GebruikershandleidingIM CW2200

Namen en functies van onderdelen

VOORZICHTIG

  • De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Dit kan leiden tot brand omdat de interne onderdelen oververhit raken.

Aanzicht vanaf de voor- en linkerkant

Afbeelding van hoofdeenheid met opsomming van onderdelen
  1. Bedieningspaneel

    Namen en functies van het bedieningspaneel

  2. Plaat

    Papier wordt hier omlaag gezogen om te voorkomen dat het gaat 'zweven'. Reinig dit deel als de achterkant van de afdrukken vies worden.

    De degel schoonmaken

  3. Papierhandinvoerlocatie

    Plaats hier papier wanneer u wilt kopiëren of afdrukken via de papierhandinvoerlocatie. Plaats het papier met de bedrukte zijde naar boven.

  4. Oprolknop

    Druk op deze knop om de papierrol te laden of verkeerd ingevoerd papier te verwijderen.

  5. Papierinvoerlocatie 2

    Laad hier een papierrol.

  6. Papierinvoerlocatie 1

    Laad hier een papierrol.

  7. Papieruitvoerlocatie

    Hier worden de afdrukken uitgevoerd.

  8. Voorpaneel

    Dit is het paneel van de papierhandinvoerlocatie. Open dit paneel om te kopiëren of af te drukken vanuit de papierhandinvoerlocatie, om verkeerd ingevoerd papier te verwijderen of om de plaat te reinigen.

  9. Hoofdstroomschakelaar

    Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Indien de schakelaar uitgeschakeld is, zet u deze aan.

Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant

Afbeelding van hoofdeenheid met opsomming van onderdelen
  1. Tabel met originelen

    Plaats hier originelen om te scannen, met de bedrukte zijde naar beneden.

  2. Paneel van origineleninvoer

    Open dit paneel om vastgelopen originelen te verwijderen.

  3. Stapeleenheid voor originelen

    Hier worden de originelen gestapeld.

  4. Steun stapeleenheid

    Gebruik deze steun als u originelen aan de voorkant wilt uitvoeren.

  5. [Scanner stoppen]-knop

    Gebruik deze toets als originelen scheef worden ingevoerd of om het scannen te annuleren terwijl er een origineel wordt ingevoerd.

  6. Papierhendel

    Deze hendel houdt papier vast dat in de papierinvoerlocatie of papierhandinvoerlocatie wordt geplaatst. Gebruik deze hendel wanneer u wilt kopiëren of afdrukken via de handinvoerlocatie of om verkeerd ingevoerd papier te verwijderen.

  7. Cartridgepaneel

    Open deze klep om printcartridges te vervangen.

  8. Paneel inktopvangeenheid

    Open dit paneel om de inktopvangeenheid te vervangen. Inkt die wordt gebruikt tijdens onderhoudstaken wordt opgevangen in de inktopvangeenheid.

  9. Opvangbak

    Het uitgevoerde papier wordt hier opgevangen.

  10. Paneel papierinvoerlocatie

    Open dit paneel om de papierrol in de papierinvoerlocatie te laden of om verkeerd ingevoerd papier te verwijderen.

  11. Origineelgeleider

    Stel de geleider in volgens de breedte van uw originelen.

Achteraanzicht

Afbeelding van hoofdeenheid met opsomming van onderdelen
  1. Originelenuitgang

    Hier worden de originelen afgeleverd.

  2. Uitvoergeleider van het origineel

    Stapelt originelen die bij de achteruitvoer zijn afgeleverd.

  3. Ventilatieopening

    De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt. Nadat u grote hoeveelheden hebt afgedrukt, kan de ventilator langer blijven draaien om de temperatuur in het apparaat te verlagen.

  4. Ethernet-interface

    Gebruik de poort om het apparaat op het netwerk aan te sluiten of om de service voor beheer op afstand (@Remote) via internet te gebruiken.

  5. USB 2.0-interface type B

    Gebruik de poort om het apparaat en de computer op elkaar aan te sluiten met de USB-kabel.

Opmerking