GebruikershandleidingIM C2000/C2500/C3000/C3500/C4500/C5500/C6000 series

Oorspronkelijke instellingen (Faxeigenschappen)

In dit gedeelte worden de instellingen in het menu [Oorspr. instellingen] onder [Faxeigenschappen] beschreven.

Overzicht van twee soorten instellingenschermen (Standaard/Klassiek)

Instellingsitems

Omschrijving

Parameterinstelling

Configureer hier de verschillende functies op basis van de gebruiksstatus.

De parameterinstellingen wijzigen

Parameterinstelling: Lijst afdrukken

Selecteer deze optie om de lijst met parameterinstellingen af te drukken. Op de lijst worden alleen de vaak gebruikte functies en de functies die belangrijk lijken afgedrukt.

Progr. Gesloten Netwerk code

Registreer de ID om te gebruiken bij het verzenden en ontvangen van gegevens op een gesloten netwerk.

Voer een viercijferige ID in met alfanumerieke tekens (0-9, A-F). U kunt "0000" en "FFFF" niet opgeven.

De ID-code invoeren om een ontvangen faxdocument af te drukken

Progr. geh.bev.-ID

Registreer een ID om in te voeren bij het afdrukken van een document dat via Ontvangst geheugenbeveiliging is ontvangen.

Geef een viercijferig getal op met behulp van 0-9. U mag niet "0000" opgeven.

De ID-code invoeren om een ontvangen faxdocument af te drukken

Instelling Internetfax

Geef hier aan of internetfax moet worden gebruikt bij het verzenden van een fax.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Documenten zenden en ontvangen via internetfax

Sel. tel. met kiessch./dr.kts

Geef hier het lijntype van de telefoonlijn op. Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider. Als deze instelling niet juist is geconfigureerd, kunt u faxen ontvangen, maar deze mogelijk niet versturen.

  • Standaard: [Sel. tel. met dr.ts]

Faxinformatie programmeren

Registreer de apparaatinformatie (faxkoptekst, eigen naam en faxnummer) om op het apparaat en het uitvoerblad op de bestemming te tonen.

De bestemmingsnaam, de faxkoptekst en het standaardbericht afdrukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen

H.323 inschakelen

Geef aan of H.323 moet worden gebruikt bij het verzenden van een fax via IP-fax.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Documenten verzenden via IP-Fax

SIP inschakelen

Geef aan of SIP moet worden gebruikt bij het verzenden van een fax via IP-fax.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Documenten verzenden via IP-Fax

H. 323 instellingen

Geef het IPv4-adres of de hostnaam van de gatekeeper en het eigen faxnr. op. Geef de instelling op wanneer u H.323 gebruikt voor het verzenden van een fax via IP-fax.

Documenten verzenden via IP-Fax

SIP instellingen

Geef het IP-adres of de hostnaam van de SIP-server en de SIP-gebruikersnaam op Geef de instelling op wanneer u SIP gebruikt om een fax via IP-Fax te verzenden.

Documenten verzenden via IP-Fax

Gateway progr/wijz/verw

Registreer, wijzig of verwijder een VoIP-gateway. Registreer een gateway bij het routeren van de communicatie via de VoIP-gateway zonder de gatekeeper of SIP-server bij het verzenden van een fax via IP-Fax.

Documenten verzenden via IP-Fax

Menu beschermen

Geef hier het niveau van toegangsrechten op om wijzigingen aan de instellingen toe te staan voor de functies die door niet-beheerders kunnen worden gewijzigd.

E-mailinstelling

(dit instellingsitem wordt alleen geldig met [Fax (klassiek)])

Geef aan of er een e-mail in de faxfunctie moet worden gebruikt.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Mapinstelling

(dit instellingsitem wordt alleen geldig met [Fax (klassiek)])

Geef aan of er een map de faxfunctie moet worden gebruikt.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Bestandstype om te versturen

Geef de bestandsindeling op waarin een document moet worden verzonden wanneer de e-mail- of mapbestemming is opgegeven als bestemming van doorsturen, de bestemming van de verzending van het back-upbestand, de ontvanger voor de persoonlijke box of de eindontvanger voor de verzendbox.

  • Standaard: [TIFF]

Beveiliging voor e-mail verzendresultaten

Geef aan of een handtekening moet worden gecodeerd en aan een e-mail gekoppeld, die in de functie "E-mail verzendresultaat" is verzonden.

  • Standaard: (codering en handtekening beide uitgeschakeld)

Bestemmingslijst per lijn

Geef aan of de regel moet worden aangegeven voor de bestemmingslijst weergegeven op het faxscherm. Geef [Uit] aan om het regelkeuzescherm weer te geven als u op [Fax] drukt om het faxscherm te openen en alleen de bestemmingen weer te geven voor de geselecteerde regel als de bestemmingslijst.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Weergavestijl groepsbestemmingen

Geef aan of de groepen weergegeven moeten worden die de bestemmingen bevatten voor andere regels als [Bestemmingslijst per lijn] is ingesteld op [Aan].

  • Alleen bestemmingen met geselect. lijn

Geeft alleen de groepen weer die de bestemmingen bevatten voor de gespecificeerde regel.

  • Inclusief bestemmingen met geselecteerde lijn

Geeft de groepen weer die een of meer bestemmingen bevatten voor de aangegeven regel. Als u een dergelijke groep selecteert tijdens het aangegeven van en bestemming, wordt een bevestigingsscherm weergegeven met de vraag of u alleen de bestemming voor de gespecificeerde regel in de geselecteerde groep wilt specificeren of het selecteren van de groep wilt annuleren.

  • Standaard: [Inclusief bestemmingen met geselecteerde lijn]

Verbindingscontrole G3-faxlijn

Geef aan of er gedetecteerd moet worden of er een faxlijn is aangesloten en er een bericht weergegeven moet worden op het bedieningspaneel.

De standaardinstelling is Off, maar de instelling wijzigt automatisch naar [Aan] nadat u zelfs maar een keer een fax verstuurt of ontvangt. Als de instelling automatisch verandert in On en u verandert het dan weer naar Off, verandert de instelling daarna niet automatisch naar [Aan].

  • Standaardinstelling: [Uit]

Instellingen Super G3-communicatie

Geef aan of de Super G3-communicatie moet worden gebruikt op elke G3-faxlijn.

  • Standaardinstelling: [Aan]