Een gebruiker in het adresboek registreren en de inloggegevens opgeven
Wanneer "Basisverificatie" op het apparaat is ingesteld als methode voor gebruikersverificatie, geeft u de inloggebruikersnaam en het wachtwoord voor elke gebruiker op die het apparaat gebruikt.

Als u de verificatiemethode opgeeft waarbij gebruik wordt gemaakt van de LDAP-server (LDAP-verificatie), moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord alleen opgeven wanneer het verificatiescherm voor de LDAP-server wordt weergegeven.
De Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord opgeven (Schermtype Instellingen: Standaard)
Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.
Druk in het scherm Adresboek op [Registreren] en voer de gebruikersnaam in.

Druk op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige]
[Gebruikersbeheer].
Voer de inloggegevens in.
Voor Basisverificatie
Geef de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord op.

Voor LDAP-verificatie
Druk op [LDAP-verificatie-info.].
Selecteer [Andere verificatie-informatie opgeven] in "LDAP-verificatie-info.", en geef vervolgens de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord op om toegang te krijgen tot de LDAP-server.
Vraag de beheerder om de gebruikersnaam en het gebruikerswachtwoord om in te loggen.
Wanneer u [Andere verificatie-informatie opgeven] selecteert in "LDAP-verificatie-info.", wordt de instelling van [LDAP-server registreren/wijzigen/verwijderen] bij [Systeeminstellingen]
in de linkerkolom [Instellingen voor beheerder] ingeschakeld.[Systeeminstellingen]
[Instellingen voor beheerder]
[Verificatie/Kosten]
[Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder]

Druk op [OK].
Druk op [OK].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).
De Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord opgeven (Schermtype Instellingen: Klassiek)
Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.
Druk in het scherm Adresboek op [Registreren] en voer de gebruikersnaam in.

De items die worden weergegeven op het scherm variƫren afhankelijk van de versie van RICOH Altijd Huidige Technologie die op het apparaat wordt gebruikt.
Druk op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige]
[Gebruikersbeheer].

Voer de inloggegevens in.
Voor Basisverificatie
Geef de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord op.

Voor LDAP-verificatie
Druk op [LDAP-verificatie-info.].

Selecteer [Andere verificatie-informatie opgeven] in "LDAP-verificatie-info.", en geef vervolgens de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord op om toegang te krijgen tot de LDAP-server.
Vraag de beheerder om de gebruikersnaam en het gebruikerswachtwoord om in te loggen.
Wanneer u [Andere verificatie-informatie opgeven] selecteert in "SMTP-verificatie-info.", wordt de instelling van [Programmeer/Wijzig/Verwijder LDAP server ] bij [Systeeminstellingen]
op het tabblad [Beheerdertoepas.] ingeschakeld.
Druk op [OK].
Druk op [OK].
Druk na het voltooien van de procedure op [Home] (
).