Systeem (Printereigensch.)
In dit gedeelte worden de instellingen op het tabblad [Systeem] onder [Printereigensch.] beschreven.
Instellingsitems | Beschrijving |
|---|---|
Foutenrapport afdrukken | U kunt opgeven of een foutenrapport moet worden afgedrukt wanneer zich een printer- of geheugenfout voordoet.
|
Automatisch doorgaan | Wanneer het papier dat is opgegeven in het printerstuurprogramma niet is ingesteld op het apparaat, kunt u opgeven of het apparaat door moet gaan met afdrukken op papier dat niet is opgegeven nadat zich een systeemfout heeft voorgedaan (geforceerd afdrukken). Wanneer u [Direct] opgeeft, wordt geforceerd afdrukken gestart. U kunt het dialoogvenster weergeven om te bevestigen of u wilt doorgaan met afdrukken en opgeven om tot een bepaalde periode (1 tot 15 minuten) te wachten. Afhankelijk van de apparaatinstellingen wordt het afdrukken geannuleerd en wordt geforceerd afdrukken niet gestart. De resultaten van geforceerd afdrukken kunnen niet worden gegarandeerd.
|
Opslaan en foute taak overslaan | U kunt opgeven of een foutieve taak in het apparaat moet worden opgeslagen en of de volgende taak moet worden afgedrukt. Normale afdruk, Testafdruk en Opgeslagen afdruk -taken kunnen in het apparaat worden opgeslagen wanneer zich een fout voordoet. Als u deze instelling wilt activeren, geeft u het aantal pagina's op van de foutieve taak die het apparaat bij het afdrukken controleert (1 tot 999 pagina's). Bij een groot aantal pagina's duurt het een tijdje voordat het afdrukken begint. Als er een fout optreedt nadat het afdrukken is gestart, wordt de volgende taak niet afgedrukt.
|
Geheugenoverloop | Wanneer de verzonden gegevensgrootte te groot is om op het apparaat te verwerken, kunt u aangeven of u wilt stoppen met afdrukken op de foutenpagina (Niet afdrukken) of wilt doorgaan met afdrukken. Om door te gaan met afdrukken, geeft u de functies Nieten en sorteren vrij en drukt u de fouteninformatie als laatste af.
|
Instelling foutweergave | U kunt aangeven of alle afdrukfouten op het bedieningspaneel moeten worden weergegeven. Wanneer u [Alleen belangrijke] opgeeft, worden sommige afdrukfouten weergegeven.
|
Melding weergeven als PDL-fout optreedt en taak automatisch geannuleerd wordt | Dit zijn de gebruikersinstellingen wanneer u [Foutieve afdr.taken aut annul] opgeeft bij [Weergeven]. U kunt aangeven of het scherm moet worden weergegeven om de automatische annulering van de foutieve taak op het bedieningspaneel te bevestigen. De volgende taak start pas als het scherm verdwijnt.
|
Afdruktaken met fouten automatisch annuleren | Wanneer er een afdrukfout optreedt, kunt u aangeven of het afdrukken van de foutieve taak automatisch moet worden geannuleerd en of de taak is ontvangen vlak voordat de fout is opgetreden.
|
Taakscheiding | Geef aan of de positie van uitgevoerde vellen voor elke taak om en om moet worden verschoven. U kunt de uitvoervellen automatisch per taak sorteren wanneer u een groot aantal vellen afdrukt voor verschillende taken. Deze instelling kan alleen worden geselecteerd op de IM 600SRF.
|
180 graden roteren | U kunt opgeven wanneer u de afdruk 180 graden draait ten opzichte van de papierrichting. Gebruik deze functie om op papier af te drukken met een vaste afdrukrichting, zoals briefpapier of een envelop.
|
Gecomprimeerde gegevens afdrukken | U kunt aangeven of u taakgegevens die zijn gecomprimeerd in het GZIP-formaat, wilt decomprimeren en extraheren voordat u gaat afdrukken.
|
Geheugengebruik | U kunt de geheugenprioriteit van het apparaat opgeven. Selecteer welk geheugen prioriteit heeft, Lettertypeprioriteit of Kaderprioriteit.
|
Duplex | U kunt opgeven of u op beide zijden van elke pagina wilt afdrukken.
|
Kopieën: | U kunt het aantal exemplaren opgeven tijdens het afdrukken zonder het printerstuurprogramma te gebruiken.
|
Afdrukken Blanco pagina | Hier kunt u opgeven of u lege pagina's wilt afdrukken.
|
Randen bijwerken | U kunt opgeven of u de randen van diagonale lijnen wilt bijwerken.
|
Toner besparen | U kunt aangeven of het inktverbruik bij het afdrukken moet worden beperkt. Als u deze functie inschakelt, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan.
|
Wachttijd gereserveerde taak | U kunt opgeven hoelang het apparaat wacht op het ontvangen van een afdruktaak voordat andere functies dit kunnen onderbreken.
|
Printertaal | U kunt de printertaal specificeren.
|
Sub papierformaat | U kunt aangeven of A4- en 81/2 × 11-papier als hetzelfde formaat worden behandeld.
|
Paginaformaat | U kunt de standaard papierformaten kiezen.
|
Briefpapierinstelling | Als u wilt afdrukken op papier met een vaste afdrukzijde of afdrukrichting (bijvoorbeeld briefpapier), moet u de correcte instellingen voor beeldrotatie en afdrukzijde maken. Stel het papier zo in dat de papierrichting en de afdrukzijde correct zijn geplaatst. Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen
|
Prioriteit lade-instelling |
|
Prioriteit lade-instelling (vervolg) | U kunt aangeven of prioriteit moet worden gegeven aan de instellingen in het printerstuurprogramma of aan de afdrukopdrachten (papierformaat of papiersoort) of aan de instellingen op het bedieningspaneel. U kunt de volgende instellingen opgeven voor de handinvoerlade. Voor laden 1 tot 5 kunt u [Driver/Opdracht] of [Apparaatinst.] opgeven.
|
Prioriteit lade-instelling (vervolg) |
|
Prioriteit lade-instelling (vervolg) |
|
Afdruk zonder marges | U kunt opgeven of onder- of bovenmarges moeten worden verwijderd bij het afdrukken van een document.
|
Standaard printertaal | U kunt de printertaal opgeven die moet worden gebruikt als het apparaat de printertaal niet kan detecteren.
|
Lade wisselen | Dit zijn de gebruikersinstellingen wanneer u afdrukt door de lade in het printerstuurprogramma op te geven. U kunt aangeven of u wilt overschakelen naar automatische papierkeuze wanneer het papier dat in de lade is geplaatst verschilt van de instellingen die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma. Als hetzelfde papier in een andere lade wordt geplaatst, wordt het papier vanuit de lade ingevoerd.
|
Automatisch lade wisselen (uitgebreid) | Dit zijn de gebruikersinstellingen wanneer u afdrukt door de papierlade op te geven. U kunt aangeven of hetzelfde papier in een andere lade moet worden gebruikt wanneer het papier in de aangegeven lade opraakt. Als automatisch lade wisselen voor afdrukinstellingen van emulatie is uitgeschakeld, wordt het afdrukken via automatisch lade wisselen voortgezet.
|
Taken niet afgedr omdat app uit was | Het is mogelijk om aan te geven of uitgestelde afdrukbestanden moeten worden afgedrukt als de opgegeven afdruktijd daarvan is verstreken als het apparaat wordt ingeschakeld. Als u ervoor kiest om niet af te drukken, zijn uitgestelde-afdrukbestanden waarvan de opgegeven afdruktijd al is verstreken ongeldig en worden ze [Tijdelijke afdruktaken autom. verwijderen].
|
Directe afdruktaken beperken | Dit beperkt de afdrukbestanden die zijn opgegeven voor [Normale afdruk], [Testafdruk] of [Opslaan en Afdrukken] onder "Afdrukmodus" in het printerstuurprogramma. U kunt aangeven of deze bestanden in het apparaat moeten worden opgeslagen zonder te worden afgedrukt of om het afdrukken te annuleren. Dit helpt voorkomen dat het uitgevoerde papier in de lade achterblijft, waardoor verwarring ontstaat.
|
Taken autom. opsl. zonder Gebr.verif. info. | Als [Taken autom. opsl.] wordt geselecteerd op [Directe afdruktaken beperken] en het apparaat is gespecificeerd om gebruikers de verrifiëren, specificeer om automatisch taken op te slaan zonder gebruikersverificatiegegevens.
|
Oorspronkelijk scherm schakelen | U kunt opgeven welk scherm moet worden weergegeven, takenlijst of afdruktaken, wanneer u op [Printer (klassiek)] drukt
|
Afdr.tk autom. annul. als sleutelkaart mist/geen eenh. | U kunt opgeven of de taak moet worden geannuleerd als er geen eenheden op de sleutelkaart achterblijven of als de sleutelkaart wordt verwijderd tijdens het afdrukken.
|
Als max. aant. vellen voor nieten is overschr | U kunt het gedrag van het apparaat opgeven als het aantal pagina's in een document hoger is dan het aantal pagina's dat samen geniet kan worden. Als u wilt doorgaan met afdrukken, annuleert u de nietfunctie. Wanneer u [Onderbreken (waarschuwing weergeven)] opgeeft, kunt u selecteren of het afdrukken moet doorgaan of geannuleerd worden wanneer het afdrukken stopt. Deze instelling kan alleen worden geselecteerd op de IM 600SRF.
|
(voornamelijk in Europa en Azië)
(voornamelijk in Noord-Amerika)