GebruikershandleidingIM CW2200

Een inlog-/uitlogbeleid instellen

Om de gegevens in het apparaat te beveiligen, configureert u het apparaat dusdanig dat inloggen en uitloggen correct worden uitgevoerd.

Gebruikersverificatie kan onbevoegd gebruik niet volledig voorkomen. Een onbevoegde persoon kan bijvoorbeeld bij het apparaat inloggen door het wachtwoord te raden. Wanneer een gebruiker niet uitlogt bij het apparaat, kan een andere gebruiker de rechten van de vorige gebruiker benutten.

Stel de volgende functies in om het apparaat te beschermen tegen dergelijke risico's.

Gebruiker uitsluiten

Als er meerdere keren een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, dan voorkomt de uitsluitingsfunctie verdere inlogpogingen van gebruikers onder dezelfde log-in gebruikersnaam (uitsluiting).

Afbeelding van het opgeven van het beleid inzake inloggen/uitloggen
  • Om een uitgesloten gebruiker weer te laten inloggen, moet de gebruikersbeheerder de uitsluitingsstatus van de gebruiker intrekken. De uitsluitingsstatus kan ook zo worden ingesteld dat deze na een bepaalde periode automatisch wordt ingetrokken.

  • U kun het aantal pogingen opgeven dat met een wachtwoord mag worden ingelogd voordat de gebruiker wordt uitgesloten en de tijdsduur waarna de uitsluiting automatisch wordt opgeheven.

  • De standaardinstelling is dat er vijf keer een verkeerd inlogwachtwoord mag worden ingevoerd en dat de uitsluitingsstatus niet automatisch wordt ingetrokken.

Timer voor automatisch uitloggen

Nadat u inlogt, wordt u automatisch uitgelogd bij het apparaat als u het bedieningspaneel gedurende een bepaalde tijd niet gebruikt.

Afbeelding van het opgeven van het beleid inzake inloggen/uitloggen
  • Standaard logt het apparaat u automatisch uit als u het bedieningspaneel gedurende drie minuten niet gebruikt.

    Timer

  • Voor meer informatie over automatisch uitloggen bij Web Image Monitor, zie de Help-functie van Web Image Monitor.

Opmerking

  • De functie voor het uitsluiten van gebruikers werkt alleen voor alle gebruikers als Basisverificatie is geactiveerd. Als Windows- of LDAP-verificatie is geactiveerd, werkt het alleen voor de supervisor en beheerders. Voor het uitsluiten van algemene gebruikers wordt het wachtwoordbeleid van de certificeringsserver toegepast.

Gebruikersuitsluiting opgeven

Geeft het aantal pogingen om in te loggen met een wachtwoord op voordat de gebruiker wordt uitgesloten en de tijdsduur waarna de uitsluiting weer automatisch wordt opgeheven in Web Image Monitor.

1Log via Web Image Monitor in op het apparaat als de apparaatbeheerder.

Inloggen op het apparaat als beheerder

2Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].

3Klik op [Gebruiker-uitsluitingspolicy] in de categorie "Beveiliging".

4Geeft het aantal pogingen voor inloggen met een wachtwoord op voordat de gebruiker wordt uitgesloten en de tijdsduur waarna de uitsluiting automatisch wordt opgegeven.

  • Uitsluiting

    Selecteer [Actief] en geef vervolgens "Aantal pogingen voor uitsluiting" op van 1 tot 10.

  • Uitsluiting vrijlatingstimer

    Selecteer [Actief] om uitsluitingsstatus in te trekken nadat een opgegeven tijdsduur is verstreken en voer vervolgens de gewenste waarde in bij "Gebruiker uitsluiten voor", tot maximaal 9999 minuten (ongeveer zeven dagen).

5Klik op [OK].

6Log uit bij het apparaat en sluit vervolgens de webbrowser.

De uitsluitingsstatus intrekken

De rechten die nodig zijn voor het intrekken van de uitsluitingsstatus verschillen afhankelijk van het type gebruiker dat is uitgesloten.

  • Wanneer een algemene gebruiker is uitgesloten: de gebruikersbeheerder moet inloggen en de uitsluitingsstatus intrekken.

  • Wanneer een beheerder is uitgesloten: de supervisor moet inloggen en de uitsluitingsstatus intrekken.

  • Wanneer een supervisor is uitgesloten: de apparaatbeheerder moet inloggen en de uitsluitingsstatus intrekken.

1Log in via Web Image Monitor op het apparaat als beheerder met opheffingsbevoegdheid of als de supervisor.

Inloggen op het apparaat als beheerder

2Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Adresboek].

3Selecteer de account van de uitgesloten gebruiker en klik vervolgens op [Wijzigen] op het tabblad [Gedetailleerde invoer].

4Selecteer [Inactief] bij "Uitsluiting" van [Verificatie-informatie].

5Klik op [OK].

6Log uit bij het apparaat en sluit vervolgens de webbrowser.

Opmerking

  • U kunt de uitsluitingsstatus van de beheerders en supervisor intrekken door het apparaat uit en weer in te schakelen of door de uitsluitingsfunctie te deactiveren in [Beheerder programmeren/wijzigen] onder [Configuratie] in Web Image Monitor.

De tijdsduur instellen waarna het apparaat u automatisch uitlogt

1Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat.

Inloggen op het apparaat als beheerder

2Druk op het Home-scherm op [Instellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk in het instellingenscherm op [Systeeminstellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Datum/Tijd/Timer][Timer][Timer voor automatisch uitloggen].

5Selecteer in de lijst naast Timer voor automatisch uitloggen[Aan], en geef de periode op waarna het apparaat u automatisch uitlogt, en druk vervolgens op [Done].

Afbeelding van bedieningspaneel

U kunt 10 tot 999 seconden invoeren.

6Druk op [OK].

7Druk op [Home] (Afbeelding van bedieningspaneel).

8Wanneer het bevestigingsdialoogvenster wordt weergegeven, drukt u op [OK], en logt u vervolgens uit bij het apparaat.