GebruikershandleidingIM 2500/3000/3500/4000/5000/6000 series

Documenten verzenden via IP-Fax

U kunt faxen versturen over een IP-netwerk door het IP-adres van de bestemming of het eigen faxnummer op te geven, wanneer het faxapparaat van de bestemming de functie IP-fax ondersteunt.

Het apparaat instellen om IP-faxen te versturen

De functie IP-Fax gebruikt H.323 of SIPS als het verbindingsprotocol voor communicatie. U moet mogelijk van tevoren de Gatekeeper, SIP-server of gateway configureren, afhankelijk van de omgeving waarin het apparaat wordt gebruikt.

Opmerking

  • Deze functie ondersteunt niet het verzenden en ontvangen van IP-fax met gebruik van het H.323-protocol in een IPv6-omgeving.

  • Om de IP-faxfunctie te gebruiken zonder een SIP-server in een IPv6-omgeving, geeft u het Handmatige Configuratie-adres op als het IPv6-adres van het apparaat. Het apparaat ontvangt IP-faxen op het adres dat is opgegeven bij Handmatige Configuratie-adres.

  • Netwerk/Interface

Methodes voor het opgeven van een IP-faxbestemming op basis van de netwerkomgeving

  • Een fax versturen naar een G3-fax

    Geef het G3-faxnummer op (voorbeeld: 0312345678) ongeacht de netwerkomgeving waarin het apparaat wordt gebruikt.

  • Een fax versturen naar een andere IP-fax

    De methode voor het opgeven van een IP-faxbestemming verschilt afhankelijk van de netwerkomgeving waarin het apparaat wordt gebruikt.

    Gebruik van Gatekeeper of SIP-server

    Methode voor het opgeven van een bestemming

    Gebruik van geen van beide

    IP-adres of hostnaam van de bestemming

    Voorbeeld van een IP-adres: 192.168.1.10

    Voorbeeld van een hostnaam: IPFAX1

    Gebruik van Gatekeeper

    Eigen faxnummer of van de bestemming

    Voorbeeld: 0311119999

    Gebruik van SIP-server

    SIP-gebruikersnaam van de bestemming

    Voorbeeld: ABC

    Om "SIP" en "H.323" op het scherm weer te geven, configureert u [Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen][Gebruiksinstellingen IP-fax][SIP inschakelen], [H.323 inschakelen]. Als u gebruikmaakt van SIP, geeft u "SIP inschakelen" en "SIP-instellingen" op. Als u H.323 gebruikt, geeft u "H.323 inschakelen" en "H.323-instellingen" op.

  • In een IPv6-omgeving: voer het adres in dat handmatig bij de bestemming is opgegeven.

  • Om een fax te verzenden via een SIP-server in een gemengde IPv4/IPv6-omgeving: voeg afhankelijk van de omgeving "v4" of "v6" toe aan het begin van het adres/hostnaam van de bestemming.

  • Afhankelijk van de bestemmingsomgeving moet u mogelijk een poortnummer toevoegen aan het einde van het IP-adres of de hostnaam. Raadpleeg uw administrator om te controleren of er een poortnummer vereist is.

Bij gebruik van Gatekeeper (H.323)

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen][Gebruiksinstellingen IP-fax].

4Druk op [Aan] in [H.323 inschakelen] en druk vervolgens op [OK].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [H. 323 instellingen].

6Geef het Gatekeeper-adres of eigen faxnummer op en druk op [OK].

Afbeelding van bedieningspaneel

7Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft opgegeven.

Opmerking

  • Naast het opgeven van de instellingen op het apparaat moet u Gatekeeper configureren. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Bij gebruik van SIP-server (SIP)

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen][Gebruiksinstellingen IP-fax].

4Druk op [Aan] in [SIP inschakelen] en druk vervolgens op [OK].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [SIP instellingen].

6Specificeer de waarde.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Voer het IP-adres in bij het aangeven van de proxyserver, redirect-server en geregistreerde server.

  • Voer de SIP-gebruikersnaam in bij het opgeven van de SIP-gebruikersnaam.

7Als u SIP-digest-verificatie wilt gebruiken, drukt u op [Aan] en voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in.

8Druk op [OK].

9Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft opgegeven.

Opmerking

  • Naast het opgeven van de instellingen op het apparaat moet u de SIP-server configureren. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Bij gebruik van de gateway

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen][Gateway registreren/wijzigen/verwijderen].

4Druk op [Registreer].

5Specificeer het prefixnummer.

Afbeelding van bedieningspaneel

Over Prefix

De prefix wordt gebruikt om het telefoonnummer te identificeren van de G3-fax die een fax verzendt via de VoIP-gateway. Als er een gateway bestaat met een ID-nummer dat overeenkomt met de eerste paar cijfers van het telefoonnummer, wordt de fax via de bijpassende gateway verstuurd. Als u bijvoorbeeld "0312345678" opgeeft als bestemming wanneer de gateways met ID-nummer "03" en "04" geregistreerd staan, wordt de verzending uitgevoerd via de gateway met ID-nummer "03".

Om de gateways te gebruiken ongeacht het ID-nummer in de IP-faxbestemming, dient u alleen de gateway-adressen te registreren zonder de ID-nummers op te geven.

6Selecteer [H.323] of [SIP] in "Protocol sel.".

7Geef het gatewayadres op.

8Druk op [OK].

9Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft opgegeven.

Opmerking

  • Om de geregistreerde gateway te wijzigen of verwijderen: druk op [Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen][Gateway registereren/wijzigen/verwijderen], selecteer de gateway die u wilt verwijderen of wijzigen en druk vervolgens op [Wijzigen] of [Verwijderen] op het weergegeven scherm.

  • Naast het opgeven van de instellingen op het apparaat moet u de instellingen van de VoIP-gateway configureren. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Basisprocedure voor het verzenden van IP-faxen

Het apparaat scant het origineel om deze naar het geheugen van het apparaat te verzenden voordat er communicatie tot stand wordt gebracht met de bestemming (Geheugenverzending).

U kunt ook een IP-fax verzenden en tegelijkertijd de verzendstatus bevestigen.

Een fax versturen door het origineel te scannen

1Druk op [Fax] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Controleer dat [Fax] en [Geheugenverzending] worden weergegeven op het faxscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

Druk op een item op het faxscherm om [Geheugenverzending] te selecteren als [Directe verzending] is geselecteerd.

3Plaats het origineel in de ADF of op de glasplaat.

Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax

4Druk op [Instellingen] en geef vervolgens de scaninstellingen op.

Een fax verzenden met de beeldkwaliteit die geschikt is voor het origineel

5Kies de bestemming op het faxscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Wanneer u een bestemming selecteert die in het adresboek geregistreerd staat als een IP-faxbestemming, wordt het document per IP-fax verzonden.

  • Om de bestemming handmatig in te voeren, maak een keuze uit de bestemmingsgeschiedenis of zoek in het adresboek, druk op en geef de bestemming op. U kunt de bestemming ook met de hand invoeren door op te drukken.

    Afbeelding van bedieningspaneel
  • Om de bestemming handmatig in te voeren: selecteer [Invoeren met cijfertoetsen], druk op [Lijn] en selecteer vervolgens [IP-fax H.323] of [IP-fax SIP].

    Afbeelding van bedieningspaneel
  • Om de bestemming op te geven door een hostnaam of SIP-gebruikernaam in te voeren: druk op [Toetsenbord] om het toetsenbord van het scherm te tonen.

    Afbeelding van bedieningspaneel
  • Om de bestemming nogmaals op te geven drukt u op .

    Afbeelding van bedieningspaneel

6Geef op het scherm [Instellingen] de Afzender op als vereist.

  • Wanneer een login-gebruiker het apparaat bedient, wordt de login-gebruiker de afzender.

  • Om per e-mail een verzendresultaat te ontvangen, selecteert u [Melding van resultaat]. Het e-mailadres dat u geselecteerd heeft met het vinkje [Gebruiken als afzender] bij het registreren van het adres, zal worden gebruikt als het e-mailadres van de afzender.

    E-mailadressen in het adresboek registreren

  • Om de naam van de afzender af te drukken op de pagina die wordt ontvangen op de bestemming, drukt u op [Afzender] en schakelt u het selectievakje [Stempel afz.naam] in.

7Druk op [Starten].

Om de verzending te annuleren nadat het origineel is gescand: druk op [Stoppen] en voer de handelingen uit in [Taakstatus][Stand-by verzendbestand].

Een document in de faxwachtrij bevestigen en verzenden