GebruikershandleidingIP CW2200

Systeem

In dit gedeelte worden de instellingen in [Systeem] onder [Printereigenschappen] beschreven.

De "Instellingen" gebruiken

Actie bij fout

Instellingsitems

Omschrijving

Foutenrapport afdrukken

U kunt opgeven of een foutenrapport moet worden afgedrukt wanneer zich een printer- of geheugenfout voordoet.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Automatisch doorgaan

Wanneer het papier dat is opgegeven in het printerstuurprogramma niet is ingesteld op het apparaat, kunt u opgeven of het apparaat door moet gaan met afdrukken op papier dat niet is opgegeven nadat zich een systeemfout heeft voorgedaan (geforceerd afdrukken).

Wanneer u [Direct] opgeeft, wordt geforceerd afdrukken gestart. U kunt het dialoogvenster weergeven om te bevestigen of u wilt doorgaan met afdrukken en opgeven om tot een bepaalde periode (1 tot 15 minuten) te wachten.

Afhankelijk van de apparaatinstellingen wordt het afdrukken geannuleerd en wordt geforceerd afdrukken niet gestart. De resultaten van geforceerd afdrukken kunnen niet worden gegarandeerd.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Opslaan en foute taak overslaan

U kunt opgeven of een foutieve taak in het apparaat moet worden opgeslagen en of de volgende taak moet worden afgedrukt. Normale afdruk, Testafdruk en Opgeslagen afdruk -taken kunnen in het apparaat worden opgeslagen wanneer zich een fout voordoet. Als u deze instelling wilt activeren, geeft u het aantal pagina's op van de foutieve taak die het apparaat bij het afdrukken controleert (1 tot 999 pagina's). Bij een groot aantal pagina's duurt het een tijdje voordat het afdrukken begint. Als er een fout optreedt nadat het afdrukken is gestart, wordt de volgende taak niet afgedrukt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Geheugenoverloop

Wanneer de verzonden gegevensgrootte te groot is om op het apparaat te verwerken, kunt u aangeven of u wilt stoppen met afdrukken op de foutenpagina (Niet afdrukken) of wilt doorgaan met afdrukken.

Om door te gaan met afdrukken, geeft u de sorteerfunctie vrij en drukt u de fouteninformatie als laatste af.

  • Standaardinstelling: [Niet afdrukken]

Instelling foutweergave

U kunt aangeven of alle afdrukfouten op het bedieningspaneel moeten worden weergegeven. Wanneer u [Alleen belangrijke] opgeeft, worden sommige afdrukfouten weergegeven.

  • Standaardinstelling: [Alle]

Melding weergeven als PDL-fout optreedt en taak automatisch geannuleerd wordt

U kunt aangeven of u het afdrukken wel of niet wilt annuleren en het bevestigingsscherm wilt tonen als er een fout optreedt vanwege de beperkingen die te maken hebben met de taal, opties of beveiligingsinstellingen van de printer.

  • Standaardinstelling: [Niet weergeven]

Papier in/uit

Instellingsitems

Omschrijving

Sub papierformaat

U kunt aangeven of A4- en 81/2 × 11-papier als hetzelfde formaat worden behandeld.

  • Standaardinstelling: [Autom.]

Schakelen tussen papierinvoerlocatie

Dit is de instellingsoptie die moet worden opgegeven wanneer u afdrukt door de papierinvoerlocatie in het printerstuurprogramma op te geven. U kunt aangeven of automatische papierselectie is toegestaan wanneer het papier dat in de papierinvoerlocatie is geplaatst verschilt van de instellingen die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma. Wanneer papier van hetzelfde formaat en type is geladen in een andere papierinvoerlocatie, wordt er papier ingevoerd vanuit de papierinvoerlocatie.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Uitbr. Autom. papierinvoerwisseling

Dit is de instellingsoptie die moet worden opgegeven wanneer u afdrukt door de papierinvoerlocatie op te geven. U kunt opgeven of er papier van hetzelfde formaat en type moet worden gebruikt dat is geladen in een andere papierinvoerlocatie wanneer de aangegeven papierinvoerlocatie leeg is.

Als Automatisch papierinvoer wisselen voor de afdrukinstellingen van emulatie is uitgeschakeld, gaat het afdrukken verder met Automatisch papierinvoer wisselen.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Emulatie

Instellingsitems

Omschrijving

Printertaal

Geef de printertaal op.

  • Standaardinstelling: [Autom.]

Standaard printertaal

U kunt de printertaal opgeven die moet worden gebruikt als het apparaat de printertaal niet kan detecteren.

  • Standaardinstelling: [PS]

Afdrukinst.

Instellingsitems

Omschrijving

Gecomprimeerde gegevens afdrukken

U kunt aangeven of u taakgegevens die zijn gecomprimeerd in het GZIP-formaat, wilt decomprimeren en extraheren voordat u gaat afdrukken.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Kopieën:

U kunt het aantal exemplaren opgeven tijdens het afdrukken zonder het printerstuurprogramma te gebruiken.

  • Standaardinstelling: [1] kopie

Afdrukken Blanco pagina

Hier kunt u opgeven of u lege pagina's wilt afdrukken.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Pagina's die aan een van de volgende voorwaarden voldoen, worden als blanco beschouwd.

  • Er zijn geen afbeeldingen.

  • Er zijn afbeeldingen, maar die bevinden zich buiten het afdrukbare gebied.

  • Er zijn enkel blanco tekens.

Afdruk zonder marges

U kunt opgeven of onder- of bovenmarges moeten worden verwijderd bij het afdrukken van een document.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Aut. ander pap.frm sel. om dr te gaan mt afdr.

U kunt opgeven of er automatisch een andere papierinvoerlocatie moet worden geselecteerd waarin papier van een ander formaat is geladen om doorlopend te kunnen afdrukken wanneer er geen papierinvoerlocatie is gevonden met papier van het opgegeven formaat.

Als [Actief] is opgegeven voor [Inst. vr aut. ander form. sel. om dr te gaan mt afdr.], geeft u ook Papierinvoerrichting en Afbeeldingspositie op.

  • Standaard

    • Inst. vr aut. ander form. sel. om dr te gaan mt afdr.: [Actief]

    • Papierinvoerrichting: [Automatisch (minimaal blanco gebied)]

    • Afbeeldingspositie: [Links uitlijnen]