GebruikershandleidingIM 550/600 series

De apparaatserveroptie installeren

Belangrijk

  • Regio B pictogram (voornamelijk in Noord-Amerika)

    • Neem contact op met uw onderhoudsverantwoordelijke als u de apparaatserveroptie wil gebruiken.

  • Voordat u de Gigabit Ethernet-kaart aanraakt, dient u zichzelf te aarden aan iets van metaal om u vrij te maken van mogelijke statische elektriciteit. Statische elektriciteit kan de interfaces beschadigen.

  • Stel de apparaatserveroptie niet bloot aan fysieke schokken.

De optionele apparaatserveroptie is een interfacekaart die een Ethernet-poort aan het apparaat toevoegt.

Wanneer deze optie is geïnstalleerd, kunnen er twee Ethernetkabels tegelijkertijd worden aangesloten via de standaardpoort op het apparaat en een extra poort op de apparaatserveroptie. U kunt aan elke poort verschillende IP-adressen toewijzen, zodat het apparaat afdruktaken van verschillende netwerksegmenten kan afdrukken.

Procedure voor installatie van de apparaatserveroptie

1Controleer de inhoud van het pakket.

2Schakel het apparaat uit en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.

3Draai de twee schroeven los en verwijder de afdekking van de sleuf.

Illustratie achterzijde van het apparaat

De verwijderde afdekking wordt niet opnieuw gebruikt.

4Breng de interfacekaart volledig op zijn plaats.

Afbeelding interface-eenheid

Ga na of de interfacekaart goed bevestigd is aan de controllerkaart.

5Draai de twee schroeven vast om de interfacekaart vast te zetten.

Illustratie achterzijde van het apparaat

6Verbind de apparaatserveroptie met het apparaat.

Raadpleeg de Installatiehandleiding geleverd bij de apparaatserveroptie voor meer informatie.

Instellingen configureren

Nadat u de apparaatserveroptie heeft geïnstalleerd en aangesloten, dient u de apparaatinstellingen te configureren.

Belangrijk

  • Geef, bij het gebruiken van de apparaatserveroptie, de instelling op voor het item dat hieronder wordt weergegeven, om te voorkomen dat het apparaat de energiespaarstand inschakelt. Anders zal de apparaatserveroptie de communicatie met het netwerk verliezen als het apparaat in de energiespaarstand staat en kan het apparaat geen afdruktaken ontvangen.

  • Schermtype Instellingen: Standaard

    1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

    Afbeelding van bedieningspaneel

    2Druk op [Systeeminstellingen].

    Afbeelding van bedieningspaneel

    3Druk op [Apparaat][Inschakelen/Energiespaarstand][Energiespaarstand om afdrukserver uit te schakelen].

    4Selecteer [Energiespaarstand verbieden].

    5Druk op [OK].

    6Druk na het voltooien van de procedure op [Home] (Illustratie van het scherm van het bedieningspaneel).

  • Schermtype Instellingen: Klassiek

    1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

    Afbeelding van bedieningspaneel

    2Druk op [Apparaateigenschappen].

    Afbeelding van bedieningspaneel

    3Druk op [Systeeminstellingen] het tabblad [Beheerdertoepas.][En.sp.stnd om afdr.server uit te schak.].

    4Druk op [Modus uitschakelen].

    5Druk op [OK].

    6Druk na het voltooien van de procedure op [Home] (Illustratie van het scherm van het bedieningspaneel).