Apparaat
In dit gedeelte worden de instellingen in [Apparaat] onder [Systeeminstellingen] beschreven.
Afbeeldingskwaliteit aanpassen/Afdrukactie
Instellingsitems | Omschrijving |
|---|---|
Instellingen voorbeeldgebied | Geef de standaardinstellingen op voor het gebied, de oppervlaktemaat en de richting voor het weergeven van voorbeelden van opgeslagen documenten op het bedieningspaneel. Deze instelling is handig wanneer geen afdrukvoorbeeld van het volledige beeld kan worden weergegeven vanwege de afmetingen van het document.
|
Afscheuren van papier voorkomen | Pas de hoogte voor elke papierinvoer aan om het afscheuren van papier te vermijden.
Als [Folie (mat)] is opgegeven voor [Instellingen papierinvoerlocatie/papier] |
Automatische spuitkopcontrole | Geef aan hoe vaak moet worden gecontroleerd of de spuitkopjes verstopt zijn.
Bij de controle op verstopte spuitkopjes wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt. Nadat de spuitkopjes zijn gecontroleerd, worden de printkoppen in sommige gevallen gereinigd. Als een bepaalde niet wordt afgedrukt of heel licht wordt afgedrukt maar de spuitkopjes niet verstopt zijn, moet u de koppen handmatig reinigen of doorspoelen. |
Uni-/bidirectioneel afdrukken | Selecteer de afdrukmethode (uni-/bidirectionele instelling).
|
Inschakelen/Energiespaarstand
Instellingsitems | Omschrijving |
|---|---|
Ontwaken uit energiespaarstand voor bedrijfstoepassing | Geef aan of u energiezuinig ontwaken vanuit de slaapstand wilt inschakelen. Als [Aan (energiespaarstand)] is geselecteerd, kan dit meer energie besparen voor de functies, zoals adresboek of browser, die de afdrukfunctie niet gebruiken. Het duurt langer dan normaal om te beginnen met afdrukken.
|
En.sp.stnd om afdr.server uit te schak. | Geef op of u de energiebespaarmodus wilt inschakelen of uitschakelen wanneer u de USB-apparaatserver gebruikt. Als het apparaat in de energiespaarstand staat, krijgt de afdrukserver geen stroom en kunt u niet afdrukken.
|
Gereed-status na afdrukken | Geef de modus op waarnaar het apparaat terugkeert nadat er documenten tijdens de slaapstand zijn afgedrukt.
|
Hoofdstroom aan via bediening op afstand | Geef op of de hoofdvoeding van het apparaat moet worden ingeschakeld via de Wake-On-LAN op de computer in een netwerk.
|
Sleutel om energiespaarstand te wijzigen | Geef aan welke modus het apparaat moet activeren bij het indrukken van de toets voor de energiespaarstand (
|
Opstartmodus van het bedieningspaneel | Geef op welke voorrang heeft, de tijd tot het Home-scherm wordt weergegeven of het energieverbruik. Wanneer u [Normaal] opgeeft, verbruikt het apparaat minder energie maar duurt het langer voordat het scherm wordt weergegeven dan bij [Snel].
|
Herstel door middel van draadloze verbinding | Geef aan of er automatisch vanuit de slaapstand moet worden hersteld wanneer het apparaat vanaf het mobiele apparaat wordt gebruikt.
|
Extern apparaat
Instellingsitems | Omschrijving |
|---|---|
USB-apparaatlijst registreren/wijzigen | Registreer de Product-ID- en Leverancier ID-informatie voor een IC-kaartlezer als set op de apparatenlijst om het gebruik van USB-apparaten te beperken. De "Product-ID"- en "Leverancier ID"-informatie voor een USB-apparaat zijn door de fabrikant toegewezen om het individuele apparaat te identificeren. "Leverancier ID"-invoerinstellingen liggen tussen 0x0001 en 0xFFFE en de "Product ID"-invoerinstellingen liggen tussen 0 en 0xFFFF. Er kunnen maximaal tien Product-ID's en Verkoper-ID's worden geregistreerd. |
SD-kaartsleuf in bedieningspaneel | Geef aan of de SD-kaartsleuf aan de zijkant van het bedieningspaneel moet worden ingeschakeld.
|
USB-geheugensleuf in bedieningspaneel | Geef aan of de USB-sleuf aan de zijkant van het bedieningspaneel moet worden ingeschakeld.
|
Gebruik van mediasleuven toestaan | Geef [Verbieden] op voor "Afdrukken vanaf geheugenopslagapparaat" om te voorkomen dat documenten die zijn opgeslagen op externe media worden afgedrukt.
|
Extern toetsenbord | Geef de toetsenindeling van het externe toetsenbord op.
|
@Remote service
Instellingsitems | Omschrijving |
|---|---|
Testoproep Service | Voer een testoproep uit naar de Ricoh @Remote center-server (Ricoh-gateway). Deze functie is beschikbaar wanneer de Ricoh @Remote wordt gebruikt. |
Meld status van het apparaat | Stuur bericht over de status van het apparaat naar de Ricoh @Remote center-server (Ricoh-gateway). Deze functie is beschikbaar wanneer de Ricoh @Remote wordt gebruikt. |
Automatische detectie | Geef aan of de statusinformatie van het apparaat moet worden verzameld dat Ricoh @Remote op een netwerk niet ondersteunt en om het samen met de informatie van het apparaat naar de Ricoh @ Remote-server te verzenden. Wanneer u de actieve verzending opgeeft, geeft u de timing en de SNMP-communicatienaam op.
|
Overige
Instellingsitems | Omschrijving |
|---|---|
Centraal beheer |
|
Centraal beheer (Vervolg) |
|
Ondersteuningsinstellingen | Geef aan of Help moet worden weergegeven op basis van het weergegeven scherm. Wanneer [Help-functies] is ingesteld op [Aan], wordt de toets [?] rechtsboven in het scherm weergegeven. Wanneer u voor de eerste keer op de toets [?] drukt, kunt u in het begeleidingsscherm selecteren of de online- of de offline-help moet worden weergeven.
|
Compatibele ID | Geef op of u Compatibele ID wilt in- of uitschakelen. Wanneer dit apparaat via USB of een netwerk met de computer is verbonden, geeft u [Inactief] op om te voorkomen dat een printerstuurprogramma automatisch via plug en play wordt geïnstalleerd.
|
Vaste USB-prt | Dit is een instellingsoptie om aan te geven wanneer u dezelfde apparaten gebruikt als dit apparaat. Wanneer u het apparaat via de USB-verbinding als printer gebruikt, hoeft u het printerstuurprogramma niet opnieuw te installeren. Als u deze functie wilt gebruiken, geeft u [Niveau 1] op.
|

).