De standaardwaarde van elke functie wijzigen
U kunt de standaardwaarden van de in te stellen items wijzigen op het scherm Kopiëren of Scanner.
De waarden van de instellingen worden teruggezet naar de standaardwaarden wanneer het apparaat wordt ingeschakeld of wanneer het apparaat gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt. U kunt de bewerkingen van elke functie vereenvoudigen door de standaardwaarden van de scan- en afdrukinstellingen te wijzigen in de veelgebruikte waarden.
U kunt andere gebruikers dan de apparaatbeheerder verbieden om de standaardwaarden te wijzigen.

U kunt de standaardwaarden van de volgende instellingen niet registreren:
Kopiëren
Afdrukrichting of [Combineren]
Scanner
[Afzender], bestemming [PDF-beveiligingsinstellingen], [Startnummer]
Selecteer op het scherm Kopiëren of Scanner de instelling die u als standaardwaarde wilt gebruiken.
Druk op [Menu] (
)
[Huid. inst. als stand.inst. instellen].
Voorbeeld: Kopiëren scherm

Om de standaardfabrieksinstellingen te herstellen, drukt u op [Stand.inst. nr fabr.stand. terugzet.].
Als u de standaardinstellingen van het scherm [Scanner] herstelt, kan de geschiedenis van bestemmingen ook worden verwijderd.
Druk op [Programmeren] en druk daarna op [Afsluiten].
Nadat de configuratie is voltooid, drukt u op [Home](
).