GebruikershandleidingPro C5300S/C5310S

Testafdruk

De eerste set van een document afdrukken

1Klik op de menuknop van de toepassing die u gebruikt en klik vervolgens op [Afdrukken].

2Selecteer de printer die u wilt gebruiken.

3Klik op [Voorkeursinstellingen].

4Klik bij [Taaksoort:] op het tabblad [Standaard] op [Aanpassen].

5Klik in de lijst "Taaksoort:" op [Testafdruk].

6Geef bij "Uitgebreide Instelling" een gebruikers-ID op in het vak "Voer gebruikers-ID in:".

7Klik op [OK].

8Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen.

9Klik op [OK].

10Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.

De resterende sets van een document afdrukken

Belangrijk

  • Nadat het afdrukken is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd.

1Druk op [Printer (klassiek)] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op het tabblad [Afdruktaken].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Voorbeeldafdr.].

4Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken.

U kunt alle testafdrukbestanden in één keer afdrukken door na selectie van één bestand op [Select. alle tk. ] te drukken.

5Druk indien nodig op [Voorvertoning] om het afdrukbeeld van het document te controleren.

In het voorbeeldscherm wordt alleen de eerste pagina van het document weergegeven. Voorbeelden kunnen niet worden weergegeven als er meer dan een document wordt geselecteerd.

Druk op [Afsluiten] om het voorbeeldscherm te sluiten.

6Druk op [Afdrukken].

7Om afdrukinstellingen van het document te wijzigen, drukt u op [Gedetaill. instell.].

Voor meer informatie over de instellingen die geconfigureerd kunnen worden, raadpleegt u Instellingen die op het bedieningspaneel geconfigureerd kunnen worden.

8Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen en druk daarna op [Afdrukken].

Opmerking

  • Als u het aantal kopieën wijzigt als meerdere documenten worden geselecteerd, zal het nieuw gespecificeerde aantal kopieën worden afgedrukt voor alle geselecteerde documenten. Als u het aantal niet wijzigt, wordt het aantal kopieën dat is gedefinieerd tijdens het opslaan van de documenten afgedrukt voor elk document.

  • Om het afdrukken te stoppen nadat u het afdrukken gestart heeft, drukt u op [Taak reset] of [Stoppen] op het [Printer]-scherm. Het bestand wordt dan verwijderd.

  • U kunt een testafdrukbestand ook met Web Image Monitor afdrukken. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.

Testafdrukbestanden verwijderen

Als u niet tevreden bent over de testafdruk kunt u het testafdrukbestand verwijderen, wijzigen en opnieuw afdrukken, net zolang totdat u wel tevreden bent.

1Druk op [Printer (klassiek)] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op het tabblad [Afdruktaken].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Voorbeeldafdr.].

4Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen.

U kunt alle testafdrukbestanden in één keer afdrukken door na selectie van één bestand op [Select. alle tk. ] te drukken.

5Druk op [Verwijderen].

6Druk op [Ja].

Opmerking

  • U kunt een testafdrukbestand ook met Web Image Monitor verwijderen. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.