Procedure voor het weergeven van de bestemming vóór verzending (klassiek)

Om te voorkomen dat documenten worden verstuurd naar de verkeerde bestemming, kunt u het apparaat zo instellen dat het de bestemming nogmaals toont nadat deze is ingevoerd en voordat het bestand wordt verstuurd.

U kunt deze functie in- of uitschakelen met de gebruikersparameter (schakelaar 17, bit 4) in het menu Faxeigenschappen. Zie Parameterinstellingen.

Houd er rekening mee dat de ingevoerde bestemming niet meer zal worden weergegeven als u de fax met één van de volgende verzendmethodes verstuurt:

Geef de bestemming op.

Druk op [Starten].

Controleer de opgegeven bestemming en de verzendinstellingen.

Om het verzenden te starten, drukt u opnieuw op [Start].

Als u de bestemming wilt wijzigen, drukt u op [Afsluiten] en wijzigt u de instellingen.