Een nieuw scanprofiel maken
Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].
Klik op [Hardware en geluiden].
Afhankelijk van de instellingen van het configuratiescherm, hoeft u deze stap niet uit te voeren.
Klik op [Apparaten en printers].
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor dit apparaat en klik vervolgens op [Scanprofielen...].
Klik op [Toevoegen...].
Configureer de vereiste instellingen voor het profiel.
Voer een profielnaam in het veld [Profielnaam:] in.
Klik op [Profiel opslaan].

U kunt verschillende profielen registreren. Als verschillende profielen geregistreerd zijn, wordt het profiel toegepast dat als standaard gedefinieerd is in het dialoogvenster [Scanprofielen].
Gebruik één van de volgende procedures om een scanprofiel in te stellen als het standaardprofiel:
In het dialoogvenster [Scanprofielen] klikt u op het scanprofiel en klikt u vervolgens op [Als standaard instellen].
Als u een nieuw scanprofiel heeft gemaakt in het dialoogvenster [Nieuw profiel toevoegen], vinkt u het selectievakje [Dit profiel als standaard instellen] aan.
Items en instellingen voor het scanprofiel
In de volgende tabel vindt u de instellingen voor het scanprofiel die u kunt configureren.
Item | Scaninstellingen |
|---|---|
Scanner: | Selecteer dit apparaat. |
Profielnaam: | Voer hier de profielnaam in. |
Bron: | Kies één van de volgende mogelijkheden:
|
Papierformaat: | Als u [Papierinvoer (enkelzijdig scannen)] of [Papierinvoer (dubbelzijdig scannen)] kiest bij [Bron:], dient u het papierformaat op te geven. |
Kleurindeling: | Kies één van de volgende mogelijkheden:
|
Bestandstype: | Kies één van de volgende mogelijkheden:
|
Resolutie (DPI): | Geef de resolutie op. |
Helderheid: | De instelling die u hier opgeeft, wordt niet gebruikt voor het scannen. |
Contrast: | De instelling die u hier opgeeft, wordt niet gebruikt voor het scannen. |