Op deze pagina wordt een lijst met bestanden weergegeven die via scanner vanaf de documentserver moeten worden verzonden naar een opgegeven gedeelde map of e-mailadres. U opent deze pagina door een scannerbestand te selecteren op de pagina Documentserver en op Verzenden te klikken.
Opmerking
Geeft het aantal via de scanner te verzenden bestanden weer.
Geeft het totaal aantal via de scanner te verzenden pagina's weer.
Geeft de lijst met bestanden weer die via de scanner moeten worden verzonden. De bestanden in de lijst worden per individueel bestand verzonden, beginnend bovenaan de lijst.
Als u de volgorde van verzenden wilt wijzigen, selecteert u een bestand en klikt u op een van de knoppen onder de lijst.
Verplaats het bestand helemaal naar boven in de lijst.
Verplaats het bestand één positie omhoog.
Verplaats het bestand één positie omlaag.
Verplaats het bestand helemaal naar beneden in de lijst.
Klik hierop om een geselecteerd bestand uit de lijst te verwijderen.
Klik hierop om te controleren of de verzendinstellingen (bestemmingsadressen en verzendopties die op deze pagina zijn opgegeven) kunnen worden toegepast op de bestanden in de Lijst met te verzenden bestanden.
Wanneer u op Controleer voor verzenden klikt, wordt boven de knop een bericht weergegeven waarin wordt aangegeven of verzending kan worden uitgevoerd.
Geef een gedeelde map en/of e-mailadres op waarnaar de scannerbestanden moeten worden verzonden.
Klik op een van de volgende knoppen voor het betreffende bestemmingstype (map of e-mailadres):
Selecteer E-mail om een e-mailadres toe te voegen. Wanneer u op deze knop klikt, wordt de pagina E-mailbestemmingen toevoegen weergegeven.
Informatie over de pagina E-mailbestemmingen toevoegenSelecteer Map om een gedeelde map toe te voegen. Wanneer u op deze knop klikt, wordt de pagina Mapbestemmingen toevoegen weergegeven.
Informatie over de pagina Mapbestemmingen toevoegenKlik hierop om een geselecteerde bestemming uit de lijst te verwijderen.
Als u een bestemming wilt toevoegen, schakelt u het selectievakje links van de ontvanger in. Het aantal geselecteerde bestemmingen wordt boven de lijst weergegeven.
De lijst bevat de volgende items:
Geeft het bestemmingstype weer (E-mail of Map).
Knop DetailsAls u op deze knop klikt, wordt afhankelijk van het type bestemming en van de manier waarop deze is toegevoegd een van de volgende pagina's weergegeven:
De pagina Groepsbestemmingen controleren wordt weergegeven als u een groep heeft geselecteerd uit het adresboek op het apparaat.
De pagina Details e-mailbestemming wordt weergegeven wanneer u een bestemming heeft opgegeven door het e-mailadres rechtstreeks in te voeren of door dit te selecteren in het adresboek op de LDAP-server.
De pagina Details mapbestemming wordt weergegeven als u een bestemming heeft opgegeven door het pad van de map rechtstreeks in te voeren.
Geeft het pictogram van een hangslot weer wanneer S/MIME-codering is ingeschakeld voor het e-mailadres.
Geeft de vervaldatum van het bestemmingscertificaat weer.
Als
wordt weergegeven, is het certificaat verlopen. Als
wordt weergeven, is het certificaat bijna verlopen.
Geeft een gebruikers- of groepsnummer weer dat wordt toegekend bij registratie van de gebruiker of groep in het Adresboek. Het pictogram
links van het invoernummer verwijst naar een gebruiker. Het pictogram
verwijst naar een groep.
Opmerking
Geeft de naam van de gebruiker of groep weer.
Geeft de bestemming (e-mailadres of pad naar gedeelde map) weer.
Wanneer de bestemming een gedeelde map is, wordt tevens het maptype weergegeven (FTP of SMB).
Wanneer de bestemming een e-mailadres is, vinkt u het selectievakje Aan, Cc of Bcc aan.
Wanneer gebruikersverificatie is ingeschakeld, is de op dat moment ingelogde gebruiker de afzender.
Wanneer gebruikersverificatie is uitgeschakeld, kunt u een afzender selecteren in het adresboek door op Wijzigen te klikken, rechts van Afzender.
Als u de afzender wilt opgeven of wijzigen, klikt u op Wijzigen om de pagina Afzender specificeren weer te geven.
Informatie over de pagina Afzender specificerenOpmerking
U kunt hier een classificatiecode instellen, afhankelijk van het gebruiksdoel. U kunt tot 32 alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9, "_", "-") tekens invoeren.
Indien u classificatiecodes registreert, registreert de printer het aantal afdrukken dat wordt gemaakt onder elke code. U kunt classificatiecodes koppelen aan individuele gebruikers en doelen, waardoor u het printergebruik per gebruiker/doel kunt controleren. U kunt bijvoorbeeld accounts beheren op basis van individuele klanten of accounttitels.
Selecteer het bestandsformaat dat moet worden gebruikt wanneer het bestand via scanner wordt verzonden.
Specificeer of het PDF-bestand automatisch een naam moet krijgen als het een OCR gescande PDF betreft.
Wanneer u Aan selecteert, gebruikt deze functie OCR om de tekst te analyseren die is opgenomen in de gescande afbeelding en voegt dan de meest geschikte reeksen toe aan de bestandsnaam.
Geef aan of u een e-mailbericht retour wilt ontvangen om ontvangst van het bestand te bevestigen.
Opmerking
Voer zo nodig het onderwerp van het e-mailbericht in.
Wanneer u niets invoert, wordt het standaardonderwerp gebruikt dat op het apparaat is opgegeven.
Opmerking
Geef aan of een taak met S/MIME moet worden gecodeerd.
Wanneer Aan is geselecteerd, klikt u op Vernieuwen om deze te vergelijken met de bestemmingslijst.
Geef aan of u een digitale handtekening wilt toepassen bij het coderen van een taak met S/MIME.
Opmerking
Klik hierop om de bestanden in de lijst via scanner te verzenden met de opgegeven instellingen.
Opmerking
Klik hierop om het verzenden te annuleren en terug te keren naar de pagina Documentserver.