SMTP-ontvangst van e-mailberichten
Met SMTP-ontvangst kan het apparaat een e-mailbericht meteen ontvangen nadat de SMTP-server een e-mailbericht heeft ontvangen.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u dit apparaat eerst instellen met behulp van de MX-record van de DNS-server om SMTP-ontvangst mogelijk te maken.
Gebruik daarnaast de instelling voor het Ontvangstprotocol in Systeeminstellingen om het ontvangstprotocol in te stellen.


Zelfs als op de DNS-server SMTP-ontvangst is ingeschakeld, worden e-mailberichten die vanaf de SMTP-server zijn verstuurd niet ontvangen en geeft het apparaat een foutmelding als SMTP-ontvangst niet is ingesteld onder [ Systeeminstellingen]. Bovendien stuurt de SMTP-server een foutmelding per e-mail naar de verzender.
Als zich bij het ontvangen van een e-mailbericht een fout voordoet, wordt de ontvangst afgebroken, het e-mailbericht gewist en een foutrapport afgedrukt. Bovendien stuurt de SMTP-server een foutmelding per e-mail naar de afzender.
Wanneer de SMTP-server ontvangen documenten naar dit apparaat probeert te routeren terwijl het apparaat een e-mailbericht aan het verzenden is, zal het apparaat de SMTP-server beantwoorden met een "bezet"-signaal. Meestal probeert de SMTP-server de documenten vervolgens opnieuw te sturen, totdat de ingestelde termijn is verlopen.
Ontvangen e-mails via SMTP routeren
Via SMTP ontvangen e-mails kunnen naar andere faxapparaten worden gerouterd.
Voordat via SMTP ontvangen e-mail wordt omgeleid, moet u eerst [SMTP-ontvangstinstellingen bestandsbezorging] instellen op [Aan] in het menu Faxeigenschappen.
De aflever-instelling inschakelen

De afzender kan verzoeken om e-mails naar andere faxapparaten door te laten zenden door het volgende e-mailadres op te geven:
Faxnummer
fax=faxnummer bestemming@hostnaam van dit apparaat.domeinnaam
Bijvoorbeeld: als u wilt doorzenden naar faxnummer 212-567-1234:
fax=2125671234@aaa.abcdbedrijf.nl
Enkele bestemming die in het adresboek is geregistreerd
fax=
registratienummer van 5 cijfers of minder@hostnaam van dit apparaat.domeinnaam
Voorbeeld: doorzenden naar bestemmingsnummer 00001:
fax=
00001@aaa.abcdbedrijf.nl
Groepsbestemming die in het adresboek is geregistreerd
fax=![]()
![]()
registratienummer van 5 cijfers of minder@hostnaam van dit apparaat.domeinnaam
Voorbeeld: doorzenden naar de bestemming die is geprogrammeerd onder groepsnummer 00004:
fax=![]()
![]()
00004@aaa.abcdbedrijf.nl

Het is mogelijk dat deze functie, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, niet beschikbaar is.
Als een doorzendverzoek per e-mail wordt ontvangen terwijl [SMTP-ontvangstinstellingen bestandsbezorging] is ingesteld op [Uit] in het menu Faxeigenschappen, beantwoordt dit apparaat de SMTP-server met een foutmelding.
U kunt instellingen maken die het doorzenden naar bepaalde afzenders beperkt.
Met deze functie kunt u ook tegelijkertijd via dit apparaat met uw e-mailtoepassing documenten verzenden naar e-mailadressen en bestemmingen van G3-faxapparaten.
Als u een routerbestemming heeft opgegeven en deze bijwerkt met de centrale adresboekbeheer-functie, worden de gespoolde documenten naar de volgende bestemmingen gerouterd:
Als u een fax-, IP-fax-, internetfax-, e-mail- of cloudfaxbestemming heeft opgegeven, worden de documenten naar de bestemming gerouterd vóór het bijwerken.
Als u een mapbestemming heeft opgegeven, worden de documenten naar de bestemming gerouterd na het bijwerken.