GebruikershandleidingIM 550/600 series

Het maximale afdrukvolumegebruik per gebruiker opgeven

U kunt afdrukvolumelimieten in het apparaat opgeven voor elke gebruiker die in het adresboek is geregistreerd. Als het totale afdrukvolume het opgegeven maximum bereikt, worden de afdruktaken geannuleerd.

Afdrukvolumegebruik

Het afdrukvolumegebruik tellen

Het afdrukvolume wordt berekend door het aantal afgedrukte pagina's te vermenigvuldigen met een zogenaamde eenheidwaarde.

De eenheidwaarde kan worden opgegeven aan de hand van de afdrukvoorwaarde. Als er bijvoorbeeld twee pagina's worden afgedrukt met een eenheidwaarde van 5, is het afdrukvolume 10.

U kunt de eenheidstelling voor elk papierformaat opgeven.

De teller voor het afdrukvolumegebruik controleren

De manier waarop de beheerder controleert is anders dan die van de gebruikers.

  • De beheerder kan de teller voor afdrukvolumegebruik controleren via [Beheerdertoepas.].

    De teller voor elke gebruiker controleren

  • De gebruikers kunnen de teller voor het afdrukvolumegebruik controleren op het pop-upscherm dat bij het inloggen wordt weergegeven. De teller voor het afdrukvolumegebruik wordt tijdens het inloggen rechtsboven op het scherm weergegeven.

Afdrukken waarvan het volume niet kan worden beperkt

Bij de volgende bewerkingen is het printvolume niet beperkt:

  • Afdrukken via een besturingssysteem dat de actuele verificatiemethode niet ondersteunt.

  • Afdrukken van een toegevoegd bestand aan een e-mail die op het apparaat is ontvangen

  • Afdrukken van ontvangen faxen en LAN-fax-gegevens

Belangrijk

  • Wanneer u Afdrukvolumegebruik opgeeft, is afdrukken niet mogelijk als de log-in gebruikersnaam of gebruikerscode die in het adresboek is geregistreerd, wordt gewijzigd terwijl de gebruiker is ingelogd.

  • Registreer onder Windows- of LDAP-verificatie niet dezelfde log-in gebruikersnaam of hetzelfde wachtwoord voor meerdere gebruikers die in het adresboek zijn geregistreerd. De limieten voor het afdrukvolume zijn op deze gebruikers niet van toepassing.

  • Het maximale afdrukvolume is op de uitvoer vanuit Mac/Linux niet van toepassing.

Wanneer gebruikerscodeverificatie is ingeschakeld

  • Geef "Functies om te beperken" van "Gebruikersverificatie management" op om alle functies te beperken. De gebruikerscodeverificatie wordt niet toegepast op de functies die niet zijn beperkt. Voordat ze inloggen kunnen gebruikers afdrukken ongeacht de limieten voor het afdrukvolume.

  • Selecteer niet PC Control in de printerfunctie van "Functies om te beperken" van "Gebruikersverificatie management". De instelling voor afdrukvolumelimiet is niet van toepassing op gebruikers van wie de gebruikerscodes automatisch door het printerstuurprogramma worden geregistreerd.

  • Wanneer gebruikerscodeverificatie is ingeschakeld, worden het maximale afdrukvolume en het totale afdrukvolume niet op het scherm weergegeven en kunnen gebruikers het totale afdrukvolume niet zelf controleren. De beheerder moet gebruikers informeren over hun totale afdrukvolume.

  • Er worden geen logboekgegegevens over afdruklimieten geregistreerd in het taaklogboek en het toegangslogboek.

Opmerking

  • Als u "Functies om te beperken" van "Gebruikersverificatie management" wilt controleren, drukt u op het tabblad [Beheerdertoepas.], [Gebruikersverificatie management][Gebruikerscodeverificatie].

  • Beheerdertoepas. (Systeeminstellingen)

Het afdrukvolume beperken

De volgende instellingen zijn nodig om het afdrukvolume te beperken.

  • [Actie v app. als limiet is bereikt]: geef aan of het afdrukken door moet gaan wanneer het afdrukvolume het maximum bereikt.

  • [Afdrukvolumegebruik beperken: telinstelling per eenheid]: geef de functies op om het afdrukvolume te beperken en geef de teleenheid op.

  • [Afdr.vol.gebr beperkn: Stndrd limietwaarde]: geef de standaardwaarde op voor het maximale afdrukvolume.

1Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat.

2Druk op het Home-scherm op [Instellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Apparaateigenschappen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Systeeminstellingen] het tabblad [Beheerdertoepas.][Actie v app. als limiet is bereikt].

5Selecteer de apparaatactie wanneer het totale afdrukvolume het maximum bereikt.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Taak stoppen: zowel de huidige taak als wachtende taken worden geannuleerd.

  • Taak volt & bep: de huidige taak wordt voltooid maar wachtende taken worden geannuleerd.

  • Doorg. mt hand. toest.: hiermee geeft u geen beperking op voor afdrukvolumes.

6Druk op [OK].

De configuratie van "Actie v app. als limiet is bereikt" is voltooid. Ga verder met de configuratie om het afdrukvolume te beperken en de teleenheid op te geven.

7Druk op [Afdrukvolumegebruik beperken: telinstelling per eenheid].

8Selecteer de functies die u wilt beperken en voer teleenheden in.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Als u bijvoorbeeld "0" opgeeft voor een printervoorwaarde, wordt er geen volumebeperking toegepast op taken die aan die voorwaarde voldoen.

9Druk op [OK].

De configuratie van "Beperking afdrukvolumegebruik: instelling eenheidwaarde" is voltooid. Ga verder met de configuratie van de standaard maximale gebruikstelling.

10Druk op [Afdrukvol.gebr beperken: Stand. limietwaarde].

11Voer een teleenheid in als maximaal afdrukvolume en druk op [#].

Afbeelding van bedieningspaneel

12Druk op [OK].

De configuratie van "Afdrukvol.gebr beperken: Stand. limietwaarde" is voltooid.

13Druk na het voltooien van de configuratie op [Home] (Operation panel screen illustration)

Het maximum aantal afdrukken per gebruiker opgeven

Geef aan of het afdrukvolume van de gebruikers die in het adresboek zijn geregistreerd, moet worden beperkt en geef het maximale afdrukvolume per gebruiker op.

1Log in als gebruikersbeheerder op het bedieningspaneel op het apparaat.

2Druk op het Home-scherm op [Adresboek].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Op het scherm Adresboek selecteert u een gebruiker van wie het afdrukvolumegebruik moet worden beperkt, en vervolgens drukt u op [Bewerken].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Gebruikersmanagement] van het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [Afdr.vol.gebrk beperk.].

6Geef Afdrukvolumegebruik beperken en Maximale eenheidswaarde op, en druk op [OK].

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Voer het maximale afdrukvolume van de geselecteerde gebruiker in bij Maximale eenheidswaarde.

7Druk na het voltooien van de configuratie op [Home] (Operation panel screen illustration)

De tellerstand voor afdrukvolumegebruik regelmatig resetten

Geef de frequentie op om de teller voor het gebruik van het afdrukvolume te resetten op [Volume gebruikerteller: Geplande/gespecif. resetinstell].

1Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat.

2Druk op het Home-scherm op [Instellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Apparaateigenschappen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Systeeminstellingen] op het tabblad [Beheerdertoepas.][Volume gebruikerteller: Geplande/gespecif. resetinstell].

5Selecteer de frequentie om de gebruiksteller voor het afdrukvolume te resetten.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Iedere maand: hiermee wordt het afdrukvolume elke maand op de opgegeven tijd en datum gereset.

  • Datum specificeren: hiermee wordt het afdrukvolume op de opgegeven tijd en datum slechts eenmaal gereset.

  • Cyclus specificeren: hiermee wordt gereset als de opgegeven periode na een referentiedatum voorbij is, daarna wordt er weer gereset met dezelfde tussenpozen.

  • Uit: De teller voor het afdrukvolumegebruik wordt niet regelmatig gereset. Reset de teller voor het afdrukvolumegebruik zo nodig handmatig.

    De teller voor elke gebruiker controleren

6Geef de datum en tijd op om te resetten en druk op [Instellingen toepassen].

7Druk op [OK].

8Druk na het voltooien van de configuratie op [Home] (Operation panel screen illustration)