GebruikershandleidingIM C530 series

Apparaat

In dit gedeelte worden de instellingen in [Apparaat] onder [Systeeminstellingen] beschreven.

Het instellingenscherm gebruiken

Afbeeldingskwaliteit aanpassen/Afdrukactie

Instellingsitems

Beschrijving

Uitloggen tijdens scannen toestaan

Geef aan of uitloggen via het bedieningspaneel is toegestaan tijdens het scannen van het origineel in de kopieerfunctie.

  • Standaardinstelling: [Verbieden]

Inschakelen/Energiespaarstand

Instellingsitems

Beschrijving

Ontwaken uit energiespaarstand voor bedrijfstoepassing

Geef aan of u energiezuinig ontwaken vanuit de slaapstand wilt inschakelen. Als [Aan (energiespaarstand)] wordt geselecteerd, kan dit meer energie besparen voor de functies, zoals adresboek of browser, die de afdrukfunctie of scanfunctie niet gebruiken. Het duurt langer dan normaal om te beginnen met afdrukken of scannen.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Uitschakelen als netwerkverbinding wordt verbroken

Regio A pictogram (voornamelijk Europa)

Geef aan of er naar de Uit-stand moet worden geschakeld als alle ethernetverbindingen, alle USB 2.0-aansluitingen en het faxverkeer gedurende langer dan twee uur niet zijn verbonden.

Opstartmodus van het bedieningspaneel

Geef op welke voorrang heeft, de tijd tot het Home-scherm wordt weergegeven of het energieverbruik. Wanneer u [Normaal] opgeeft, verbruikt het apparaat minder energie maar duurt het langer voordat het scherm wordt weergegeven dan bij [Snel].

  • Standaardinstelling: [Snel]

Herstel door middel van draadloze verbinding

Geef aan of er automatisch vanuit de slaapstand moet worden hersteld wanneer het apparaat vanaf het mobiele apparaat wordt gebruikt.

  • Standaardinstelling: [Inactief]

Extern apparaat

Instellingsitems

Beschrijving

USB-apparaatlijst registreren/wijzigen

Registreer de Product-ID- en Leverancier ID-informatie voor een IC-kaartlezer als set op de apparatenlijst om het gebruik van USB-apparaten te beperken.

De "Product-ID"- en "Leverancier ID"-informatie voor een USB-apparaat zijn door de fabrikant toegewezen om het individuele apparaat te identificeren. "Leverancier ID"-invoerinstellingen liggen tussen 0x0001 en 0xFFFE en de "Product ID"-invoerinstellingen liggen tussen 0 en 0xFFFF. Er kunnen maximaal tien Product-ID's en Verkoper-ID's worden geregistreerd.

SD-kaartsleuf in bedieningspaneel

Geef aan of de SD-kaartsleuf aan de zijkant van het bedieningspaneel moet worden ingeschakeld.

  • Standaardinstelling: [Actief]

USB-geheugensleuf in bedieningspaneel

Geef aan of de USB-sleuf aan de zijkant van het bedieningspaneel moet worden ingeschakeld.

  • Standaardinstelling: [Actief]

Gebruik van mediasleuven toestaan

Stel "Opslaan op geheugenapparaat" in op [Verbieden] om te voorkomen dat de gescande gegevens worden opgeslagen op externe media.

Stel "Afdrukken vanaf geheugenopslag" in op [Verbieden] om te voorkomen dat documenten die zijn opgeslagen op externe media worden afgedrukt.

  • Standaardinstellingen

    • Opslaan op geheugenapparaat: [Toestaan]

    • Afdrukken vanaf geheugenopslag: [Toestaan]

@Remote service

Instellingsitems

Beschrijving

Testoproep Service

Voer een testoproep uit naar de Ricoh @Remote center-server (Ricoh-gateway).

Deze functie is beschikbaar wanneer de Ricoh @Remote wordt gebruikt.

Meld status van het apparaat

Stuur bericht over de status van het apparaat naar de Ricoh @Remote center-server (Ricoh-gateway).

Deze functie is beschikbaar wanneer de Ricoh @Remote wordt gebruikt.

Automatische detectie

Geef aan of de statusinformatie van het apparaat moet worden verzameld dat Ricoh @Remote op een netwerk niet ondersteunt en om het samen met de informatie van het apparaat naar de Ricoh @ Remote-server te verzenden. Wanneer u de actieve verzending opgeeft, geeft u de timing en de SNMP-communicatienaam op.

  • Standaardinstelling: [Inactief]

Overige

Instellingsitems

Beschrijving

Ondersteuningsinstellingen

Geef aan of Help moet worden weergegeven op basis van het weergegeven scherm. Wanneer [Help-functies] is ingesteld op [Aan], wordt de knop [?] rechtsbovenaan in het scherm weergegeven. Wanneer u voor de eerste keer op de knop [?] drukt, kunt u in het begeleidingsscherm selecteren of de online- of de offline-help moet worden weergeven.

  • Standaard

    • Help-functies: [Aan]

    • Begeleidingsscherm weergeven: [Actief]

    • Bij voorkeur online Help weergeven: [Aan]

Vaste USB-prt

Dit is de instellingsoptie om aan te geven wanneer u dezelfde apparaten gebruikt als dit apparaat. Wanneer u het apparaat via de USB-verbinding als printer gebruikt, hoeft u het printerstuurprogramma niet opnieuw te installeren. Als u deze functie wilt gebruiken, geeft u [Niveau 1] op.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Stopknop om afdruktaak uit te stellen

Geef het bereik aan om te stoppen door op [Stoppen] te drukken.

  • Alle taken

    Door op [Stoppen] te drukken, wordt de dialoog weergegeven om alle taken te stoppen.

    Als de dialoog wordt weergegeven, worden nieuw ontvangen taken nog niet afgedrukt waardoor het mogelijk is afdruktaken te stoppen net nadat ze vanaf de computer verstuurd zijn.

  • Alleen huidige taak

    Stop de taken voor de functies die worden weergegeven op het bedieningspaneel.

  • Standaardinstelling: [Alle taken]