GebruikershandleidingPro C5300S/C5310S

Een nieuw aangepast papiertype registreren door een bestaand papiertype aan te passen

U kunt de instellingen van geregistreerd aangepast papier openen en wijzigen en deze registreren als nieuw aangepast papier.

Deze functie is handig bij het registreren van papier van hetzelfde type als het bestaande papier, maar met een ander formaat.

Afhankelijk van welke instellingen u wijzigt, zullen de gegevens van nieuw geregistreerd aangepast papier er als volgt uitzien:

  • Als de instellingen van het geselecteerde aangepaste papier niet zijn gewijzigd:

    Alle instellingen van het geselecteerde aangepaste papier ([Naam aangepaste papiersoort], [Papierformaat], [Papiergewicht] en [Papiertype], inclusief de kenmerken van de kleurencontroller) worden naar het net geregistreerde aangepaste papier gekopieerd.

  • Als de instellingen [Naam aangepaste papiersoort], [Papierformaat], [Duplex toepassen], [Autopapierselec. toepassen] of [Geav. inst.] van de geselecteerde aangepaste papiersoort worden gewijzigd:

    De wijzigingen worden toegepast op nieuw geregistreerd aangepast papier.

  • Als de instellingen [Papiergewicht], [Papiertype], [Type gecoat papier], [Papierkleur], [Voorgeperforeerd of niet] of [Structuur of niet] van de geselecteerde aangepaste papiersoort worden gewijzigd:

    De wijzigingen worden toegepast op nieuw geregistreerd aangepast papier en de geavanceerde instellingen ervan worden hersteld naar hun standaardwaarden volgens de wijzigingen die op de instellingen worden toegepast.

Bij het wijzigen van een aangepaste papiersoort die is geregistreerd vanuit de masterpapierbibliotheek, kunt u daarvoor de instellingen voor [Naam aangepaste papiersoort], [Papierformaat], [Duplex toepassen] en [Autopapierselec. toepassen] aanpassen. U kunt ook de merknaam en gegevensversie bij [Papiermerk] controleren.

1Druk op [Instellingen papierlade] op het scherm Home.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Aangepast papier bewerken][Nieuwe programm.][Andere aangepaste pap. instel. gebruiken].

3Selecteer het aangepaste papier waarvan u de instellingen wilt aanpassen en druk vervolgens op [OK].

4Wijzig indien nodig de instellingen voor het aangepaste papier (zoals naam, formaat en type papier).

Als u de instellingen voor [Papiergewicht], [Papiertype], [Type gecoat papier], [Papierkleur], [Voorgeperforeerd of niet] of [Structuur of niet] wijzigt en op [OK] drukt, verschijnt er een bericht waarin staat dat [Geav. inst.] gestart wordt. Om de wijzigingen voor die instellingen toe te passen, selecteert u [Wijzigen]. Als u de wijzigingen wilt annuleren, drukt u op [Niet wijzigen].

5Druk op [OK][Afsluiten].

Als het bericht "Sommige functies kunnen niet samen worden ingesteld. Controleer de instellingen. " wordt weergegeven, pas de instellingen dan aan met het pictogram.

6Druk op [Home] () om het scherm [Instellingen papierlade] te sluiten.

Opmerking

  • Voor meer informatie over aangepaste papierinstellingen, zie Instellingen voor aangepast papier.

  • Neem voor meer informatie over [Geav. inst.] contact op met uw apparaatbeheerder.