GebruikershandleidingPro C5300S/C5310S

Enveloprichting en aanbevolen staat

De manier om een origineel op de glasplaat te leggen en om enveloppen in te voeren, hangt af van de vorm en richting van de enveloppen.

Belangrijk

  • Druk niet af op de volgende enveloppen:

    • Vensterenveloppen

    • Vochtige enveloppen

Voordat u enveloppen gaat plaatsen

  • Als u enveloppen open wilt invoeren, moet u enveloppen gebruiken die inclusief de open flap ten minste 148 mm lang zijn. Plaats de enveloppen met de flappen volledig open. Er kan zich een papierstoring voordoen door de lengte of de vorm van de flap van de envelop.

  • Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om de lucht eruit te laten en de vier randen plat te maken. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen met een potlood of liniaal plat voordat u de enveloppen plaatst.

Opmerking

  • Neem contact op met uw lokale dealer voor meer informatie over aanbevolen enveloppen.

  • De duplexfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met enveloppen.

  • Voor een betere kwaliteit van de uitvoer is het raadzaam om de marges van de vier zijdes in te stellen op ten minste de volgende waarden:

    • Voorste invoerrand: 4 mm (0,16 inch)

    • Onderrand: 4 mm (0,16 inch)

    • Rechter-/linkerrand: 2 mm (0,08 inch)

  • Het kan zijn dat een afbeelding niet duidelijk wordt afgedrukt op een vel van ongelijke dikte. Druk een paar vellen af en controleer het resultaat.

  • Het afdrukresultaat is misschien niet voldoende of de envelop is gekreukt als bij een hoge temperatuur of vochtigheid.

  • Het afdrukresultaat is misschien niet voldoende of bij de uitvoer zijn de enveloppen gekreukt afhankelijk van de afdrukomgeving, zelfs bij gebruik van de aanbevolen enveloppen.

De kopieerfunctie gebruiken

Richting van enveloppen

Glasplaat

Lade 2–3

Handinvoer of brede bulklade

of brede bulklade met twee laden

of multihandinvoer (lade A)

Enveloppen met een opening aan de zijkant Staand

Illustratie van enveloprichting
Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: open

  • Te scannen zijde: naar beneden

Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: open

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: open

  • Te bedrukken zijde: naar boven

Enveloppen met een opening aan de zijkant Liggend

Illustratie van enveloprichting
Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: gesloten

  • Te scannen zijde: naar beneden

Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: gesloten

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

*1

Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: gesloten

  • Te bedrukken zijde: naar boven

*1 U kunt niet afdrukken vanuit de brede bulklade met twee laden of de multihandinvoer.

Bij het plaatsen van enveloppen moet u het envelopformaat en de dikte invoeren.

Kopiëren op enveloppen

De printerfunctie gebruiken

Soorten enveloppen

Lade 2–3

Handinvoer of brede bulklade

of brede bulklade met twee laden

of multihandinvoer (lade A)

Enveloppen met een opening aan de zijkant Staand

Illustratie van enveloprichting
Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: open

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: open

  • Te bedrukken zijde: naar boven

Enveloppen met een opening aan de zijkant Liggend

Illustratie van enveloprichting
Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: gesloten

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

*1

Illustratie van enveloprichting
  • Flappen: gesloten

  • Te bedrukken zijde: naar boven

*1 U kunt niet afdrukken vanuit de brede bulklade met twee laden of de multihandinvoer.

Selecteer bij het plaatsen van enveloppen "Envelop" als papiertype met behulp van zowel [Lade Papierinstellingen] als het printerstuurprogramma, en geef de dikte van de enveloppen op.

Afdrukken op enveloppen

Wanneer u enveloppen plaatst, selecteert u het vakje [180 graden draaien] op het tabblad [Uitgebreide Instelling] in het menu [Standaard] en drukt u vervolgens af.

Draai met behulp van het printerstuurprogramma het afdrukvoorbeeld 180 graden bij afdrukken op het volgende papier:

  • Enveloppen die met de korte rand tegen de apparaatbehuizing liggen

  • Enveloppen die met de lange rand tegen de apparaatbehuizing liggen in de handinvoer en brede bulklade

Enveloppen in de brede bulklade met twee laden plaatsen:

  • Als er een papierstoring optreedt, plaatst u nog 5 extra enveloppen.

  • Zorg dat het hoogteverschil tussen de onderzijde van de enveloppen en flappen niet meer bedraagt dan 10 mm.

    Illustratie van enveloppen