Als het resultaat van kopieën niet is zoals verwacht
![]()
Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (
) na het sluiten van [Instellingen].
Wanneer het apparaat niet functioneert zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het aantal kopieën kan niet worden gespecificeerd. | Er is een aantal dat groter is dan de [Max. aantal kopieën] gespecificeerd. |
|
De afgedrukte kopie is blanco. | Het origineel is niet juist geplaatst. |
|
Er werd een kopie gemaakt op een papierformaat anders dan het origineel of de gekopieerde afbeelding is bijgesneden omdat de richting van het origineel en de gekopieerde afbeelding niet overeenstemmen als [Autom. pap.sel.] is gespecificeerd. | Het origineel werd in een foute positie op de glasplaat geplaatst. | Plaats het origineel op de juiste manier. |
De sensor werkte niet naar behoren wanneer het origineel in de ADF werd geplaatst. | Controleer of de sensor niet vuil is of geblokkeerd wordt door een voorwerp. Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen | |
Het apparaat werkte tijdelijk niet naar behoren. | Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan. |
Als het uitvoerpapier niet wordt uitgeworpen zoals verwacht
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
Het papier verkreukeld. | Het papier is te dun. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De rand van het papier kan plooien. | Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt. | Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. |
Het papier is te vochtig. | Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving. | |
Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. | |
De uitgeworpen pagina's zijn niet uitgelijnd. | Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst. | Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst. |
Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen (multi-vel voeding). | De vellen papier kleven te veel aaneen. | Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade. |
Wanneer dubbelzijdig afdrukken of gecombineerd afdrukken niet naar verwachting is uitgevoerd
Controleer, naast de individuele oplossing, het formaat van het origineel en hoe het origineel op het apparaat is geplaatst.
Herkenbare formaten voor automatische papierselectie
Een origineel op de glasplaat plaatsen
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
Situatie | Oorzaak | Oplossing en verwijzing |
|---|---|---|
De gekopieerde afbeelding is niet afgedrukt op de uitvoervellen zoals verwacht. | Het origineel is in de verkeerde richting geplaatst. | Specificeer de instelling in [Origineelinstelling] |
De gekopieerde pagina's worden afgedrukt in de richting Boven naar Onder als [Openen naar Boven] is gespecificeerd, of worden afgedrukt in de richting Boven naar Boven als [Openen naar Rechts/Links] is gespecificeerd. | Het origineel werd in een foute richting geplaatst. | Controleer Origineelrichting en Origineelinstelling in [Dubbelzijdig/Combineren], en plaats de origineel opnieuw. |
Afbeeldingen zijn bijgesneden of marges werden onverwacht toegevoegd in [Combineren]. | [Kopieerverhouding] en papierformaat zijn onjuist gecombineerd voor het originele formaat. | Geef [Kop.verhouding] |
De afbeelding wordt bijgesneden in [Kopieerverhouding]. | De afbeelding werd 90 graden gedraaid gekopieerd voor het gespecificeerde formaat van het origineel en het papierformaat. | Geef [Kop.verhouding] |
Het papier of de lade die u wilt gebruiken kan niet worden geselecteerd in dubbelzijdig afdrukken. | Het gespecificeerde papier is te dik of te dun. | Controleer of het papier wordt ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken en laad het papier in de lade. |
Het Papiertype dat niet wordt ondersteund in dubbelzijdig afdrukken is gespecificeerd op de papierlade die gebruikt moet worden of het papier is niet gespecificeerd als het doel voor dubbelzijdig afdrukken in [Lade Papierinstellingen]. | Controleer "Papiertype" en "2-zijdig toepassen" in [Instellingen] | |
De pagina's werden niet in de verwachte volgorde gekopieerd in dubbelzijdig of gecombineerd afdrukken. | Het origineel is in een foute richting geplaatst. |
|
De achterkant wordt niet afgedrukt bij dubbelzijdig afdrukken. | Het papierformaat is op een onjuiste manier opgegeven. | Controleer of het papierformaat en de instelling in [Instellingen] |
