Beperking afdrukvolumegebruik
Apparaatbeheer > Configuratie > Apparaatinstellingen > Beperking afdrukvolumegebruik
Gebruik deze pagina om de afdrukbeperkingen van gebruikers te configureren.
Als u een volumebeperking wilt instellen voor elke gebruiker, kunt u de gedetailleerde instellingen op de pagina Gebruiker wijzigen (Gedetailleerde invoer) of Gebruiker toevoegen (Gedetailleerde invoer) configureren.
Informatie over de pagina Gebruiker toevoegen (Gedetailleerde invoer)
Opmerking
- De instellingen op deze pagina kunnen worden gewijzigd door de volgende beheerders:
- Apparaatbeheerder
- Als Beheerde client is opgegeven op de pagina Centraal beheer en Beperking afdrukvolumegebruik is opgegeven als een beheerde client, kunnen de categorieën Actie van apparaat wanneer limiet bereikt is en Teller volumegebruik: geplande/gespecificeerde resetinstellingen niet worden ingesteld.
- Voor meer informatie over Beperking afdrukvolumegebruik, zie de Gebruiksaanwijzing die is meegeleverd met dit apparaat.
Actie van apparaat wanneer limiet bereikt is
Actie van apparaat wanneer limiet bereikt is
Geef op hoe het apparaat moet reageren wanneer de gebruiker zijn/haar afdruklimiet bereikt.
Opmerking
- Taak voltooien en daarna gebruik beperken en Taak stoppen worden alleen weergegeven als Gebruikersverificatiebeheer is ingesteld op Gebruikerscode, Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie.
Doorgaan met gebruik toestaan
Een waarschuwing verschijnt wanneer de gebruiker zijn/haar afdruklimiet bereikt, maar de gebruiker kan doorgaan met afdrukken.
Taak voltooien en daarna gebruik beperken
Er verschijnt een waarschuwing wanneer de gebruiker zijn/haar afdruklimiet bereikt, maar het afdrukken gaat door tot de huidige taak is voltooid. Daaropvolgende taken van die gebruiker zullen worden uitgesteld.
Taak stoppen
Het apparaat stopt met afdrukken wanneer de gebruiker zijn/haar afdruklimiet bereikt.
Beperking afdrukvolumegebruik: Instelling eenheidsteller
Een "eenheid" is een numerieke waarde per pagina die kan worden toegewezen aan papierformaten en afdrukfuncties (Printer/kopieerapparaat). Door het totaal aantal eenheden op te geven, kunt u het aantal afdrukken per gebruiker beperken op basis van de combinatie van papierformaat en afdrukfunctie (Printer/kopieerapparaat). Voorbeeld: als u als aantal eenheden "5" opgeeft bij Printer: A3/DLT, kan een gebruiker met 100 eenheden 20 vellen afdrukken (20 vellen met 5 eenheden per vel voor de printerfunctie). Gebruik de volgende formule om een limiet van het afdrukvolume te berekenen: aantal af te drukken pagina's x totaal aantal eenheden per pagina.
Opmerking
- Afdrukbeperkingen op basis van het totaal aantal eenheden kan niet worden toegepast als Doorgaan met gebruik toestaan is geselecteerd voor Actie van apparaat wanneer limiet bereikt is.
- "Overige" verwijst naar alle formaten behalve A3/DLT.
Verbeterde beperking afdrukvolumegebruik
Geef op of u het afdrukvolume wilt beperken voor de toepassing met uitgebreide functies.
Opmerking
- Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het type toepassing met uitgebreide functies dat u gebruikt.
Traceertoestemming
Geef op of u de toepassing met uitgebreide functies van de traceergegevens wilt voorzien.
Afdrukken stoppen
Geef aan of u het afdrukken wilt stoppen als de gebruiker zijn/haar afdruklimiet bereikt in de toepassing met uitgebreide functies.
Opmerking
- Deze functie is niet beschikbaar als Doorgaan met gebruik toestaan is geselecteerd bij Actie van apparaat wanneer limiet bereikt is of als Uit is geselecteerd bij Traceertoestemming.
Teller volumegebruik: geplande/gespecificeerde resetinstellingen
Geef aan of u de Teller volumegebruik automatisch wilt resetten.
Teller volumegebruik: geplande/gespecificeerde resetinstellingen
Geef aan of de teller moet worden gereset.
Als u op de knop Instellingen toepassen klikt bij Volgende resetdatum nadat u de resetdatum heeft opgegeven, worden de volgende resetdatum en -tijd van de teller weergegeven.
Uit
De teller is niet gereset
Datum specificeren
Hiermee wordt de teller op een ingestelde tijd gereset. Geef waarden op bij Gespecificeerde resetdatum en Resettijd.
Cyclus specificeren
Hiermee wordt de teller op een ingestelde tijdcyclus gereset. Geef waarden op bij Gespecificeerde resetdatum, Cyclus (dag) en Resettijd. Gespecificeerde resetdatum is de dag waarop de teller op de nulstand wordt teruggesteld.
Elke maand
Hiermee wordt de teller eenmaal per maand gereset. Geef waarden op bij Resetdatum en Resettijd.
Knoppen
Vernieuwen
Klik hierop om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
- Voordat u de instellingen invoert, klikt u op Vernieuwen om de huidige status van het apparaat op te vragen.
OK
Klik hierop om de instellingen door te voeren.
Annuleren
Klik hierop om de instellingen te annuleren.