GebruikershandleidingIM 2500/3000/3500/4000/5000/6000 series

De standaardwaarde van elke functie wijzigen

U kunt de standaardwaarden van de op te geven items wijzigen op het Kopiëren, Fax, Scanner of Afdrukken/scannen (geheugenopslagapparaat) controlescherm.

De waarden van de instellingen worden teruggezet naar de standaardwaarden wanneer het apparaat wordt ingeschakeld of wanneer het apparaat gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt. U kunt de bewerkingen van elke functie vereenvoudigen door de standaardwaarden van de scan- en afdrukinstellingen te wijzigen in de veelgebruikte waarden.

U kunt andere gebruikers dan de apparaatbeheerder verbieden om de standaardwaarden te wijzigen.

Menu beveiligen opgeven

Opmerking

  • U kunt de standaardwaarden van de volgende instellingen niet registreren:

    • Kopiëren

      Afdrukrichting of [Dubbelzijdig/Combineren]

    • Fax

      [Onderwerp], [Afzender], bestemming

    • Scanner

      [Afzender], bestemming [PDF-beveiligingsinstellingen], [Startnummer]

1Selecteer de instelling om te gebruiken als de standaardwaarde op het scherm Kopiëren, Fax, Scanner of Afdrukken/scannen (geheugenopslagapparaat).

Om de functie Afdrukken/scannen (geheugenopslagapparaat) te gebruiken, plaatst u een SD-kaart of een USB-flashgeheugenapparaat in de mediasleuf op het bedieningspaneel en bewerkt u vervolgens de instellingen op het scherm [Scaninstellingen] onder [Scanner] of op het scherm [Afdrukinstell.] onder [Printer].

2Druk op [Menu] () [Huid. inst. als stand.inst. instellen].

Voorbeeld: Kopiëren scherm

Afbeelding van bedieningspaneel

Om de standaardfabrieksinstellingen te herstellen, drukt u op [Stand.inst. nr fabr.stand. terugzet.].

3Druk op [Programmeren] en druk daarna op [Afsluiten].

4Nadat de configuratie is voltooid, drukt u op [Home]().