GebruikershandleidingIM 7000/8000/9000

Een gebruiker in het adresboek registreren en de inloggegevens opgeven

Wanneer "Basisverificatie" op het apparaat is ingesteld als methode voor gebruikersverificatie, geeft u de inloggebruikersnaam en het wachtwoord voor elke gebruiker op die het apparaat gebruikt.

Opmerking

  • Als u de verificatiemethode opgeeft waarbij gebruik wordt gemaakt van de LDAP-server (LDAP-verificatie), moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord alleen opgeven wanneer het verificatiescherm voor de LDAP-server wordt weergegeven.

1Druk op [Adresboek] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk in het scherm Adresboek op [Registreren] en voer de gebruikersnaam in.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige][Gebruikersbeheer].

4Voer de inloggegevens in.

Voor Basisverificatie

  1. Geef de Log-in gebruikersnaam op.

    Afbeelding van bedieningspaneel
  2. Geef het wachtwoord op bij [Log-in wachtwoord], en voer het wachtwoord vervolgens opnieuw in bij [Log-in wachtwoord bevestigen] ter bevestiging.

Voor LDAP-verificatie

  1. Druk op [LDAP-verificatie-info.].

  2. Selecteer [Andere verificatie-informatie opgeven] in "LDAP-verificatie-info.", en geef vervolgens de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord op om toegang te krijgen tot de LDAP-server.

    Voer het wachtwoord opnieuw in bij [Log-in wachtwoord bevestigen].

    Vraag de beheerder om de gebruikersnaam en het gebruikerswachtwoord om in te loggen.

    Wanneer u [Andere verificatie-informatie opgeven] in "Andere verificatie-informatie opgeven" selecteert, wordt de instelling van [LDAP-server registreren/wijzigen/verwijderen] ingeschakeld.

    • [Systeeminstellingen][Instellingen voor beheerder][Verificatie/Kosten][Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder]

    Afbeelding van bedieningspaneel
  3. Druk op [OK].

5Druk op [OK].

6Druk na het voltooien van de procedure op [Home] (Illustratie van het scherm van het bedieningspaneel).