Afdrukopties opgeven
Wat zijn afdrukopties?
Tekstreeksen die aan afdrukopdrachten zijn toegevoegd wanneer gegevens op een netwerkprinter vanaf een UNIX-werkstation of een computer worden afgedrukt, worden in deze handleiding 'afdrukopties' genoemd.
Via afdrukopties kunt u de RTIFF-menu-instellingen opgeven. De instellingen die door de afdrukopties worden opgegeven, krijgen voorrang op de RTIFF-menu-instellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn opgegeven. De instellingen die in de afdrukopties zijn opgegeven, gelden echter maar tijdelijk, en worden gewist en teruggezet naar via het bedieningspaneel geconfigureerde instellingen zodra de uitvoer van de afdrukopdracht is voltooid.

U kunt de afdrukopties alleen met de afdrukopdracht opgeven als TCP/IP als netwerkprotocol wordt gebruikt. Voor meer informatie over het opgeven van afdrukopties, zie Specificatieopdracht van afdrukoptie (RTIFF).
Als bepaalde afdrukopties worden opgegeven, is het mogelijk dat de instellingen van het RTIFF-menu die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, ook worden toegepast.
Afdrukopties opgeven
De manier waarop afdrukopties worden opgegeven, is afhankelijk van de opdracht die voor het afdrukken wordt gebruikt. Als u de 'ftp'-opdrachtregel bijvoorbeeld vanuit een UNIX-werkstation wilt gebruiken, voer dan een spatie in achter de afdrukopdrachtregel en voer vervolgens de afdrukopties in zonder enters.
Voorbeeld: u wilt naar RTIFF overschakelen, papier invoeren vanuit papierinvoerlocatie 1, drie maal afdrukken en een afbeelding af in het midden van het afdrukbare gebied afdrukken. De opdrachtregel die u hiervoor nodig hebt, is:
ftp> put "tiff-filename",filetype=RTF,tray=1,copies=3,center
Als u meer dan één afdrukoptie wilt opgeven, gebruik dan komma's "," om elke afdrukoptie van de vorige te scheiden.
Sommige afdrukopties vereisen dat er een waarde wordt ingevuld. Om een waarde op te geven, voert u het teken "=" in na de naam van de afdrukoptie en voert u direct daarachter, zonder spatie, de waarde in.
Als u slechts één afdrukoptie opgeeft die het teken "=" niet bevat, voeg dan een komma (,) toe vóór de afdrukoptie.

Voor meer informatie over de afdrukopdrachten, zie "Apparaatcontrole" op onze website.
Als het besturingssysteem dat u gebruikt het gebruik van het teken "=" niet toestaat, gebruik dan "_" (liggend streepje).
Het aantal tekens dat voor het opgeven van afdrukopties gebruikt kan worden, is maximaal 1023 byte. Maar dit is mogelijk minder afhankelijk van de omgeving, zoals het besturingssysteem, netwerkomgeving en toepassing.
Het is mogelijk dat gegevens niet correct worden afgedrukt als u een onjuiste afdrukoptie of een waarde die buiten het bereik ligt, opgeeft.
Lijst met afdrukopties
Naam afdrukoptie | Waarde | Omschrijving |
|---|---|---|
filetype | RTF | Geeft de printertaal op die voor afdrukken wordt gebruikt |
tray | 1, 2, 3, 4*, 5*, 6*, T | Geeft een papierinvoerlocatie aan De waarden met een * worden genegeerd als de invoeroptie niet is ingesteld. |
paper | Paper (Papier) | Geeft een papierinvoerlocatie aan waarin papier is geplaatst dat voldoet aan de opgegeven voorwaarde |
Paper/paper type 1/paper type 2/.../paper type n | Geeft een papierinvoerlocatie aan waarin papier is geplaatst dat voldoet aan de opgegeven voorwaarde | |
autotray | Geen waarde | Wisselt naar een andere papierinvoerlocatie als het papier op is |
noautotray | ||
portrait | Geen waarde | Geeft een afbeeldingsrichting op het papier op |
landscape | ||
600dpi | Geen waarde | Selecteert een resolutie |
copies | 1-999 | Geeft het afdrukkwaliteitniveau op |
mag | 0,002-500 | Verkleint/vergroot een afbeelding met dezelfde factor in verticale en horizontale richting |
Paper 1.paper 2 | Verkleint/vergroot een afbeelding met dezelfde factor in verticale en horizontale richting | |
leftspace | ± 30 cm | Geeft de linkermarge op het papier aan |
rightspace | ± 30 cm | Geeft de rechtermarge op het papier aan |
topspace | ± 30 cm | Geeft de marge aan de bovenkant van het papier aan |
bottomspace | ± 30 cm | Geeft de marge aan de onderkant van het papier aan |
xoffset | ± 100 cm | Verschuift een afbeelding in de horizontale richting |
yoffset | ± 100 cm | Verschuift een afbeelding in de verticale richting |
multicols | 1-10 | Geeft het aantal kolommen aan om meerdere afbeelding op één vel af te drukken |
multirows | 1-10 | Geeft het aantal regels aan om meerdere afbeelding op één vel af te drukken |
xmag | 0,002-500 | Verkleint/vergroot een afbeelding in de horizontale richting |
ymag | 0,002-500 | Verkleint/vergroot een afbeelding in de verticale richting |
negative | Geen waarde | Past positieve/negatieve omkering op een afbeelding toe |
positive | ||
brightness | 0,01-999 | Wijzigt de helderheid van een afbeelding met verschillende niveaus (grijswaarden) |
contrast | 0,01-999 | Wijzigt het contrast van een afbeelding met verschillende niveaus (grijswaarden) |
center | Geen waarde | Plaatst een afbeelding in het midden van het afdrukbare gebied |
nocenter | ||
fit | Geen waarde | Verkleint/vergroot een afbeelding zodat deze overeenkomt met het afdrukbare gebied |
nofit | ||
tifffit | Geen waarde | Verkleint/vergroot een afbeelding zodat deze een afbeelding op ware grootte wordt |
notifffit | ||
autopaper | Geen waarde | Selecteert automatisch een papierinvoerlocatie en afbeeldingsrichting die geschikt zijn voor het afbeeldingsformaat |
Paper 1/paper 2/.../paper n | Selecteert automatisch een papierinvoerlocatie en afbeeldingsrichting die geschikt zijn voor het afbeeldingsformaat | |
Paper type 1/paper type 2/.../paper type n | Selecteert automatisch een papierinvoerlocatie en afbeeldingsrichting die geschikt zijn voor het afbeeldingsformaat | |
Tolerance (n %) | Selecteert automatisch een papierinvoerlocatie en afbeeldingsrichting die geschikt zijn voor het afbeeldingsformaat | |
Paper 1/paper 2/.../paper n/paper type 1/paper type 2/.../paper type n/tolerance | Selecteert automatisch een papierinvoerlocatie en afbeeldingsrichting die geschikt zijn voor het afbeeldingsformaat | |
/freecut of /nofreecut | Drukt op het papier af dat in de papierinvoerlocatie met papier met aangepast formaat is geplaatst en dat het best geschikt is voor de afbeelding met aangepast formaat | |
/speedpriority of /lefpriority of /sefpriority | Selecteert automatisch een papierinvoerlocatie en afbeeldingsrichting die geschikt zijn voor het afbeeldingsformaat | |
errorprint | Geen waarde | Drukt een foutmelding af |
noerrorprint | ||
colormode | Geen waarde | Hiermee wordt afgedrukt in kleur |
monomode | Drukt in zwart-wit af | |
maxarea | Geen waarde | Selecteert een afdrukbaar gebied |
normalarea | ||
printquality | snelheidsprioriteit, standaard, kwaliteitsprioriteit, snelheidsprioriteitslijn | Geeft de afdrukkwaliteit weer |
diskbuffer | Geen waarde | Selecteert een gegevensbuffer |
memorybuffer | ||
orientation | Afbeeldingsrichting (0, 90, 180, 270) | Selecteert een afbeeldingsrichting |
autoreduce | Papierformaat (a0, a1, a2, etc.) | Verkleint een afbeeldingsformaat tot het opgegeven papierformaat indien het afbeeldingsformaat groter is dan het opgegeven papierformaat |
Waarde van margecorrectie (± 30 cm) | Geeft een papierformaat op met de functie automatisch verkleinen | |
Factor uitgezonderd (-99% of meer) | Geeft een factor op die wordt uitgezonderd als het formaat voor automatisch verkleinen wordt bepaald | |
freesize | Breedte × lengte (/tr of /tt) | Geeft het aangepaste formaat in eenheden van mm op |
magprocess | Geen waarde | Geeft op of er uitvergroting moet worden toegepast aan de hand van pixelreductie of afbeeldingscorrectie. |
magprocessx | ||
magprocessy | ||
magprocessxy | ||
imagedirection | omgekeerd, normaal | Draait een afbeelding op het papier met 180 graden |
emlimagedirection | omgekeerd, normaal | Draait een afbeelding op het papier met 180 graden |
emlusercode | Gebruikerscode (maximaal 8 cijfers) | Geeft een gebruikerscode op |
emlqty | Sorteerhoeveelheid (1-999) | Voert elektronisch sorteren uit |
gebruikerscode | Gebruikerscode (maximaal 8 cijfers) | Geeft een gebruikerscode op |
pjl | on | Activeert afdrukopties (qty) die bij nabewerking horen |
qty | Sorteerhoeveelheid (1-999) | Voert elektronisch sorteren uit |
emptytray | Geen waarde | Selecteer of een papierinvoerlocatie waar geen papier meer in zit, meegenomen wordt voor de papierselectie. |
noemptytray |