in het adresboek registreren", Voor beginners.

Om twee of meer eindontvangers te registreren, gebruikt u een groepsbestemming. Zie Maximumwaarden voor het maximum aantal bestemmingen dat u kunt registreren in een groep.

1Druk op [Doorsturen].

2Selecteer [Aan] of [Uit].

Als er al een eindontvanger is geprogrammeerd, wordt de naam van een ontvanger weergegeven. Om de ontvanger te wijzigen, drukt u op [Ontvanger] en gaat u verder naar stap 3.

Als u [Uit] selecteert, gaat u verder met stap 6.

3Geef een eindontvanger op uit de lijst met bestemmingen en druk vervolgens op [OK].

Druk op [Fax], [Internet fax], [E-mail] of [Map] om het type verzending te veranderen.

U kunt ook een cloudfaxbestemming opgeven die wordt weergegeven onder het tabblad [Fax].

4Als u een internetfax- of e-mailadres als doorstuurbestemming opgeeft, configureert u de instellingen in [Beveiliging], indien nodig.

Om e-mailberichten te coderen, drukt u op [Codering].

Om een handtekening toe te voegen aan een e-mailbericht, drukt u op [Handtekening].

Als u de instellingen hebt geconfigureerd, drukt u op [OK].

5Als u een doorstuurteken op het doorgestuurde document wilt afdrukken, controleert u of [Afdrukdoorstuurteken] is ingeschakeld.

6Druk op [OK].

Opmerking

  • Wanneer u andere eindontvangers wilt instellen, afhankelijk van de afzenders, geeft u de eindontvangers op bij de afzenders in [Speciale afzender programmeren]. Zie Speciale afzenders die anders moeten worden behandeld voor meer informatie over het programmeren van speciale afzenders.

  • Voor meer informatie over de instelling [Beveiliging], zie Codering en handtekeningen voor internetfaxen en e-mails.

  • Als u een routerbestemming heeft opgegeven en deze bijwerkt met de centrale adresboekbeheer-functie, worden de gespoolde documenten naar de volgende bestemmingen gerouterd:

    • Als u een fax-, IP-fax-, internetfax-, e-mail- of cloudfaxbestemming heeft opgegeven, worden de documenten naar de bestemming gerouterd vóór het bijwerken.

    • Als u een mapbestemming heeft opgegeven, worden de documenten naar de bestemming gerouterd na het bijwerken.

Verwante onderwerpen