GebruikershandleidingIM 550/600 series

Veelgebruikte functies toewijzen aan de functietoetsen

Door veelgebruikte functies toe te wijzen aan de functietoetsen, kunt u schakelen tussen de modi zonder te hoeven terugkeren naar het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

U kunt de functies die zijn toegewezen aan de functietoetsen, wijzigen aan de hand van de volgende procedure:

Hoe veelgebruikte functies toewijzen aan de functietoetsen (Type scherminstelling: Standaard)

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Systeeminstellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Weergave/Invoer][Instelhulp toetsen/toetsenbord/invoer][Instellingen voor functietoetsen].

4Druk op [Functietoets 1], [Functietoets 2] of [Functietoets 3] om op te geven.

Afbeelding van bedieningspaneel

Als de functietoets niet actief is, stelt u [Functietoets] in op [Aan].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [Toegewezen functie].

6Druk op de knop rechts van [Toegewezen functie].

7Selecteer een functie uit de weergegeven lijst en druk vervolgens twee keer op [OK].

Afbeelding van bedieningspaneel

8Druk op [Weergavenaam].

9Geef de naam op die u wilt weergeven op de functietoets en druk op [OK].

10Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] ().

Hoe veelgebruikte functies toewijzen aan de functietoetsen (Type scherminstelling: Klassiek)

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Schermfunctie-instellingen][Apparaatinstellingen van scherm][Functietoets-instellingen].

Als de functietoets inactief is, vinkt u het selectievakje van de [Functietoets] aan.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Selecteer de functietoets waaraan u een functie wilt toewijzen en druk vervolgens op [Toegewezen functie].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Selecteer een functie die u wilt toewijzen in de lijst en druk vervolgens op [Weergavenaam wijzigen][Wijzigen].

5Druk op [Weergavenaam].

6Geef de naam op die u wilt weergeven op de functietoets en druk op [OK].

7Druk na het voltooien van de procedure op [Home] (Illustratie van het scherm van het bedieningspaneel).