GebruikershandleidingIM 550/600 series

PCL Menu

In dit gedeelte worden instellingen op het tabblad [PCL Menu] onder [Printereigensch.] beschreven.

De Instellingen gebruiken

Instellingsitems

Beschrijving

Richting

Hier kunt u de afdrukrichting van het papier opgeven.

  • Standaardinstelling: [Staand]

Formulierregels

U kunt het aantal regels per pagina van 5 tot en met 128 aangeven.

Regio A pictogram (voornamelijk in Europa en Azië)

  • Standaardinstelling: [64]

Regio B pictogram (voornamelijk in Noord-Amerika)

  • Standaardinstelling: [60]

Lettertypebron

Hiermee kunt u de opslaglocatie van het standaardlettertype instellen.

[RAM], [HDD] en [SD] kunnen alleen geselecteerd worden als er lettertypen in het apparaat zijn gedownload.

  • Standaardinstelling: [Resident]

Lettertypenummer

U kunt het lettertypenummer van het te gebruiken lettertype opgeven.

  • Wanneer [Lettertype bron] is ingesteld op [Resident], geeft u 0 tot 103 op.

    • Standaardinstelling: [0]

  • Wanneer [Lettertype bron] is ingesteld op [RAM], [HDD] of [SD], kan het aantal lettertypen dat op dit apparaat is opgegeven, als lettertypenummer worden opgegeven.

    • Standaardinstelling: [1]

Puntgrootte

U kunt de puntgrootte van het te gebruiken lettertype opgeven.

De puntgrootten kunnen worden ingesteld van 4,00 tot 999,75 in stappen van 0,25. Deze instelling is alleen van toepassing op proportionele lettertypen.

  • Standaardinstelling: [12 punten]

Lettertypebreedte

U kunt de lettertypebreedte (tekenbreedte) opgeven voor het lettertype dat u wilt gebruiken.

De tekenbreedte kan worden opgegeven van 0,44 tot 99,99 in stappen van 0,01. Deze instelling is alleen van toepassing op lettertypen met één spatiëring.

  • Standaard: [10.00 punten]

Symbolenset

Hier kunt u de tekenset van het geselecteerde lettertype opgeven.

  • Standaardinstelling: [PC-8]

Lettertype Nimbus Mono

U kunt het lettertype Nimbus Mono opgeven.

  • Standaardinstelling: [Standaard]

A4-breedte uitbreid.

Wanneer u op A4-papier afdrukt, kunt u opgeven of van rand tot rand van het afdrukbare papierformaat moet worden afgedrukt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Van CR naar LF

U kunt de werking van het apparaat opgeven wanneer de CR-, LF- of FF-code wordt ontvangen.

Wanneer u [Aan] opgeeft, werkt het apparaat als CR=CR, LF=CR+LF of FF=CR+FF.

Wanneer u [Uit] opgeeft, werkt het apparaat als CR=CR, LF=LF of FF=FF.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Resolutie

U kunt de resolutie aangeven in dots per inch. U kunt [300 dpi] of [600 dpi] selecteren.

  • Standaardinstelling: [600 dpi]